Interview met Deceuninck-baas Francis Van Eeckhout: ‘Waar doe ik het allemaal nog voor, denk ik soms’

Francis Van Eeckhout.
Francis Van Eeckhout. © Franky Verdickt
Bert Lauwers
Bert Lauwers redacteur bij Trends

Francis Van Eeckhout heeft een nieuwe CEO gestrikt voor de pvc-raamprofielenproducent Deceuninck. Maar dat volstaat voor de flamboyante West-Vlaming niet om de bekommernissen te doen verdwijnen. “Ik voel me als ondernemer een dinosaurus”, klinkt het.

Met Stefaan Haspeslagh, de vroegere rechterhand van Luc Tack bij Picanol en Tessenderlo Group, heeft Francis Van Eeckhout een topper binnengehaald als nieuwe CEO. “Ik denk dat de klik er is. Stefaan is no-nonsense, ik ben no-nonsense, en hij is meer een manager dan ik. Ik denk dat de nodige complementariteit er is”, stelt Van Eeckhout, de hoofdaandeelhouder en uitvoerend voorzitter van Deceuninck.

Begin dit jaar brak de Roeselarenaar abrupt met CEO Bruno Humblet, waardoor hij noodgedwongen zelf ad interim moest inspringen als CEO. Maar zodra Haspeslagh deze zomer volledig is ingewerkt, kan Van Eeckhout zich opnieuw focussen op wat hij zelf omschrijft als zijn favoriete speeltuin, de recyclageactiviteiten en de aluminiumdivisie van Deceuninck, en op zijn succesvolle Gentse cementfabriek Cemminerals. Er zal ook tijd zijn voor de sportieve hobby’s. Als u dit leest, maakt de 55-jarige Van Eeckhout zich op voor een fietstocht door de Vlaamse Ardennen, inclusief drie keer de loodzware Koppenberg. Het is het gevolg van een weddenschap over wereldkampioen Mathieu van der Poel, het boegbeeld van de wielerploeg waarvan Deceuninck een hoofdsponsor is.

Maar dat het leiderschap bij Deceuninck geregeld is, betekent hoegenaamd niet dat Van Eeckhout verlost is van de muizenissen in zijn hoofd. Af en toe bekruipt hem zelfs moedeloosheid als ondernemer en manager, blijkt in een exclusief interview.

Eerst over uw CEO-wissel. In uw eerste interview met Bruno Humblet in Trends in oktober 2021 zei u dat de mayonaise pakte. Die mayonaise is sneller dan verwacht zuur geworden?

FRANCIS VAN EECKHOUT. “Bruno is waarschijnlijk boos op mij. Ik kan dat ook begrijpen. Maar ik ben vooral boos op mezelf dat ik het niet vroeger heb zien aankomen. Leden van de raad van bestuur hebben mij de ogen geopend.”

Wat ging dan niet?

VAN EECKHOUT. “We hebben gezegd dat we niet gingen communiceren. Laat me het erop houden dat de uitvoering van de strategie in sommige domeinen niet werd gerespecteerd. Maar op menselijk gebied is er geen enkel negatief woord te noteren over Bruno.”

Zeven jaar geleden zei u dat u 10 procent van het opkuiswerk bij Deceuninck had gedaan. Hoeveel nu?

VAN EECKHOUT. “30 procent. De bouw is een trage sector en het is lastiger dan gedacht, ook door covid, en het feit dat we hebben moeten ingrijpen met onze CEO. We hebben te veel kleine entiteiten en we zijn soms te flexibel naar de klant toe. Je hebt trouwens nooit gedaan met opkuisen.”

‘Ik denk dat ik de juiste analyses maak over de problemen van Deceuninck. Maar ik krijg ze niet genoeg uitgevoerd’

Wat moet nu vooral gebeuren?

VAN EECKHOUT. “Het klinkt misschien heel dikkenekkerig, maar ik denk dat ik de juiste analyses maak over de problemen van Deceuninck. Maar ik krijg ze niet genoeg uitgevoerd. Hopelijk kan Stefaan wel de schwung erin krijgen. Zo denk ik dat we gedisciplineerder moeten zijn. Ik kom over als een keiharde, brute, norse West-Vlaming, maar ze mispakken zich wat aan mijn façade. Ik geef te veel vrijheid aan mensen. Ik ben, denk ik, een goeie ondernemer, maar als manager ben ik misschien te braaf. Al is de rebitda (recurrente bedrijfskasstroom, nvdr) 2,5 keer groter maken in zeven jaar al niet slecht.”

U bent al lang gefrustreerd over de evolutie van de aandelenkoers.

