BMT Aerospace maakt onder meer kritische onderdelen voor vliegtuigvleugels van Airbus. Zowat alle grote vliegtuigbouwers voor de burgerluchtvaart zijn klant. Na de pandemie is de sector weer in volle bloei. “Wie vandaag een Airbus A-320 bestelt, krijgt die pas geleverd na acht jaar.”
De fabrieksterreinen van BMT Aerospace in Oostkamp zijn enkele voetbalvelden groot. Er werken ruim honderd werknemers. Toch is in de ateliers slechts een handvol medewerkers aanwezig. Robots sturen een groot deel van de productie. De werknemers, vaak hoogopgeleide mensen, monitoren de productie. Afgewerkte materialen worden opgemeten via honderden parameters, eveneens volautomatisch.
Niet toevallig won BMT Aerospace al drie keer de onderscheiding Factory of the Future. “Wij zijn een datagedreven organisatie”, zegt CEO Benoit Reynders tijdens de rondgang door de fabriek. “We bootsen de fabrieksruimte na met data en meetpunten. Je stuurt die aan, zowel in het kantoor achter de computer, als fysiek op de werkvloer. Al onze productiemachines zijn gekoppeld aan een netwerk van sensoren die allerlei parameters analyseren. Die koppelen we aan gegevens voor productieplanning en logistiek. Dat allemaal samenbrengen, de data structureren en dat dan nog eens omvormen tot informatie, is de grote uitdaging. Met als resultaat dat je systemen deels het werk van de operatoren overnemen.”
“Dat die systemen zelf beslissingen nemen met AI-toepassingen, daar zijn we nog niet. Dat is de droom. Onze mensen hoeven dan niet langer het zware werk te doen. Dat is verstandig werken. Robots krijgen geen rugklachten. Uiteraard drukt de automatisering ook de loonkosten. In België zijn onze lonen de voorbije drie jaar met bijna een kwart gestegen. Dat kun je onmogelijk doorschuiven naar de klanten.”
‘In België zijn onze lonen de voorbije drie jaar met bijna een kwart gestegen. Dat kun je onmogelijk doorschuiven naar de klanten’
Airbus als grootste klant
Benoit Reynders voegt er meteen aan toe dat BMT Aerospace blijft produceren in België. De grootste klant van de vestiging in Oostkamp is de vliegtuigbouwer Airbus. “Het is bijna onmogelijk in een vliegtuig zonder onderdelen van BMT Aerospace te stappen”, zegt de CEO. Voor Airbus maakt het bedrijf onderdelen voor de voorkant van vleugels. Die bewegen bij het opstijgen en landen en veranderen de luchtstroom onder de vleugels, zodat die met een lagere snelheid toch voldoende draagkracht hebben. “Dat systeem is een samenwerking van de Belgische bedrijven Asco, BMT Aerospace en Sonaca. Wij maken het tandwielsysteem dat het mechanisme doet bewegen.”
Niet enkel Airbus is klant. BMT Aerospace levert ook aan de motorenbouwers General Electric, Honeywell, Pratt & Whitney, Rolls-Royce en Safran. Op die manier bedient het zowat alle grote vliegtuigbouwers voor de burgerluchtvaart.
Militaire helikopters
Minstens even belangrijk zijn de militaire toepassingen. BMT Aerospace heeft twee fabrieken in de Amerikaanse staat Michigan. Benoit Reynders: “Daar maken we complexe tandwielen, onder meer voor de hoofd- en de staartrotor van helikopters. Die draaien tot 6.000 toeren per minuut. Zo maken we onderdelen voor de Black Hawk-helikopter van Sikorsky en de Apache-aanvalshelikopter van Boeing. Om sommige te maken moeten we tot 75 bewerkingen uitvoeren. Die zitten tot twaalf maanden in productie.”
Daarmee raakt Reynders de kern van de specialiteit van BMT Aerospace: het ontwerpt zelf geen onderdelen. Het is een specialist in het sleutelen aan productieprocessen, om onderdelen te maken op basis van de ontwerpen die de klanten leveren. “Onze onderdelen voor een tandwiel zijn tot op een duizendste van een millimeter nauwkeurig.”
Nog een militair toestel waarvoor het bedrijf onderdelen maakt, is de straaljager F-35. Ook het Belgische leger heeft er besteld, maar BMT Aerospace maakt geen deel uit van het Belgische consortium dat onderdelen levert als compensatie voor die bestelling. “Ons filiaal in de Verenigde Staten maakt de aandrijfsystemen voor de motoren van Pratt & Whitney in die straaljager”, zegt Benoit Reynders. “Wij leveren al onderdelen sinds de start van de bouw van de F-35.”

