Isabelle Kocher (CEO Engie): ‘Eigen software maken is voor Engie van levensbelang’
Engie, een van ‘s werelds grootste energiebedrijven, werkt al een paar jaar aan een transformatie en heeft van hernieuwbare energie en digitalisering de speerpunten van zijn strategie gemaakt. Isabelle Kocher, algemeen directeur van Engie, licht de innovatiestrategie van de groep toe.
De massale overheidssubsidies hebben de trein op gang getrokken en investeringen in hernieuwbare energie aangemoedigd, waardoor ze minder duur zijn geworden, analyseert de Française, die in 2002 aan de slag ging bij Suez als hoofd van het departement strategie. Ze klom er op tot financieel directeur van GDF-Suez in 2011 en vorig jaar uiteindelijk tot CEO van het tot Engie herdoopte bedrijf. “Vandaag wordt de hernieuwbare-energietechnologie concurrentieel. In sommige regio’s blijkt hernieuwbare energie zelfs goedkoper”, zegt de CEO van Engie, dat een innovatieweek lanceert in de 70 landen waar het bedrijf actief is. Kocher ziet een energielandschap ontstaan dat in het Engels ‘3D’ wordt genoemd: decarbonised, decentralised en digitalised – koolstofarm, gedecentraliseerd en gedigitaliseerd.
Decentralisatie betekent dat we voortaan thuis energie kunnen produceren. Voor een energieproducent moet dat wel veel veranderen.
Kocher: “Die trend is voor onze business heel belangrijk. We denken inderdaad dat een groot deel van de energie zal worden geproduceerd op de plaats waar die wordt verbruikt, bij de mensen thuis. Studies voorspellen dat de helft van de verbruikte energie in situ zal worden geproduceerd. Uiteraard zullen er altijd nog wel grote centrales en grote netwerken zijn, maar er komen almaar meer kleine installaties met bijvoorbeeld een zonnepaneel, een accu en een microgrid. Dat brengt ons bij de derde ‘D’, die van digitalised. Die kleine systemen maken deel uit van een volkomen digitale wereld die gebruik zal maken van technologieën zoals het internet of things, databeheer, software en algoritmes.”
Dat brengt voor de energieactoren grote uitdagingen mee. Hoe ziet u Engie evolueren?
Kocher “In vergelijking met de andere spelers hebben wij zeer grote concurrentiële voordelen. Wij zijn de enige die al met één voet in de wereld van het ‘kleinschalige’ staat. De meeste energieproducenten zijn in de weer met grote infrastructuren, centrales, grote netwerken, iets wat wij ook doen. Maar zij hebben niet de middelen om gemakkelijk kleine installaties te ontwikkelen. Wij kunnen dat wel, omdat er van onze 150.000 medewerkers al 100.000 bezig zijn met dienstverlening. Zij zijn ter plaatse, en in de wereld van de kleine systemen moet je op het terrein zijn om die systemen te installeren, te onderhouden, te bedienen en vooral om de verwachtingen van de klanten te begrijpen en erop in te spelen.”
Niettemin ziet de concurrentie er vandaag totaal anders uit. U moet het opnemen tegen spelers uit de digitale sector, tegen start-ups. Is dat niet moeilijk voor zo’n grote groep?
Kocher “Het is een uitdaging van formaat. Onze strategie bestaat erin dat we volop inzetten op de activiteiten die we in die wereld al hebben. Andere activa zetten we in de etalage, wat ons heel wat middelen oplevert. We verkopen voor 15 miljard aan activa en dat geld investeren we opnieuw. Meer zelfs, want we zijn van plan in drie jaar tijd 22 miljard euro te investeren in drie metiers die de kern van onze transformatie uitmaken: hernieuwbare energie, gas en gedecentraliseerde infrastructuren. Dat zijn zaken die we al kennen. Het is dus absoluut geen sprong in het duister. Het potentieel dat daar ligt, moet de komende jaren onze groei verzekeren. Daarnaast investeren we gespreid over drie jaar nog eens 1,5 miljard euro in nieuwe energetische en digitale technologie. In waterstof bijvoorbeeld, een technologie die economisch gezien nog niet levensvatbaar is, maar wel zeer veelbelovend.”
Welke concrete impact heeft de digitalisering op uw bedrijf en op de sector waarin het actief is?