VAN EECKHOUT. “Het potentieel van Deceuninck is enorm. Zo denk ik dat we nog serieus kunnen groeien in Amerika. Onze klanten zijn erg trouw, en Deceuninck heeft een heel sterke reputatie. Maar Turkije wordt zeer slecht gepercipieerd en wij zijn inderdaad misschien te afhankelijk van dat land. Maar dan kun je bijvoorbeeld evengoed stellen dat KBC te afhankelijk is van Vlaanderen en Lotus te afhankelijk van speculoos… Het is frustrerend dat ik, hoe hard ik ook werk aan Deceuninck, moet zeggen ‘ik heb nu weer een jaar mijn botten afgedraaid en dat wordt niet erkend’. De beurskoers weerspiegelt namelijk ook de erkentenis van je product en je bedrijf. En toegegeven, ergens doe je het ook voor je ego. Een CEO zonder ego is geen CEO. Iemand die zegt dat hij of zij een CEO is zonder ego, is een slons, een natte dweil” (grijnst).

U hebt een belang van bijna 30 procent in Deceuninck. Speelt de gedachte om het van de beurs te halen?

VAN EECKHOUT. “Ik ontken niet dat ik er regelmatig over nadenk. Al zou ik dan liever eerst betere cijfers hebben, want ik beschouw mijn parcours nog niet als geslaagd. Deceuninck is een moeilijk bedrijf en een bedrijf dat het lastig heeft gehad recht krijgen, is heel zwaar. Nu, het kan dat ik daar over twintig jaar nog over praat. Laat ons zeggen dat externe partijen, bankiers, advocaten en private equity, mij daarin meer wakker schudden dan dat ik er zelf wakker van lig.”

In 2011 verkocht u samen met uw broer de door uw grootvader opgerichte familiale beton- en cementgroep VVM, maar u hebt dat altijd betreurd. U bent later opnieuw in de cementbusiness gestapt, en die draait goed.

VAN EECKHOUT. “Zo is dat. Ook dat klinkt misschien wat dikkenekkerig, maar dat geeft mij een boost, zo van ‘ik kan het dan toch!’”

Cement zit meer in het bloed dan pvc?

VAN EECKHOUT. “Dat klopt. Cement begrijp ik volledig. Da’s eenvoudig, en ik verdien er meer dan met Deceuninck. Ik begrijp nog altijd maar 80 à 85 procent van pvc. Dat is mijn zwakte. Er zijn in pvc zes grote Europese spelers, vijf Duitse en Deceuninck. We noemen onszelf de Champions League. Maar bij die Duitsers zijn dat de zonen of kleinzonen van de oprichter. Die zijn in pvc geboren, zoals ik in cement ben geboren.”

Deceuninck speelt nu ook in op de aluminiummarkt.

VAN EECKHOUT. “Aluminium is heel wat gemakkelijker als businessmodel dan pvc. De Duitse concurrenten hebben ook allemaal een aluminiumdivisie.”

Reynaers Group is daarin sterk. Kan een samenwerking?

VAN EECKHOUT. “Reynaers is een zeer respectabel bedrijf, maar ik heb er al lang geen contact meer mee gehad. Wat zou een fusie ons opbrengen? Er zou niks van besparing zijn. Je kunt een raad van bestuur uitsparen, ja (lacht). Maar het is een totaal ander businessmodel.”

U was heel recent nog in Turkije, waar Deceuninck een fabriek heeft nabij de stad Izmir.

VAN EECKHOUT. “Ik ben zot van Turkije. Het glas is er halfvol. Alles kan, terwijl het in Europa is van ‘ik mag niet, ik kan niet, ik wil niet’. Europa is het continent van de ondergaande zon. We leven allemaal op de poef. Ik maak me echt zorgen, over Europa, België, Vlaanderen. Er is geen financiële discipline meer. Als wij als ondernemer het bedrijf zouden leiden zoals politici Europa of ons land, zijn we failliet. Na die trip naar Turkije waren mijn batterijen weer opgeladen. Je ziet daar de mogelijkheden. Net daarom ben ik zo boos over Europa. Ik ben zeer pessimistisch over Europa. We hebben niet meer de attitude van vooruit te willen, zoals China dat almaar doorgaat. We zijn softies.”

Hoe ervaart u als ondernemer het economische en politieke landschap in ons land?

VAN EECKHOUT. “Er is geen respect meer voor een ondernemer. Tewerkstellen is hier blijkbaar een plicht. Maar als er op tv over ondernemers wordt gesproken, is het alsof ze zakkenvullers zijn, of is het wanneer iemand de wetten van brandveiligheid of sociale zekerheid heeft overtreden. Maar iemand die dertig jaar met zijn bedrijf voor tewerkstelling heeft gezorgd, gaat mee in dat bad. Het leven van bepaalde ondernemers wordt in de media uitvergroot tot sensatie. Mensen denken daardoor dat we allemaal zo zijn, dat we slechts occasioneel werken of continu golfen en een uiterst luxueus leven leiden.

“Ik zie ook geen dankbaarheid om mensen tewerk te stellen, en voor inkomens te zorgen. Je krijgt als ondernemer eerder een schop onder je achterste. Dat vind ik verschrikkelijk. Als ik onze vestiging in Turkije bezoek, en ik daar ‘bedankt’ zeg, zeggen zij ‘bedankt dat ik voor u mag werken’. Ik heb dat in mijn carrière van 30 à 35 jaar hier nog nooit te horen gekregen. Dus waarom zou ik Deceuninck helemaal overnemen? Stel dat ik dat doe, wat dan?”

‘Ik ontken niet dat ik er regelmatig over denk Deceuninck van de beurs te halen. Al zou ik dan liever eerst betere cijfers hebben, want ik beschouw mijn parcours nog niet als geslaagd’

Tonen ook politici een gebrek aan respect?

VAN EECKHOUT. “Ik erger me enorm aan die zogenaamde miljonairstaks. Die gaat er ongetwijfeld komen, maar is zeer populistisch. Dat gaat over geld dat al zwaar belast werd. We hebben in België een cultuur gecreëerd waarin vrijuit wordt gezegd dat de rijken moeten worden aangepakt, dat het dieven zijn. Akkoord dat we mensen die het niet meer aankunnen, moeten beschermen, maar dan moeten hun aspiraties misschien ook minder groot zijn. Dan moeten die misschien niet die grote reis maken. We vinden het normaal dat iedereen alles heeft.”

Heeft de Vivaldi-regering u als ondernemer andere beslissingen doen nemen?

VAN EECKHOUT. “Toen ik twaalf of dertien jaar geleden ons cementbedrijf VVM verkocht had, hebben mijn vrouw en ik ernstig overwogen om te verhuizen. Naar Zwitserland of Canada. Maar de sociale kosten waren hoger dan de fiscale kosten. Ik bedoel, ik kan niet zomaar op zaterdag even met mijn fietsvrienden gaan fietsen in Zwitserland of Canada, of mijn verse boterkoeken zondagmorgen in Canada krijgen. Die dingen.”

Denkt u daar nog soms aan?

VAN EECKHOUT. “Misschien is mijn mond groter dan mijn hart of mijn verstand. Ik babbel er veel over. Ik ben namelijk bang dat Europa en België verder verzwakken. Ik zie nauwelijks politici die ons wegwijs maken, durven te zeggen waar het op aankomt. Ze geven allemaal cadeautjes, terwijl mensen volgens mij snakken naar een sterke leider.”

Hebt u ook al overwogen om uit Deceuninck te stappen?

VAN EECKHOUT. “Ja. En ik ben niet alleen. Er zijn er al veel die verkocht hebben. Ik schat dat slechts de helft van mijn vrienden nog werkt. En waarom? Tewerkstellen is soms geen plezier meer, en dat doet veel pijn. Rondom mij sterven mensen, ook van mijn leeftijd. Dan denk ik soms ‘ben ik dom om zo door te gaan?’ Maar ik amuseer mij, ik werk graag. Dat is misschien mijn dommigheid, mijn verslaving. Moet je dan gaan skiën? Moet je dan op je fiets zitten, golfen of op het strand liggen? Dan denk ik ook ‘waar gaan we naartoe als iedereen zijn bedrijf begint te verkopen?’ Al ben ik mij beginnen te realiseren dat ik een dinosaurus ben. Enfin, ik ben van een serie waarvoor niet veel wisselstukken meer zijn (lacht). Maar ik wil het nog proberen, en ik wil onze kinderen die gedrevenheid meegeven.”

Er zitten duidelijk veel muizenissen in het hoofd.

VAN EECKHOUT. “Er is soms die moedeloosheid van ‘voor wie en voor wat doe ik het nog?’ Eén van de redenen dat ik eerder al gestopt was als CEO is dat ik het mee naar huis nam en dat woog op de sfeer. Als ik Deceuninck had opgericht, zou ik zelf misschien nog CEO zijn, omdat ik dan met het bedrijf zou zijn meegegroeid. Maar iedere dag sta ik op en ga ik weer door. Dat is dus dat dinosaurusgehalte in ondernemers zoals ik.”

Lees verder onder de foto

Francis Van Eeckhout (Copyright: Franky Verdickt)

U bent vermogend, mede dankzij uw belang in Lotus Bakeries (Van Eeckhout is gehuwd met Benedikte Boone, de dochter van de vroegere Lotus-CEO Karel Boone). U hebt onlangs nog voor ruim 13 miljoen euro aandelen verkocht.

