Jonge Gentse onderneming Rebin overtuigt haven van Rotterdam met vuilnisbaksensoren
Rebin, een jonge onderneming opgestart als studentenproject aan de universiteit van Gent, ontwikkelde een systeem met sensoren die meten hoe vol een vuilnisbak is. Vanaf deze maand gebruikt de haven van Rotterdam het systeem.
De eerste groei brengt de jonge start-up Rebin al meteen over de landsgrenzen. “Vanaf augustus zal de haven van Rotterdam ons systeem gebruiken”, zegt medeoprichter Emilio van der Linden. “De haven van Rotterdam is het grootste haven- en industriecomplex van Europa. Het heeft zijn eigen netwerk van openbare vuilnisbakken en ook een eigen ophaalsysteem. Maar er zijn ook grote industriële silo’s.”
Een aantal Vlaamse gemeentes, zoals Maarkedal, Moorslede en Halle, gebruikten al de slimme vuilnisbakken van Rebin. Die kunnen heel wat tijd en kilometers besparen, en daardoor ook brandstof en CO2-uitstoot. Tegelijk hebben de werknemers meer tijd voor andere taken.
De kostprijs voor de gemeente is volgens Van der Linden snel terugverdiend. “Alles start met een sensor die aan de onderkant van het deksel zit. Die meet de afstand van de bovenkant van de vuilnisbak tot beneden. Omdat we de afmetingen van de vuilnisbak kennen, kunnen we heel eenvoudig berekenen hoeveel afval erin zit.”
“In Maarkedal staan 73 vuilnisbakken”, legt Van der Linden uit. “Tot nu toe werkte de gemeente met een vaste ophaalronde, maar veel vuilnisbakken zaten vaak nog niet vol als de ophaaldienst passeerde. Onze sensoren geven meerdere malen per dag aan hoeveel een vuilnisbak exact is gevuld. Op basis van die gegevens stippelt een softwareapplicatie een optimale ophaalroute uit. Door onze slimme sensoren te installeren kan de gemeente tot de helft van de gereden tijd en kilometers besparen. Dat zorgt voor een serieuze hap uit de brandstofkosten en ook voor verminderde CO2-uitstoot. Daarbovenop bespaart de gemeente tot 70 procent aan plastic afvalzakken.”
‘Onze grote groeimarkt ligt bij de ophaaldiensten van grote ondergrondse containervuilbakken, zoals bij appartementsblokken’
Emilio van der Linden
Grote knelpunten
De nieuwe methode is niet alleen beter voor het milieu, ze zorgt er ook voor dat stadsdiensten meer tijd aan andere taken kunnen besteden. Dat betekent dubbele winst voor de gemeente. De applicatie van Rebin bewaart allerlei data, zoals zwerfvuil- en sluikstortlocaties, hoe vaak een bepaalde vuilnisbak werd geledigd, hoeveel kilogram afval er werd opgehaald. Op basis van die gegevens kan het vuilnisbakkennetwerk in de gemeente verder worden geoptimaliseerd.
“Voor een lege vuilnisbak moet de stadsdienst niet meer uitrijden. Dat kan bijvoorbeeld in de binnenstad van Gent een groot verschil maken. Een afvalwagen van Ivago die het verkeer ophoudt om een lege vuilzak te vervangen, is niet echt efficiënt. Bovendien worden volle vuilnisbakken sneller opgemerkt. Dat betekent minder zwerfvuil en een schonere stad. Daarenboven kunnen we met onze data ook aantonen waar de grote knelpunten zitten. In één geval zagen we dat 25 procent van de vuilbakken bijna niet gebruikt wordt.”
In een stedelijke context leveren de data andere resultaten op dan in meer landelijke gemeentes. “In grote steden wil men vooral op tijd volle vuilnisbakken spotten”, zegt Van der Linden. “In meer landelijke gemeentes gaat het vooral om het optimaliseren en rationaliseren van routes: minder onnodige ritten.”
“De specificiteit van ons systeem zit dus niet enkel in de sensor. Eigenlijk gaat het vooral om de software die er achter zit. Een groot deel van onze taak, naast de installatie van de sensoren, is het gemeentepersoneel begeleiden bij de implementatie van het softwaresysteem. Als de gemeente ons een up-to-date vuilnisbakkenplan ter beschikking stelt, kunnen we snel aan de slag. Maar dat is geen vereiste, we brengen dat ook mee in kaart als dat nodig is.”
De Rebin-toepassing kan voor meer dan alleen maar openbare vuilnisbakken worden ingezet. “Onze toepassing kan ook voor glasbakken en textielcontainers worden ingezet”, aldus Van der Linden. “Onze klanten zijn dus zeker niet enkel gemeentes. Integendeel: meestal zijn die openbare vuilnisbakken klein en moeten we telkens in een op maat gemaakte oplossing voorzien. Onze grote groeimarkt ligt bijvoorbeeld bij de ophaaldiensten van grote ondergrondse containervuilbakken, zoals je die bij appartementsblokken ziet. We kijken ook naar industriële silo’s. Veel grote bedrijven hebben opslagtanks met bepaalde ingrediënten. Ook die kunnen we helpen te monitoren en te optimaliseren.”
Studentenprijs
Het ontstaan van Rebin is een verhaal op zich. Van der linden kent zijn medeoprichters Simon De Geyter en Kyanu Delrue al van toen hij kind was. “Toen ik klein was, zijn we met ons gezin verhuisd en was Simon mijn nieuwe buurjongen. Hij bleek in dezelfde lagere school te zitten. Ook in het middelbaar werden we klasgenoten en op dat moment kwam daar Kyanu bij.” Uiteindelijk gingen ze elk hun eigen richting: Van der Linden studeerde handelsingenieur, De Geyter burgerlijk ingenieur en Delrue handelswetenschappen. Maar als student-ondernemers vonden ze elkaar terug.
“Toen we op een dag door het Citadelpark wandelden en uitpuilende vuilnisbakken zagen, dachten we ‘dit moet beter’. Dat was de inspiratie om Rebin op te richten. We kennen elkaar door en door, maar had je ons in het middelbaar gevraagd of we ooit samen een bedrijf zouden opstarten, dan had geen van ons drie dat geloofd.”
“Eind 2023 wonnen we de studentenprijs van het start-upprogramma Expedition DO! Het programma ondersteunt ondernemende UGent-studenten en -onderzoekers om in zeven maanden van idee naar start-up te gaan. Slechts enkele maanden nadat we zijn afgestudeerd aan de Universiteit Gent, kunnen we met trots melden dat ook onze alma mater het Rebin-systeem installeert op de campus in Zwijnaarde. Dat maakt de UGent de eerste universiteit die slimme sensoren inzet voor haar vuilnisbakken.”
Financiering
De opstart van Rebin gebeurde met eigen middelen, maar voor de verdere groei kwamen al snel andere partijen mee aan tafel. “We hebben de opstart van Rebin met eigen middelen gefinancierd. We hebben alle drie heel wat studentenjobs gehad, dus hadden we wel genoeg om het startkapitaal te verzamelen. Daarnaast kregen we van Vlaio de Innovatieve Starterssteun, een injectie van 50.000 euro. We werden ook begeleid door Start it @KBC en The Company. We klopten al snel aan bij imec.istart, de accelerator voor techstart-ups. In september verhuizen we daarom ook naar het Gentse Wintercircus. Van imec.istart kregen we een kapitaalinjectie van 50.000 euro plus 50.000 euro in een converteerbare lening. We zoeken verder naar extern kapitaal, we zijn in gesprek met een aantal risicokapitaalfondsen om onze verdere groei te financieren.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier