Is Belfius wel klaar om van de beursintroductie een succes te maken?
Alles is in gereedheid gebracht voor de beursgang van Belfius. Het is wachten op een groen licht van de overheid. Maar is Belfius wel klaar om van de beursintroductie een succes te maken?
Het prospectus is bijna af en de afspraken voor roadshows in de tweede helft van april zijn gemaakt. CEO Marc Raisière is al druk bezig zijn speeches voor internationale beleggers aan het repeteren. “De CEO is echt gebeten om van de beursgang een succes te maken”, zegt een goede bron.
Om van een beursintroductie van Belfius een succes te maken, moet aan minstens vier voorwaarden voldaan zijn.
1. Goede resultaten
Opdracht geslaagd. Belfius boekte vorig jaar 606 miljoen euro winst, 13 procent meer dan de 535 miljoen euro van 2016. Eigenlijk was de winststijging groter. Het eenmalige effect van de hervorming van de vennootschapsbelasting drukte de winst met 105 miljoen euro. Zonder dat effect was de winst met 33 procent gestegen, tot 711 miljoen euro.
De voorbije jaren realiseerde Belfius een indrukwekkende ommekeer. In maart 2012 boekte de bank nog 1,37 miljard euro verlies. De Belgische overheid had enkele maanden eerder 4 miljard euro op tafel gelegd voor de voormalige Dexia Bank België.
Eind 2014, toen de regering-Michel werd ingezworen, lanceerde de nieuwe minister van Financiën, Johan Van Overtveldt, meteen het idee de bank te verkopen. Maar Belfius was daar toen helemaal niet klaar voor. De bank moest nog de erfenisportefeuille van Dexia afbouwen en fors besparen om de rendabiliteit tot een aanvaardbaar niveau op te krikken.
Anno 2018 is Belfius daar met brio in geslaagd. Het eigen vermogen, dat in 2011 nog maar 3,3 miljard euro bedroeg, is gestegen tot 9,5 miljard euro. Dat gebeurde onder meer door de winsten in de periode 2012-2015 volledig te incorporeren. Pas sinds 2016 keert Belfius een dividend uit, dat de federale begroting spekt. Omdat de overheid bij een beursgang inkomsten dreigt te verliezen, besliste Belfius vorige maand zijn winstuitkeringsratio op te trekken van 40 tot 60 procent.
2. Een goed verhaal
De riante dividenduitkering zal zeker deel uitmaken van het verhaal dat beleggers warm moet maken om aandelen Belfius te kopen. Met een rendement op eigen vermogen van amper 7 procent is Belfius niet de winstmachine die KBC (17%) bijvoorbeeld wel is. Belfius zal dat trachten te compenseren door zijn voorzichtige risicoprofiel en de hoge winstuitkering te benadrukken.
Een ander minpunt voor Belfius is dat de staatsbank enkel in België actief is. Terwijl andere beursgenoteerde grootbanken als KBC en ING kunnen meegroeien met buitenlandse economieën, heeft Belfius geen reële groeiperspectieven buiten de landsgrenzen. En de Belgische markt is sowieso verzadigd.
Belfius zal wellicht vooral zijn groei-ambities in verzekeringen naar voren schuiven. Amper een op de tien bankklanten van Belfius neemt een verzekeringsproduct af. Daar wil de groep iets aan doen door de bank en het verzekeringsbedrijf nauwer te doen samenwerken. Dat moet leiden tot meer cross-selling en dus ook meer inkomsten uit verzekeringsproducten.
CEO Marc Raisière, zelf een verzekeraar met een verleden bij AXA, heeft er nooit een geheim van gemaakt dat hij in verzekeringen ook via overnames wil groeien. Ethias draagt nog altijd zijn voorkeur weg, maar die maatschappij lijkt op korte termijn niet te koop. “Hoe dan ook, als Belfius zijn beleggers ook na 2020 gelukkig wil houden, zal het een of meerdere acquisities moeten doen”, zegt een financieel analist.
In zijn bankactiviteit ziet Belfius vooral groeimogelijkheden in private en corporate banking. Private banking slorpt weinig kapitaal op en genereert fee- en commissie-inkomsten. De link met corporate banking is snel gelegd: ondernemers die een krediet afsluiten bij Belfius worden aangesproken om ook hun vermogen door de bank te laten beheren. Beide activiteiten maken Belfius minder afhankelijk van zijn traditionele dienstverlening aan de publieke sector.
Ten slotte wil de bank vooroplopen in de digitalisering. Ze investeert fors in IT en mobiele applicaties. De bedoeling is de ontwikkelde technologie ook aan te bieden aan derde partijen, die op zoek zijn naar goede digitale bancaire toepassingen. Naar verluidt stond de bank vorig jaar op het punt een belangrijk contract te sluiten met een Franse telecomoperator die de Belfius-technologie wilde kopen. Maar die deal zou op het laatste moment afgesprongen zijn.
3. Een gunstig beursklimaat
Het beursklimaat was vorig jaar uitstekend, dit jaar lijkt er iets meer volatiliteit te zijn. De financiële markten maken zich steeds meer zorgen over de voornemens van de centrale banken hun monetair beleid te verstrakken. Als minder geld naar de markten stroomt, kan dat de koersen onder druk zetten. Enige urgentie met de beursgang van Belfius is dus op zijn plaats. Idealiter staat de naam van de bank in juni op het koersbord. Dan moet de overheid wel uiterlijk midden maart het licht op groen zetten.
Bij Belfius is intern alles in gereedheid gebracht. Het prospectus heet zo goed als klaar te zijn. De planning voor de roadshows in de tweede helft van april is gemaakt. Over praktische zaken zijn de knopen doorgehakt. Zo zal een tranche van 10 procent voor particuliere beleggers gereserveerd worden. De bank, die nu nog halfjaarlijks rapporteert, zal overschakelen op de kwartaalpublicatie van resultaten. Niet omdat ze dat een goed idee vindt, luidt het binnenskamers, maar omdat de markt het wil.
4. Geen potentiële problemen meer
Als bedrijf naar de beurs gaat, mag er niet de minste negatieve perceptie zijn. Alle potentiële problemen moeten daarom geregeld zijn. Dat is de les uit de case van ABN AMRO, dat de Nederlandse overheid in 2015 naar de beurs bracht. In de aanloop naar de beursintroductie ruimde de toenmalige CEO Gerrit Zalm in sneltempo enkele ‘hoofdpijndossiers’ op. Zo regelde hij een dispuut met de woningcorporatie Vestia, aan wie de bank rentederivaten verkocht had, die nadien nadelig waren uitgevallen voor de klant.
Zalm zei daarover het volgende in Trends: “Je kunt naar de beurs gaan met een grote claim boven je hoofd, maar dat beïnvloedt natuurlijk wel de waarde. Beleggers vinden onzekerheid niet prettig. Als je die onzekerheid kunt wegnemen, ook al kost het wat, is dat gunstig.”
Daar wringt bij Belfius het schoentje. Het dossier van de Arco-coöperanten dreigt de bank zuur op te breken. Die klanten kochten Arco-deelbewijzen in de overtuiging dat het om een veilig spaarproduct ging. In realiteit waren ze aandeelhouder van Dexia, een groep die midden de jaren 2000 uitgroeide tot “het grootste hefboomfonds ter wereld”, zoals voormalig bestuursvoorzitter Jean-Luc Dehaene het stelde.
De politici beloofden de coöperanten een overheidswaarborg, maar Europa schoot die oplossing af. Sinds de val van Dexia hebben verschillende premiers en ministers van Financiën verklaard dat er een vergoeding zou komen, maar de facto liet men het dossier aanslepen, waardoor het verziekte tot een schabouwelijk politiek schouwspel.
Belfius hield zich altijd afzijdig in het debat. De bank hanteerde de stelling dat de overheid beloftes gedaan had en dat de bal dus niet in haar kamp lag. “De staat kan bij de beursgang makkelijk 2 miljard krijgen. Als ze daarvan een deel wil gebruiken om de Arco-coöperanten te vergoeden, dan staat haar dat vrij”, vertolkt een Belfius-bankier de visie van de bank.
Volgens Erik Bomans, partner van Deminor, is die visie niet langer houdbaar. “Als er geen oplossing komt voor de coöperanten en Belfius wil naar de beurs, dan wordt Arco ook het probleem van Belfius”, verklaarde hij dit weekend in De Standaard. Bomans wijst erop dat nog altijd 400.000 Arco-coöperanten klant zijn bij Belfius en samen 20 miljard euro hebben uitstaan bij de bank. Deminor, dat de belangen van een aantal Arco-coöperanten verdedigt, heeft zowel Belfius als de Belgische staat gedagvaard.
Veel waarnemers zijn het erover eens dat de politieke aanpak verkeerd is. Door geld van de beursgang te gebruiken om de coöperanten te vergoeden moet de Belgische overheid rekenen op de goedkeuring van Europa. Dat dossier had al veel vroeger en beter geregeld kunnen zijn, indien Belfius een minnelijke schikking met de coöperanten had gesloten wegens misleidende verkoop. Nu dreigt de Belgische staat een pak miljoenen minder te kunnen verzilveren als ze het licht op groen zet zonder dat de Arco-claim geregeld is.
Hoeveel is Belfius waard?
In principe kan de overheid tot 49 procent van Belfius verkopen. De verwachting is dat in een eerste fase 25 tot 30 procent van de aandelen naar de beurs gebracht wordt. Dat moet de operatie behapbaar maken voor investeerders. Waarnemers gaan ervan uit dat dat de overheid minstens 2 miljard euro oplevert.
Om te bepalen hoeveel Belfius waard is, kunnen we de klassieke parameters voor de waardering van een financiële instelling gebruiken. Een van de belangrijkste is het eigen vermogen van de bank, dat overeenstemt met de boekwaarde. Een normale waardering is dat een bank één keer het eigen vermogen waard is. Als de prestaties en de vooruitzichten buitengewoon goed zijn, kan die waardering oplopen tot 1,2 keer het eigen vermogen. Potentiële verliezen of problemen worden dan weer afgetrokken van het eigen vermogen. Belfius had vorig jaar een eigen vermogen van 9,5 miljard euro, maar de groeivooruitzichten zijn beperkt en investeerders zullen de Arco-claim veiligheidshalve voor de volledige waarde (1,6 miljard euro) verrekenen in de waardering.
Een tweede parameter is de winst. De meeste, normaal presterende bankaandelen noteren momenteel tegen 10 tot 12 keer de nettowinst. Voor Belfius zou dat neerkomen op een waardering tussen 7 en 8 miljard euro. Maar bij een beursintroductie worden aandelen doorgaans tegen een korting op de reële waarde aangeboden. Zo niet kom je terecht in situaties zoals die van Balta, dat duur naar de beurs ging en waar beleggers zich bekocht voelen. Dat kan de Belgische overheid zich moeilijk permitteren.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
Belfius Bank
-
Maatschappelijke zetel:
Brussel
-
Sector:
Banken