VAN EECKHOUT. “Dat geeft mij ruimte om wat te doen in private equity. De koers van Lotus staat ook hoog, maar of dat blijft? Dat weet je niet. Maar voor het geld doe ik het al lang niet meer. Ik heb trouwens geen dure levensstijl, geen dure hobby’s. Ik heb geen oldtimers of zeilboot. Wij zijn mensen met weinig noden.”

Beschouwt u Deceuninck intussen als een familiebedrijf?

VAN EECKHOUT. “Ja. We bespreken bepaalde dingen met het gezin, en ik beschouw het als familiaal patrimonium. Ik heb al eens lachend gezegd op een receptie bij Deceuninck dat we de naam zouden veranderen in Van Eeckhout Profiles. Toen was er wel even paniek (lacht). Serieus, wat bereik je daarmee? Er is geen band meer met de familie, maar het is niet verstandig om je bedrijf naar je eigen familienaam te laten noemen.”

U hebt drie kinderen, 28, 26 en 23 jaar oud. Zijn ze actief in Deceuninck?

VAN EECKHOUT. “Nee. De ene werkt bij Heinz, de tweede bij het onlangs overgenomen hondenvoedingbedrijf Edgard & Cooper, en de jongste heeft net een stage bij Kinepolis beëindigd. Ik ga het ook niet vragen. Ik heb vrienden die dat wel doen. Dat vind ik totaal verkeerd. Zij moeten het mij vragen. Nu, als het er niet van komt, zal ik misschien wel diep in mijn hart wat ontgoocheld zijn.”

‘Ik ben zot van Turkije. Het glas is er halfvol. Alles kan, terwijl het in Europa is van ‘ik mag niet, ik kan niet, ik wil niet’’

Deceuninck was jarenlang sponsor van de wielerploeg van Patrick Lefevere. Bent u opgestapt, of aan de deur gezet?

VAN EECKHOUT. “Aan de deur gezet. Dat deed pijn. En dat terwijl ik Patrick gered heb in 2018, toen hij geen sponsor vond. We hebben toen een contract getekend, waarbij ik het recht had om uiteindelijk alleen sponsor te worden. Eind 2020 zijn we gaan eten met Patrick en Quick-Step, en de hand geschud dat we volop voor Remco Evenepoel zouden gaan en mikken op de gele trui in de Tour van 2025. Maanden later meldt hij mij plots dat Quick-Step een andere co-sponsor had gevonden. Nadien kwam hij op kousenvoeten terug, maar kon ik niet meer de hoofdsponsor zijn.”

In een interview met Vic Swerts en Dirk Coorevits van Soudal, dat nadien sponsor werd van Lefevere, klonk het dat u waarschijnlijk spijt had dat u niet gedaan heeft wat Patrick vroeg.

VAN EECKHOUT. “Ik heb hen daarover aangesproken, en Coorevits heeft zich geëxcuseerd. Wat ik het ergste vond, was dat Quick-Step zijn woord hadden gebroken. Ik ben daar zes maanden tot een jaar niet goed van geweest, maar ben er nu over.”

Blijft u sponsor van de ploeg met Van der Poel?

VAN EECKHOUT. “Ik weet het echt nog niet. We hebben nog een contract tot eind volgend jaar. De nieuwe CEO beslist. We verwittigen de ploeg in september of oktober of we voortdoen.”

Maar het smaakt naar meer?

VAN EECKHOUT. “Ook in euforie moet je proberen nuchter te blijven. Als Van der Poel in de gracht was gereden en drie maanden out was, had ik een ander seizoen. Doet Van der Poel niet mee in Milaan-San Remo, dan wint Jasper Philipsen daar ook niet. Je moet daar altijd realistisch en rationeel in proberen te zijn. Van der Poel wordt ook wat ouder. We moeten zien wie volgt. Ik geloof bijvoorbeeld enorm in de jonge Fransman Axel Laurance.”

Komt het nog goed met Lefevere?

VAN EECKHOUT. “Jawel, ik zal hem de hand schudden, maar ook niet meer dan dat.”

Tot slot, kunt u afschakelen?

VAN EECKHOUT. “Ik jaag, maar schiet bijna niet meer. Ik moet gewoon in de natuur kunnen vertoeven, en dan kan ik afschakelen. En ik heb een finca gekocht in Spanje. Ik ga er heel graag, omdat ik er rust vind. Er is geen waterleiding, alleen water uit een bron. Er is ook geen elektriciteit, alleen wifi via een batterij en een satellietverbinding. En buiten is het met de walkietalkie te doen. Dat doet nadenken, en enorm herbronnen.”

Bio

1969: geboren in Roeselare

1990: handelsingenieur KU Leuven

1995 – heden: CEO Holve

2016: CEO Deceuninck

2018: oprichter en voorzitter Cemminerals

2021: uitvoerend voorzitter Deceuninck

2024: CEO ad interim Deceuninck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content