Na de pandemie
BMT Aerospace heeft het geluk dat het steunt op twee poten: de burgerluchtvaart en militaire toepassingen. “Op het dieptepunt van de coronapandemie viel onze productie voor de burgerluchtvaart met 60 procent terug”, vertelt Benoit Reynders. “Gelukkig is onze portefeuille ongeveer de helft civiel, de helft militair. Vliegtuigbouwers in die twee branches voeren van oudsher een strijd om voldoende capaciteit te vinden. Toen de civiele markt instortte, grepen de militairen de kans en krikten ze hun volumes op.”
Vandaag draaien de fabrieken voor de burgerluchtvaart weer op volle toeren. Al zijn er nog altijd haperingen in de aanvoerketen. “Vóór de coronacrisis assembleerde Airbus 63 vliegtuigen van het type A-320 per maand, vandaag 54. Dat is nog altijd een stuk minder dan voorheen. Airbus zou graag naar een productie tot 75 toestellen gaan, want in het orderboekje staan 8.000 vliegtuigen. Als je vandaag een A-320 bestelt, wordt die pas geleverd na acht jaar. Er is een enorme vraag, die de aanvoerketen niet kan volgen. Aan het begin van de pandemie hebben Airbus en Boeing hun aanvoerketen agressief afgebouwd. Sommige bedrijven gingen daardoor over de kop. Heel gespecialiseerd technisch personeel werd ontslagen. Leid zulke mensen maar eens opnieuw op. Die problemen zullen aanhouden tot in 2027.”
‘Op het dieptepunt van de coronapandemie viel onze productie voor de burgerluchtvaart met 60 procent terug. Gelukkig is onze portefeuille ongeveer de helft militair’
En dat terwijl de markt smeekt om toestellen. Veel oude vliegtuigen uit de jaren zeventig en tachtig zijn aan vervanging toe. Bovendien zijn de motoren van oudere toestellen vervuilender en veroorzaken ze meer geluidsoverlast. “Nieuwe motoren zijn tot een vijfde efficiënter. Nog andere vernieuwingen maken de kosten veel lager. Zeker als de olieprijs hoog is, worden er nieuwe toestellen gevraagd.”
Vier afdelingen
BMT Aerospace is een onderdeel van BMT Group. Die heeft vier grote afdelingen. Omco maakt gietvormen voor glazen flessen en heeft daarin een marktaandeel van ruim de helft in Europa. De drie andere bedrijvenpoten zijn specialisten in tandwielen. IGW in Oostkamp maakt reuzentandwielen, bijvoorbeeld voor motoren van zeeschepen. VCST in Sint-Truiden werkt voor de auto-industrie.
“Er is weinig synergie tussen onze eindproducten”, benadrukt Benoit Reynders. “De tandwielen voor de luchtvaart moeten aan totaal andere vereisten voldoen dan die voor de auto-industrie. VCST maakt kleine tandwielen voor een automotor, en dat zijn gigantische volumes. Ook de materialen die we gebruiken, zijn heel specifiek en onderhevig aan andere procedures en wetgeving. Als een transmissiesysteem faalt op de autosnelweg, zet je je wagen op de pechstrook. Als een transmissiesysteem faalt in een vliegtuig boven de Atlantische Oceaan, kan dat niet.”
De controlerende aandeelhouder van BMT Group is de West-Vlaamse familie Seynaeve. Die komt uit de textielwereld en bestuurt nog altijd Seyntex, een specialist in kogelvrije vesten. Het bekendste familielid is de tweedegeneratietelg Jean-Christophe Seynaeve (55). De Vlaamse captain of industry Philippe Vlerick, tevens Trends Manager van het Jaar 2006, heeft een vijfde van de aandelen van BMT Group.
In het boekjaar 2023 boekte de holding van de familie Seynaeve, de bv Sigma Invest, 644 miljoen euro bedrijfsopbrengsten, met 4.873 werknemers. De luchtvaarttak van BMT Group legt geen afzonderlijke cijfers neer. De balans van de nv BMT Aerospace International bevat enkel de cijfers van de activiteiten in Oostkamp. Intern worden de luchtvaartactiviteiten verrekend in dollar, zoals gebruikelijk is in de sector. Ook de verkoop aan Airbus gebeurt in dollar. “In 2024 bedroeg de omzet 108 miljoen dollar”, meldt Benoit Reynders. “Voor 2025 wordt die begroot op 120 miljoen dollar. De voorbije drie jaar zijn we gemiddeld met een tiende per jaar gegroeid. Ons vijfjarenplan voorziet een groei naar 150 miljoen dollar in 2028.”