In 2026 moeten alle bedrijfswagens elektrisch zijn: hoe gaan fleetmanagers daarmee om?
Het einde van de fiscale aftrekbaarheid van wagens met een klassieke of hybride motor komt in zicht. In 2026 begint het tijdperk van de elektrische bedrijfswagen. Hoe gaan de vlootmanagers om met die nieuwe situatie?
De toekomst van de bedrijfswagenparken is elektrisch. De wet die een einde maakt aan de fiscale aftrekbaarheid van auto’s met een verbrandingsmotor is aangenomen. Het gaat niet alleen om benzine- en dieselmodellen, maar ook om plug-inhybrides, die de jongste jaren bijzonder populair zijn bij bedrijven, omdat de meeste nog altijd 100 procent fiscaal aftrekbaar zijn. Maar dat verandert.
Het doel van de nieuwe wet is het Belgische wagenpark groener te maken, te beginnen bij de bedrijfswagens. “Begin 2021 was slechts 2,3 procent van het Belgische bedrijfswagenpark elektrisch. Daarom wilden we ze een duwtje in de rug geven”, luidt het op het kabinet van minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V). “Dit is een stap in de goede richting, omdat de elektrische bedrijfswagens op termijn een belangrijk deel van de tweedehandsmarkt zullen uitmaken.” De autoriteiten willen ook het aantal oplaadstations uitbreiden, dankzij een gunstige belasting voor bedrijven (aftrekbaarheid tot 200% dit jaar, onder voorwaarden) en steun voor particulieren (tot 45% belastingvermindering met een maximum van 1.500 euro dit jaar).
Het opladen blijft een bron van onzekerheid. Ideaal gebeurt dat thuis of op het werk, maar dat is niet altijd mogelijk.
Nog sneller
“We zien dat de nakende verandering al is doorgedrongen tot de wagenparkbeheerders van onze klanten”, zegt Laurent Loncke, de gedelegeerd bestuurder van de leasemaatschappij Arval, die een wagenpark van 88.000 auto’s beheert voor onder meer 2.700 bedrijven. Hij voegt eraan toe dat “veel bedrijven al begonnen zijn met de elektrificatie van hun wagenpark. De belastingwijziging fungeerde als een geheugensteuntje, maar de meeste van onze klanten hadden al CO2-reductiedoelstellingen, die bovendien vaak over meer gingen dan het wagenpark.”
We namen contact op met enkele vlooteigenaars, en de meeste vinden dat deze stap logisch en voorspelbaar is. Sommigen van hen lijken zelfs tevreden. “Het is een heel goede zaak voor het milieu en ik denk dat die elektrificatie nog sneller moet”, zegt Damien Van der Stichele, total rewards director bij Carrefour België, dat een vloot van 1.100 voertuigen heeft, waarvan een groot deel plug-inhybrides en slechts enkele tientallen elektrische wagens.
Stapsgewijs
Hoewel ze pas in 2026 ingaat, heeft de wet dus nu al gevolgen. Bij Arval stelt Laurent Loncke een duidelijke groei in de elektrificatie vast: “Achttien maanden geleden was één op de tien bestellingen die we voor onze klanten plaatsten, voor een geëlektrificeerd voertuig (plug-inhybride of elektrisch). Dat is nu één op de twee. Plug-inhybrides, die vanaf 2026 niet langer fiscaal aftrekbaar zijn, zijn nog altijd in trek. Er is nog altijd meer vraag naar dan naar zuiver elektrische auto’s. Maar de trend keert geleidelijk: terwijl plug-inhybrides een jaar of wat geleden nog goed waren voor 70 procent van onze orders voor geëlektrificeerde voertuigen, is dat nu nog maar 50 procent. Het staat vast dat de elektrische auto’s de hybrides snel zullen inhalen.”
De salariswagen zal waarschijnlijk niet verdwijnen. Maar hij zal waarschijnlijk steeds meer worden geïntegreerd in een algemeen mobiliteitsbudget’
Laurent Loncke, Arval
Sommige bedrijven verbieden nu al benzine of diesel: bij Carrefour is het sinds begin dit jaar niet meer mogelijk een voertuig met een zuivere verbrandingsmotor te bestellen; hybride of elektrisch is verplicht. Maar de meeste bedrijven gaan stapsgewijs te werk, vooral omdat het gebruik van een geëlektrificeerd voertuig voor sommige werknemers moeilijk kan zijn. Denk aan mensen die in een flat wonen zonder oplaadpunt. Elektrisch rijden vergt een bepaalde organisatie.
Onzeker opladen
De catalogusprijs van een elektrisch voertuig is nog altijd hoger dan die van een wagen met een verbrandingsmotor, maar de maandelijkse leaseprijs kan aantrekkelijker zijn, zegt Laurent Loncke van Arval. “Als we de totale eigendomskosten (TCO) vertalen in een totale kostprijs, inclusief belastingen en verbruiksvoordelen, kunnen we zeggen dat de leasekosten nu dezelfde zijn voor een voertuig met een verbrandingsmotor als voor een elektrisch voertuig. Althans gemiddeld, want er kunnen in bepaalde gevallen natuurlijk verschillen zijn. Maar op korte termijn zal de TCO van volledig elektrische voertuigen steeds voordeliger worden.” Damien Van der Stichele bevestigt dat: “Elektrische voertuigen worden interessanter voor bedrijven, maar ook voor werknemers, die nu voor dezelfde huur een elektrisch of hybride voertuig kunnen krijgen dat duurder is dan een voertuig met een verbrandingsmotor.”