Kocher “Er is een link tussen de energiesector en de digitale wereld. Neem een flatgebouw. Dat heeft zonnepotentieel omdat het de hele dag blootgesteld is aan de zon. Om een volledig systeem te creëren moet je ook batterijen installeren en het geheel aansluiten op de lampen van het gebouw, op de datacenters, enzovoort. Alles moet voortdurend op elkaar worden afgestemd en om al die gegevens te beheren, heb je een krachtig internet of things nodig. Op die manier kom je te weten dat een lamp defect is, of dat je moet anticiperen op een consumptiepiek in de datacenters op het moment dat daar veel computers tegelijk op worden aangesloten. Bovendien heb je software nodig die dat automatisch beheert. Engie wil aan de wieg staan van die software. De kennis van Engie zit precies in het feit dat ons bedrijf een integrator is. Wij maken geen apparatuur, zonnepanelen of batterijen en zullen dat ook in de toekomst niet doen. Onze kennis bestaat erin dat wij complete systemen uitdenken en die integreren. Hetzelfde moet gebeuren in de gedecentraliseerde wereld en daarvoor is software dé hoeksteen. Als we dit aan iemand anders overlaten, laten we ons degraderen tot een tussenpersoon en is ons bedrijf niet langer de integrator. In dat geval worden we een leverancier van de anderen en dat zou gevaarlijk zijn. Software maken die precies aansluit bij de noden van de klant, is voor Engie van levensbelang.”
Hebt u daarom de afdeling Engie Digital in het leven geroepen?
Kocher “Klopt. Engie Digital is onze interne softwarefabriek. We hebben ons omringd met de beste spelers uit de sector, die samenwerken met onze interne experts. Voor cybersecurity zijn we in zee gegaan met Thales. Om de software te ontwerpen, hebben we gekozen voor Accenture en voor Fjord, een dochter van dat bedrijf. Enzovoort, enzovoort. Als onze teams software moeten schrijven, kloppen ze aan bij Engie Digital.”
Het is niet ondenkbaar dat particulieren die zelf energie produceren hun overschotten op een dag verkopen aan hun buren. Bereidt u zich voor op die evolutie?
Kocher “Wij werken aan dat model. We innoveren op twee manieren. Eerst is er de incrementele innovatie. Zo werken wij aan de toekomstige generatie zonnepanelen met Heliatek, een bedrijf waarin wij hebben geïnvesteerd. Dat ontwikkelt panelen die niet langer gebruikmaken van silicium, maar van organische moleculen. Dat resulteert in almaar transparantere folies die op de gevels van gebouwen kunnen worden bevestigd. We hebben er geïnstalleerd op de gevel van ons onderzoekscentrum Engie Laborelec. Onze andere benadering van innovatie vertrekt vanuit de noden van de klanten. De situatie die u schetst, valt daaronder. Wij spreken van energy communities. Geen onmogelijk scenario, al blijven er nog heel wat vragen. Hoe zal zo’n community worden beheerd? Welk betaalmiddel zal men gebruiken?”
Voor Engie Digital bent u in zee gegaan met grote groepen, maar u zoekt ook toenadering tot start-ups. In welke mate is dit belangrijk voor een reus als Engie?
Kocher “Heel belangrijk. Het komt er uiteraard op aan dat alles op een verstandige manier te koppelen aan de slagkracht van een groot bedrijf. Een bedrijf dat de middelen en de mogelijkheden heeft om de uitvindingen van start-ups draagwijdte te geven. Wij kunnen hen toegang geven tot onze klantenportefeuille, tot nieuwe markten. Het is dus zoeken naar het juiste huwelijk. Wij gaan een partnership aan, nemen een financiële participatie volgens een durfkapitaalmodel, of we nemen het bedrijf over. Wij werken met alle modellen.”
Hoe zit het met de wedloop op de eenhoorns, start-ups die worden gewaardeerd op 1 miljard dollar, die u naar eigen zeggen wil doen opstaan?
Kocher “We zitten pas in de beginfase, maar ik word nu al gewaar dat er in sommige domeinen – waterstof bijvoorbeeld – heel veel potentieel kan zitten. Net als in de groene mobiliteit. Transport is nog altijd voor 90 procent een zaak van aardolie en haar derivaten. Dat is een enorme markt en je moet daarvoor de geschikte businessmodellen ontwikkelen. Via EV-Box, een Nederlands bedrijf dat wij hebben overgenomen, zijn wij het nummer 1 van de elektrische oplaadpunten voor lichte voertuigen, met nu al 55.000 oplaadpunten en een zeer ambitieus groeiplan. Dus ja, er zijn unicorns in aantocht. Aan ons om de juiste businessmodellen te vinden.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier