Jan Dejonghe (CEO Abriso): ‘Plastic is niet het probleem, afval is het probleem’
Met de overname van zijn Italiaanse sectorgenoot Airpack is het West-Vlaamse Abriso uitgegroeid tot de grootste producent van bubbelfolie in Europa. Maar de overnamehonger van CEO Jan Dejonghe is nog niet gestild. Hij richt zijn blik al op Spanje, Portugal en de Baltische landen.
Van diepvriesgroenten naar bubbelfolie. Voor de West-Vlaamse ondernemer Jan Dejonghe (56) bleek het een goede zet. Hij is een neef van Herwig en Koen Dejonghe, zonen van de stichters van het diepvriesgroentebedrijf Pinguin, dat nu deel uitmaakt van het noodlijdende Greenyard. Hij was financieel directeur in het familiebedrijf, maar verkocht zijn participatie in 2006. Hij ging aan de slag als financieel directeur van Abriso in Anzegem, een producent van beschermende verpakkings- en isolatiematerialen. “Abriso was toen in handen van Peter en Sofie Deceuninck, de kinderen van Lionel Deceuninck, een van de oprichters van de bekende producent van pvc-profielen”, vertelt Jan Dejonghe. “In 2013 kon ik samen met het management de aandelen van Peter Deceuninck overnemen en drie jaar later hebben we Sofie Deceuninck uitgekocht.”
In dat jaar ging Dejonghe ook op zoek naar investeerders om zijn Italiaanse sectorgenoot Airpack, beter bekend onder de merknaam Jiffy Packaging, over te nemen. “Je moet groeien om sterker te worden. We werken in een versnipperde sector met lage marges. Die kunnen we alleen opkrikken door te consolideren”, zegt Jan Dejonghe. Om de internationale expansie vorm te geven, haalde hij Bencis Capital Partners als nieuwe hoofdaandeelhouder aan boord. Het Belgisch-Nederlandse investeringsfonds heeft 59 procent van de aandelen in handen, Jan Dejonghe en het management de resterende 41 procent.
De investeerder-ondernemer aasde dus al een paar jaar op Airpack, de vroegere Europese poot van de Amerikaanse verpakkingsgroep Pregis. “In 2012 en 2013 is het niet gelukt. Je moet in het zakenleven geduld hebben en het goede moment kunnen afwachten”, zegt Dejonghe. Net voor de zomer raakte de deal met de Airpack-aandeelhouders rond. Het overnamebedrag wordt niet bekendgemaakt. Samen heeft de groep 1600 mensen in negentien fabrieken in elf landen, goed voor een gezamenlijke omzet van 251 miljoen euro.
Beschermen en isoleren
Behalve de uitgestrekte productiesite op de grens van Oost- en West-Vlaanderen in Anzegem, waar 300 mensen werken, heeft Abriso nog acht fabrieken in Frankrijk, Slowakije, Polen, Roemenië, Oekraïne en Hongarije. De groep produceert beschermende verpakkingsmaterialen, zoals luchtkussenfolie, beschermingsprofielen voor meubels, glas, elektronica, schokabsorberende producten voor transportverpakkingen, enzovoort. Mede door de boomende e-commerce groeit de vraag naar die materialen gestaag.
De andere groeipoot van Abriso is de bouwmarkt. “Wij produceren ook isolatieplaten en geluidsisolerende ondervloeren voor laminaat en vinyl. De groeiende e-commerce en de toenemende vraag naar isolatie zijn de twee motoren die onze business vooruit stuwen”, aldus Dejonghe.
Met de overname van Airpack heeft Abriso er 950 werknemers bij in tien fabrieken in Italië, België (150 mensen in Wellen), Polen, Hongarije, Tsjechië, Roemenië, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Dankzij die laatste heeft Abriso meteen een oplossing voor een harde brexit. “Producten die we nu uitvoeren naar het Verenigd Koninkrijk kunnen we straks daar produceren.” Verpakkingsmateriaal produceer je sowieso het best dicht bij je klant, legt Jan Dejonghe uit: “Bubbelfolie is lucht. Je moet zo dicht mogelijk bij de klant produceren om de transportkosten te beperken. Je bent niet competitief als je een vrachtwagen met bubbelfolie duizend kilometer moet laten rijden.”
Kansen in Europa
De overnamehonger van de Europese marktleider in beschermende verpakkingen is nog lang niet gestild. Al kijkt Jan Dejonghe alleen naar Europa. “Er zijn daar nog mogelijkheden. Ik denk aan Spanje, Portugal en de Baltische landen.” De topman plakt er geen timing op, maar hij ziet de omzet van Abriso de komende jaren via externe groei nog met 100 miljoen euro toenemen. “Dat zal natuurlijk van de schuld- en de terugverdiencapaciteit afhangen, we forceren dat niet. Vandaag bedraagt onze netto financiële schuld ongeveer drie keer de operationele cashflow, dat is acceptabel”, duidt Dejonghe.
Door de onzekerheid over de brexit en de handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China lopen de bestellingen sinds juni wat trager binnen. “Die spanningen leiden tot onzekerheid. De autosector is ook een belangrijke sector voor ons en daar moeten we afwachten hoe de markt zal evolueren. Het was vorig jaar drukker, maar het is nog niet dramatisch”, zegt Jan Dejonghe.
De grondstoffenprijzen zijn wat gestabiliseerd. “Die moeten we ondergaan. We zijn afhankelijk van de olieprijs en van de wet van vraag en aanbod. Met de overname van Airpack kunnen we onze volumes samenbrengen en onze aankoopkracht vergroten. Dat moet betere prijzen opleveren”, verwacht Dejonghe. “We zullen de klanten ook sneller kunnen bedienen omdat we onze transporten kunnen optimaliseren.”
Plastic soep in de oceaan
Kennis is een ander voordeel dat Abriso uit de overname haalt. De directeurs van de vestigingen hebben al samen samengezeten in de hoofdzetel in Anzegem om synergievoordelen te realiseren en nieuwe producten uit te denken. “We brengen onze expertise samen om betere producten te ontwikkelen. Airpack heeft meer kennis in huis omdat het al veel langer bestaat dan Abriso”, stelt Dejonghe.
Een van de prioriteiten voor de productontwikkelaars van Abriso wordt het duurzaamheidsvraagstuk waar de plasticsector mee worstelt. “Plastic heeft een negatieve connotatie, maar die is onterecht. De ecologische voetafdruk van veel plastics is kleiner dan van veel alternatieven die nu naar voren worden geschoven. De vraag is of je de strijd tegen die negatieve perceptie kan winnen. Zelfs al heb je gelijk, je moet nog gelijk krijgen. Wij zoeken oplossingen in lichtere en dunnere materialen, minder plastic dus, of in plastic op basis van biologisch afbreekbare grondstoffen, zoals aardappelzetmeel”, legt Dejonghe uit.
Hij beseft dat de beelden van de plastic soep in de oceanen nefast zijn voor zijn sector. “Dan hebben we het over landen zoals China en India. Plastic is niet het probleem. Afval is het probleem. De afvalstromen moeten zo worden georganiseerd dat de kunststoffen worden verzameld, gesorteerd en gerecycleerd. Alle onze producten zijn recycleerbaar. Wij kunnen de cirkel sluiten, alleen ontbreken nog enkele schakels om al dat afval terug bij ons te krijgen. We bekijken nu met verschillende partijen hoe we die afvalstromen beter kunnen organiseren.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier