Joost Callens, CEO van Durabrik, over zijn vakantiejobs: ‘Als jonge gast word je niet verondersteld het systeem te veranderen’
Joost Callens, CEO van Durabrik, pakte tijdens zijn vakantiejobs kerstballen in en bemande de Durabrik-kijkwoning.
“Mijn meest memorabele vakantiejob? Een zomermaand lang kerstballen inpakken. De ballen werden geleverd in enorme dozen. Mijn opdracht bestond erin kleinere dozen te maken en de ballen te verpakken per zes, acht of twaalf.
“Tegen het einde van de eerste week had ik samen met een collega-jobstudent een – volgens ons – ingenieus systeem bedacht. In plaats van telkens één doosje te maken en dat te vullen, bleek het efficiënter eerst een paar uur dozen te vouwen, daarna de inhoud van de grote dozen uit te kieperen en vervolgens al de kleine dozen te vullen. Die methode zorgde voor een tijdelijke wanorde, maar uit onze metingen bleek dat we méér dozen konden vullen in evenveel tijd.
“Onze chef was niet onder de indruk. We werden op het matje geroepen en het scheelde geen haar of ons weekcontract werd niet verlengd. Ons initiatief had tot spanningen geleid, vernamen we. Als jonge gasten werden wij verondersteld het systeem te respecteren, niet te veranderen. Zelfs niet als die verandering een verbetering was.
“Ik heb toen geleerd altijd op verschillende manieren naar situaties te kijken. Misschien was ons idee minder bedreigend overgekomen als we niet zo bruusk hadden gehandeld. Misschien was het anders gelopen als we eerst hadden overlegd.”
Fysiek zwaar
“Het kerstthema kwam terug tijdens een andere zomer. Mijn vader had een kleine kerstbomenplantage aangelegd, en ik heb daar enkele weken met de bosmaaier gereden. In de voormiddag werkte ik goed door, maar ‘s middags kon ik het niet laten naar de Ronde van Frankrijk te kijken bij de boer in de hoeve naast de plantage ( lacht).
“Later werkte ik nog in een drankenfabriek. Dat was fysiek zwaar: lege frisdrankflessen op de automatische band zetten, die er aan de andere kant gevuld weer uitkwamen, waarna ik ze moest stapelen op paletten. Voor creativiteit was daar geen ruimte, voor nadenken geen tijd. Ik heb ook nog bij een isolatiebedrijf gewerkt: rollen isolatiemateriaal snijden. Dat was lastig, mijn handen lagen ervan open.
“Het was een ander leven dan het studentenbestaan dat ik gewend was: voor dag en dauw de fiets op, naar de fabriek en in de refter mijn boterhammetjes opeten. Ik keek meer dan eens op mijn horloge, dat deed ik normaal nooit. Maar het was leuk dat ik wat geld kon verdienen voor mijn reizen en als aanvulling op mijn weekbudget op kot.”
Kinderen motiveren
“Tijdens het academiejaar bemande ik elke zondagnamiddag de kijkwoning van Durabrik, toen nog mijn vaders bouwbedrijf. Mensen ontvangen, een woordje uitleg geven en een afspraak met een verkoper vastleggen. Ik deed dat graag, en zo kreeg ik het vak in de vingers. Maar ik heb mij aan de familiale afspraak gehouden eerst vijf jaar ervaring op te doen in andere bedrijven.
“Op mijn beurt motiveer ik mijn kinderen om te werken. De jongste helpt bij de kinderopvang die we organiseren voor onze medewerkers. De twee oudsten doen stocktellingen en helpen zonnepanelen te leggen.
“Ik vind het belangrijk dat ze voelen wat het is om repetitief werk te doen. Hoewel we hier geen echt repetitief werk hebben, want geen twee huizen zijn dezelfde. Maar ze moeten beseffen dat alle jobs moeten worden gedaan én belangrijk zijn, handenarbeid evengoed als het meer intellectuele werk. Ieder van ons is op zijn best als hij zijn werk graag doet, zich nuttig voelt en er erkenning en een vergoeding voor krijgt. Dat probeer ik als CEO ook nooit te vergeten.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier