I-Force licht bedrijfsprocessen door op fraude: ‘Wie oplichting vermoedt, zit meestal goed’

BART DE BIE EN LODE BARREZEELE "De bedrijfsfraude nam niet af tijdens corona. Je kunt een bedrijf ook oplichten van thuis uit."
Hans Brockmans
Hans Brockmans redacteur bij Trends

I-Force specialiseert zich al twintig jaar in privéonderzoek naar bedrijfsfraude. Bedrijven pakken interne en externe oplichting immers liefst discreet aan, zonder tussenkomst van de politie. In 80 procent van de dossiers blijkt een vermoeden van fraude gefundeerd te zijn.

De Oost-Vlaamse forensische auditor I-Force licht bedrijfsprocessen door op fraude door eigen medewerkers of externe contacten. Het elfkoppige team voert honderd onderzoeken per jaar uit; zo onderzocht het onlangs ook de financiële stromen rond Let’s Go Urban. Ook vorig jaar was druk. “De bedrijfsfraude nam niet af tijdens corona”, zegt Bart De Bie, die het kantoor twintig jaar geleden uit de grond stampte. “Je kunt een bedrijf ook oplichten van thuis uit. En doordat er weinig volk rondliep in de bedrijven, was het makkelijk diefstallen te plegen of gevoelige gegevens te ontfutselen.”

Ook grote audit- en advieskantoren doen financieel recherchewerk. I-Force is met een omzet van 1,5 miljoen euro het grootste kantoor dat dat autonoom doet (zie kader Tussen twee stoelen). Daarnaast adviseert I-Force bedrijven over preventie. “De meeste fraude kun je vermijden met een aangepast veiligheidsbeleid”, zegt De Bie. “Al worden we meestal opgetrommeld als het te al laat is.”

Externe partij

Ook een interne auditor kan fraude detecteren. Waarom is er dan behoefte aan een externe partij? “Fraudeurs zijn vaak inventieve mensen die de interne controleprocessen perfect onder de knie hebben, en die soms zelfs mee hebben ontworpen. Anders dan de interne auditor kennen ze alle achterpoortjes”, stelt medevennoot Lode Barrezeele. “Het is trouwens niet de taak van de interne auditor om fraude op te sporen, wel om de financiële processen te stroomlijnen. Dat vereist een open communicatie met de medewerkers. Als ze vermoeden dat een interne auditor fraude onderzoekt, klappen veel mensen dicht.”

Een bedrijfsrevisor is evenmin geschikt om fraude te detecteren, weet De Bie. De internationale beroepsorganisatie Association of Certified Fraud Examiners stelde vast dat slechts 4 procent van de interne fraude door bedrijfsrevisoren wordt ontdekt. De Bie: “Zij bekijken op basis van steekproeven enkel of de jaarrekening in orde is. Maar fraude is meestal te beperkt om in een jaarlijkse audit naar boven te komen. Dat gebeurt pas als er gigantische bedragen in het spel zijn.”

Een andere vraag is waarom bedrijven met privérechercheurs werken en niet met de politie. “Die heeft de handen vol met andere misdrijven”, repliceert hoogleraar criminologie Marc Cools (UGent), die daarover doctoreerde. “Parketten houden gewone bedrijfsfraude liefst buiten de rechtbank, omdat ze al zwaar belast zijn met prioritaire dossiers.”

“Zodra het gerecht de zaak behandelt, raken de benadeelde bedrijven de controle kwijt en kan het dossier lang aanslepen”, weet Jan Hofkens, de vennoot die dat soort zaken volgt bij het advocatenkantoor Lydian. “Soms doen ze wel een beroep op de sterke financiële expertise en technologie van forensische auditors. Die weten ook welke procedures ze moeten volgen om fraude desnoods juridisch hard te maken voor een arbeids- of strafrechtbank. Liefst blijven bedrijven discreet over interne fraude.”

“Interne fraude is meestal een gevolg van een fout in het bedrijfsproces”, verduidelijkt De Bie. “Het schaadt de reputatie van het bedrijf als je dat aan de grote klok hangt.”

Schone lei

I-Force werkt met software die externe en interne boekingen, activa en passiva, en betalingen aan leveranciers en van klanten scant op onregelmatigheden en vreemde patronen. Een voorbeeld: een bedrijfsleider zag de marges zonder duidelijke oorzaak dalen. De boekhouder bleek kredietnota’s op te strijken die klanten waren vergeten. Hij viel door de mand doordat de analyse van I-Force aan het licht bracht dat verschillende bedragen op één rekening werden gestort. Barrezeele: “Een externe boekhoudcontrole brengt die informatie niet naar boven. Onze analyse verwijdert alle camouflage. Dikwijls weten we al na enkele uren dat er fraude is. Dan start het onderzoek naar hoe die wordt gepleegd.”

