‘Hou CEO’s de juiste wortel voor’

Het Noorse pleidooi voor langetermijnincentives, eenvoud en transparantie verdient het niet in dovemansoren te vallen. Dat zegt Trends-redacteur Jasper Vekeman.

Er blijft veel discussie over de lonen van CEO’s. Maar te vaak wordt die discussie verengd tot de vraag: verdient de topman of -vrouw niet te veel? Volgens het Noorse oliefonds is er meer aan de hand. Het grootste staatsfonds ter wereld klaagt aan dat de verloning van CEO’s een ingewikkeld kluwen is geworden, en dat de vergoeding niet altijd in verhouding staat tot de prestaties van het bedrijf.

In de meeste gevallen krijgt een CEO niet alleen een vast loon, maar ook een variabele vergoeding. Met dat principe is weinig mis. Het is bij de concrete uitwerking dat het spaak loopt. Zo worden vaak aandelenopties toegekend, die soms al na een jaar te gelde kunnen worden gemaakt. Op die manier krijgt een manager een incentive om vooral de beurskoers op relatief korte termijn hoger te sturen.

Het Noorse oliefonds daarentegen zit op zo’n gigantische berg geld, omgerekend 860 miljard euro, dat het bij uitstek een langetermijnbelegger is. Concreet willen de Noren daarom dat de raad van bestuur van een bedrijf jaarlijks een maximumloon vastlegt en dat een groot deel van het loon van de CEO voortaan uit aandelen bestaat, die minstens vijf en idealiter zelfs tien jaar moeten worden bijgehouden. Dat is volgens het fonds de eenvoudigste en meest transparante manier om erover te waken dat een CEO de lange termijn en het belang van het bedrijf vooropstelt.

De voorbije jaren wierpen de Noren hun gewicht al in de schaal om principes van ethisch en duurzaam beleggen door te drukken. Nu is het makkelijk om cynisch te zijn over een oliefonds dat duurzaamheid promoot. Maar wie al eens de site van het fonds bezocht, weet dat de Noren op het gebied van transparantie voor niemand moeten onderdoen. Het Noorse pleidooi voor langetermijnincentives, eenvoud en transparantie verdient het daarom niet in dovemansoren te vallen.