Toch geven fleetmanagers aan dat sommige werknemers zich zorgen maken over de verplichting om elektrisch te rijden. Het is niet langer een probleem van aanbod: de fabrikanten bieden nu elektrische voertuigen aan in alle marktsegmenten en de actieradius is behoorlijk. Maar het opladen blijft een bron van onzekerheid. Ideaal gebeurt dat thuis of op het werk, maar dat is niet altijd mogelijk.
Elektriciteitsnet
Het netwerk van oplaadstations is ook nog niet voldoende ontwikkeld. “De Belgische overheid is een beetje laat op dit gebied. De werkgever moet dus zorgen voor de installatie van oplaadpunten bij de werknemers thuis en op de parking van het bedrijf. Het is ook niet zeker of er voldoende openbare laadstations zullen zijn om de verwachte toename van het aantal elektrische voertuigen in 2026 te bedienen”, vreest Luc Pissens, de voorzitter van Fleet & Mobility, een Belgische federatie die de vlootbeheerders van grote bedrijven vertegenwoordigt. Hij vindt ook dat er duidelijke en bindende wetgeving moet komen om de tijd dat een wagen op een openbaar oplaadpunt wordt geparkeerd te beperken, zodat iedereen er gebruik van kan maken. En er is ook de vraag of het Belgische elektriciteitsnet de vloedgolf van elektrisch aangedreven voertuigen aankan.
Het is niet zeker of er voldoende openbare laadstations zullen zijn om de toename van het aantal elektrische voertuigen in 2026 te bedienen’ Luc Pissens, fleet & mobility
Hoewel elektrische auto’s sommige werknemers misschien afschrikken, zijn ze bij de consultant Deloitte een groot succes: “Van de jonge afgestudeerden die bij ons worden aangeworven, kiest 26 procent voor een elektrische salariswagen”, zegt Isabel Box, senior manager marketing en communicatie bij het bedrijf. In minder dan twee jaar heeft Deloitte 240 elektrische Mini’s besteld voor zijn jonge rekruten. Dat is de grootste Europese bestelling van Mini’s op batterijen door één enkele klant.
Algemeen budget
Maar ook de volledige aftrekbaarheid van de elektrische wagen zal niet blijven duren. Tegen 2031 zal die geleidelijk dalen van 100 tot 67,5 procent. Zal dat leiden tot een vermindering van het aantal bedrijfswagens? “Ik denk het niet, want de Belg heeft naast een baksteen ook een stuur in zijn maag”, lacht Luc Pissens. “Maar we gaan we misschien wel in de richting van kleinere auto’s, gecombineerd met andere vormen van mobiliteit zoals fietsen of openbaar vervoer.”
Laurent Loncke deelt die mening: “De salariswagen zal waarschijnlijk niet verdwijnen. Maar hij zal allicht steeds meer worden geïntegreerd in een algemeen mobiliteitsbudget.”
Deloitte geeft aan dat vorig jaar “55 procent van het personeel koos voor een mobiliteitspakket, waarbij een auto van de zaak wordt gecombineerd met het openbaar vervoer of de fiets”. Ook Carrefour bevestigt het succes van die formule. Die nieuwe situatie impliceert een verandering van het bedrijfsmodel voor leasemaatschappijen, die hun activiteiten zullen moeten verbreden om duurzame mobiliteitsaanbieders te worden, die instrumenten en diensten aanbieden om het mobiliteitsbudget van hun klanten te beheren. De attitudes veranderen en de traditionele leasingbedrijven moeten op de kar springen om te kunnen overleven.
2,3 procent van het Belgische bedrijfswagenpark was begin 2021 elektrisch.
Van 100 naar 67,5 procent aftrekbaarheid
Op 10 november 2021 heeft het parlement de wet aangenomen die de fiscale aftrekbaarheid van voertuigen die CO2 uitstoten tijdens het rijden (benzine, diesel, maar ook plug-in hybride) geleidelijk afschaft tegen 2026.
Voor plug-inhybrides die vanaf 1 januari 2023 op de weg komen, wordt de aftrekbaarheid van de kosten voor fossiele brandstoffen (dus exclusief elektriciteit) beperkt tot 50 procent. Zo hoopt de regering de bestuurders aan te moedigen om zo veel mogelijk elektrisch te rijden.
Vanaf 2026 zullen alleen nog ‘nuluitstootvoertuigen’ (volledig elektrisch of waterstof) aftrekbaar zijn voor zelfstandigen en ondernemingen, aanvankelijk tegen een tarief van 100 procent, maar dat wordt geleidelijk verminderd tot een maximum van 67,5 procent in 2031. De nieuwe wet heeft geen invloed op de berekening van het voordeel in natura dat werknemers moeten betalen voor het privégebruik van een bedrijfswagen. Met een CO2-referentiecoëfficiënt die elk jaar naar beneden wordt bijgesteld (gezien de toename van het aandeel elektrische voertuigen), zal dat voordeel in natura echter steeds hoger zijn voor auto’s die CO2 uitstoten. Het zal stabiel blijven voor auto’s die geen CO2 uitstoten.
De nieuwe wetgeving geldt alleen voor salariswagens en dus niet voor echte bedrijfsvoertuigen (vrachtwagens en bestelwagens).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier