Is dit de definitieve doorbraak van de Belgische techscene?

Jürgen Ingels. "De overheid moet beseffen dat er een nieuw elan is, met nieuwe bedrijven."
Benny Debruyne
Benny Debruyne Redacteur van Trends

“De Belgische tech is aan het ontploffen”, zegt Matthias Geeroms, een van de oprichters van Lighthouse op Trends.be. Vorige week was een topweek. De Gentse specialist in hotelmanagementsoftware liet een kapitaalronde van 370 miljoen dollar noteren en werd de vijfde Belgische unicorn. Een andere eenhoorn, het Waals-Brabantse managementsoftwarebedrijf Odoo, maakte bekend dat enkele prestigieuze Amerikaanse fondsen voor een half miljard euro aandelen overkopen. Odoo is nu 5 miljard euro waard. “Het is tijd om onze cijfers serieus te nemen.”

Het is heel goed nieuws, maar om van een echte doorbraak van de Belgische techscene te gewagen is het nog net iets te vroeg. Vorige week verscheen ook de tiende editie van The State of European Tech, het jaarlijkse rapport van het Europese durfkapitaalfonds Atomico, dat een stand van zaken van de Europese techscene opmaakt. Een interessante statistiek is het aantal techeenhoorns per miljoen inwoners in 2024. Een unicorn is een jong niet-beursgenoteerd techbedrijf dat meer dan 1 miljard dollar waard is. De top vijf van die lijst bestaat uit Estland, Luxemburg, Noorwegen, Zwitserland en Zweden. Die landen hebben 2,5 of meer unicorns per miljoen inwoners – Estland zelfs meer dan 4 per miljoen. België staat pas op de achttiende plaats, met minder dan 0,5 unicorns per miljoen. Eén unicorn per miljoen inwoners is een gezond streefdoel.

Meer ambitie

“Op dit moment gebeurt er wel een versnelling”, zegt Louis Jonckheere, medeoprichter van het Gentse verkoopenablingbedrijf Showpad en nu CEO van de Gentse techhub Wintercircus. “Ik vergelijk het met een sneeuwbal die steeds sneller gaat rollen. Je ziet op dit moment een versnelling van de ambitie en van de kwaliteit bij de scale-ups in vergelijking met tien à vijftien jaar geleden. Ik begrijp Matthias dus wel wanneer hij zegt dat het aan het ontploffen is. Ik sluit ook niet uit dat er de komende twaalf maanden nog een unicorn bij komt.”

Opvallend is dat Gent met Lighthouse zijn derde unicorn telt, naast team.blue en Deliverect. Voor een stad van 270.000 inwoners is dat op Europees niveau een straffe prestatie, die wijst op de kwaliteit, breedte en maturiteit van het ecosysteem. Ondernemers die al eens een techbedrijf met succes hebben verkocht, groeien doorgaans veel sneller wanneer ze een tweede bedrijf oprichten. Ze kennen het klappen van de zweep. “Dan kan het heel snel gaan”, zegt Louis Jonckheere.

Gent

Het Gentse foodtechbedrijf Deliverect bijvoorbeeld groeide in een recordtijd naar een unicornstatus, het ook al Gentse Henchman groeide eerder dit jaar in ijltempo naar een succesvolle exit van 160 miljoen dollar. Het zijn twee voorbeelden van techbedrijven van second time founders. Inmiddels bouwen weer nieuwe Gentse ondernemers aan een techbedrijf.

“Je voelt dat ondernemers nu meer ambitie hebben dan tien jaar geleden”, zegt Louis Jonckheere. “Toen wij met Showpad destijds in een grote ronde 50 miljoen dollar ophaalden, was dat nooit gezien in België. Nu zie je dat niveau veel vaker. Gent begint stilaan een toptienregio in Europa te worden als je kijkt naar het opgehaalde kapitaal en de waardering van de bedrijven. Wel moeten scale-ups nog altijd naar het buitenland als ze meer dan 10 à 20 miljoen euro willen ophalen. Daar kan de overheid een belangrijke rol spelen. Denk aan het Franse overheidsfonds Bpifrance dat strategisch investeert in bijna alle Franse unicorns.”

De overheid

Jürgen Ingels, medeoprichter en managing partner van het risicokapitaalfonds SmartFin en investeerder in start-ups en scale-ups, vindt het nieuws van vorige week fantastisch. Maar ‘de grote doorbraak’ wil hij het niet noemen. Hij hamert erop dat de successen het resultaat zijn van de investeringen van ondernemers in de afgelopen tien jaar, niet van een structureel overheidsbeleid.

“Er zijn nog niet zoveel Belgische techbedrijven die voor meer dan 250 miljoen euro verkocht zijn. Dat lukte Clear2Pay (waar Jürgen Ingels medeoprichter van was, nvdr) in 2014 en daarna moesten we bijna tien jaar wachten op Silverfin”, zegt Jürgen Ingels. “Dat is minder dan de rest van Europa. Landen als Zweden en Estland doen het beter dan wij. Je hebt twee manieren om een ecosysteem op te zetten. De eerste is via ondernemers die hun bedrijf verkopen en dat geld opnieuw investeren in andere techbedrijven. De tweede manier is dat de overheid een wetgevend kader en allerlei mechanismen in het leven roept. Frankrijk heeft dat gedaan. Ondernemers kunnen dat volgens mij beter dan de overheid. Dat is ook de reden waarom een meerwaardebelasting van 20 à 30 procent op de verkoop geen goed idee is. Ondernemers investeren net dat geld weer, met een hoog risico.”

Zowel Ingels als Jonckheere pleit ervoor dat de overheid jonge techbedrijven eindelijk serieus neemt. “De overheid moet beseffen dat er een nieuw elan is, met nieuwe bedrijven”, zegt Ingels. “Ik vind het uiteraard belangrijk dat onze industrie wordt ondersteund, maar ook onze techbedrijven verdienen ondersteuning. Dat kan door meer plekken als het Wintercircus te helpen opzetten, techfestivals te ondersteunen of te zorgen voor onderwijs waarin mensen beter kunnen excelleren.”

Louis Jonckheere is het met Ingels eens: “De overheid kan helpen met een betere infrastructuur, een betere regelgeving en aangepaste financiering – bijvoorbeeld door het investeringsfonds FPIM beter in te zetten. In België wordt innovatie bijna altijd gelijkgesteld met innovatie in grote bedrijven, maar het is tijd dat de overheid ook onze cijfers serieus neemt.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content