De verdachte medewerker en zijn mogelijke medeplichtigen worden ook doorgelicht via openbare bronnen, zoals databanken. Zo ontdekt I-Force soms dat diens familie actief is in bedrijven die betrokken zijn bij de fraude, als leverancier, tussenpersoon of klant. De onderzoekers interviewen daarnaast getuigen, wat uiteindelijk leidt tot een confrontatie met de verdachte.

In drie kwart van de gevallen kan I-Force de fraudeurs overtuigen om de waarheid te vertellen. Barrezeele: “Ontkennen leidt tot een gerechtelijke procedure die nog jaren kan aanslepen en mentaal erg belastend kan zijn. Ik verwijs dan naar mijn verleden bij de Bijzondere Belastinginspectie, waar een deel van een bekende familie bereid was te schikken in een miljoenenfraude en zijn activiteiten met een schone lei kon voortzetten. De hardleerse familieleden haalden nog jarenlang de krantenkoppen als fiscale fraudeurs en betaalden uiteindelijk toch een hoge boete.”

De gedupeerde bedrijven zullen de schade proberen te recupereren, maar dikwijls loont dat de moeite niet. “Fraudegeld wordt gemakkelijk gespendeerd aan dure reisjes of zelfs gewoon vergokt”, weet De Bie, die tot 1999 hoofd van de rijkswachteenheid was die criminele winsten opspoorde. “De opdrachtgever kan wel proberen via de politie de verborgen opbrengst te traceren, maar meestal maakt hij een kruis over het dossier. Dikwijls schiet er van de buit niets meer over.”

Interne rapportering

I-Force schakelt enkel de politie in als de oplichting is gebeurd met contacten buiten het bedrijf. “Alleen de politie kan externe medeplichtigen bestraffen”, legt Barrezeele uit. Zo plaatste een inkoopdirecteur bestellingen die medeplichtige leveranciers in consignatie namen. Hij vroeg aan de magazijnier om tegen betaling de fictieve levering van dat materiaal te noteren. Die stapte naar zijn ploegbaas, die het verhaal niet geloofde. Uiteindelijk schakelde hij de financieel directeur in, die I-Force erbij haalde. De magazijnier veinsde zijn medewerking en de inkoopdirecteur werd betrapt bij de verdeling van de opbrengst. I-Force maakte een dossier op voor de politie.

“Anders konden de frauduleuze leveranciers onopgemerkt blijven en eventueel opnieuw fraude plegen”, zegt De Bie. “Die case toont ook de noodzaak aan van een meldingsprocedure voor klokkenluiders.” De Europese Unie legt die vanaf 17 december op voor inbreuken op haar sociale, fiscale en milieureglementering. “Als er een procedure is, kan die ook worden gebruikt voor klassieke fraude”, redeneert De Bie. “Interne rapportering is de bron nummer één waardoor fraude aan het licht komt.”

Ook bedrijfsroddels leiden tot interne onderzoeken. “De onzekerheid of er nu wel of geen fraude wordt gepleegd, kan een bedrijf in kampen opdelen”, getuigt Barrezeele. “Die etterbuil moet eruit. Het is voor de bedrijfsleiding meestal belangrijker om te weten of er fraude wordt gepleegd, dan de financiële schade weg te werken. In 80 procent van de gevallen dat men ons inschakelt, detecteren we wel degelijk fraude. Wie oplichting vermoedt, zit meestal goed.”

Bart De Bie, I-Force
Bart De Bie, I-Force

‘Die malware moet eruit’

I-Force heeft een IT-team dat de financiële recherche ondersteunt, maar het treedt ook autonoom op tegen cybercrime. Hackers leggen de informatica van een bedrijf plat en eisen naargelang de omvang van de onderneming een paar duizenden tot een miljoen euro’s voor de encryptiesleutel die de hacking ongedaan maakt. “Maar als je betaalt, heb je niet de garantie dat je de echte sleutel in handen hebt”, aldus De Bie. “Soms keren dezelfde hackers enkele weken later terug. Er is maar één oplossing: die malware moet eruit.”

De beste bescherming tegen een digitale inbraak is een regelmatige back-up van het IT-systeem. “Maar een volledig reset door een back-up is onvoldoende veilig, want heel vaak sluimert dat virus al een hele tijd in het systeem en kan het weer geactiveerd worden. Je weet nooit wanneer de hacking juist is gebeurd.”

Tussen twee stoelen

Forensische auditors vallen onder de wet-Tobback van 1991, die het statuut van de private beveiliging regelt. “De meesten hebben geen vergunning van privédetective, maar ze zijn het eigenlijk wel”, zegt criminoloog Marc Cools (UGent). De regering wil nieuwe regels uitwerken voor private onderzoekers. Bart De Bie, de oprichter van I-Force, hoopt op een apart statuut voor forensische auditors. “Momenteel vallen we tussen twee stoelen, omdat ons statuut van veiligheidsadviseur wettelijk niet verenigbaar is met dat van detective.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content