Horeca-ondernemers over de heropening op 1 mei: ‘Wij verwachten een overrompeling’
Als alles goed gaat, heropent op 1 mei de horeca. Niks te vroeg, want het afgelopen jaar was zwaar. Maar de horeca-ondernemers glimmen van de goesting. ‘Het zal nog niet meteen het grote feest worden. Maar als ondernemer moet je durven te springen.’
Corona heeft er diep ingehakt bij de Belgische horeca en iedereen die er afhankelijk van is. Een jaar geleden gingen alle zaken verplicht dicht, om pas in mei weer te kunnen openen. De vreugde bij de uitbaters en de bevolking was van korte duur. Midden oktober legde de overheid opnieuw een sluiting op, en die geldt nog altijd. Pas op 1 mei kan dat veranderen, en zelfs dat is niet zeker. Hoe zal die heropstart verlopen? Hebben de horeca-uitbaters er nog wel zin in? Trends deed een rondvraag.
De brouwersvereniging: ‘Onze biercultuur is in gevaar’
De 340 Belgische brouwerijen hadden vorig jaar het slechtste jaar sinds de Tweede Wereldoorlog. “Er is ongeveer 1,4 miljoen hectoliter minder bier gedronken”, zegt Krishan Maudgal, de directeur van de Belgische Brouwersvereniging. “We zagen de winkelverkoop met iets meer dan 2 procent klimmen. Maar dat compenseert geenszins de daling met ruim de helft in de horeca.”
“De brouwers zijn vandaag vooral bezig met het puur operationeel overeind houden van hun activiteiten. Zij spreken hun financiële reserves aan. Die moeten ze de volgende jaren weer aanvullen, wat betekent dat er nauwelijks ruimte is om na te denken over nieuwe bieren, marketing of verpakkingen. Dat brengt onze biercultuur in gevaar.” Maudgal pleit voor een voorzichtige heropstart. “Wij vragen verantwoord te drinken. Meteen een braspartij zou het ergste zijn wat ons kan overkomen.”
De kleine brouwer: ‘We mogen niet klagen’
Mieke Desplenter, de gedelegeerd bestuurder van Brouwerij Ter Dolen in Helchteren, is enthousiaster. “Wij verwachten een overrompeling zodra we weer open mogen. Het zal wellicht elke dag volle bak zijn, uiteraard binnen de wettelijke beperkingen.”
Ter Dolen brouwt niet alleen zware bieren, het schenkt die ook in een café. De voorbije zomer was een topper. “We hebben een groot buitenterras, dat veel fietsers lokt. In een weekend is het hier altijd druk, maar de voorbije zomer leek het wel elke dag weekend. De mensen voelen zich hier veilig, want we hebben veel ruimte.”
Toch daalde de omzet met een derde, maar Desplenter klaagt niet. “Uiteraard verkochten we veel minder bier in vaten aan andere horecazaken. Maar we verkochten evenveel flessenbier als in andere jaren, en in onze winkel zelfs meer. Bovendien is er onze webwinkel. Ik heb vorig jaar bijna 60.000 kilometer gereden voor leveringen aan huis. Als klanten niet naar Ter Dolen kunnen komen, dan komt de brouwerij wel naar hen.”
De drankenhandelaars: ‘We zullen nog maanden omzet verliezen’
Febed verenigt 500 Belgische drankenhandelaars, goed voor 2700 werknemers en een omzet van 2,1 miljard euro in 2019. “Reken maar dat daar in 2020 ruim de helft vanaf is gegaan”, zegt directeur Guy Dewulf. Vooral de drankenhandelaars die leveren in de grote steden zien af. “Brussel kreeg weinig toeristen over de vloer, en veel pendelaars werkten thuis. Wie meer op het platteland levert, deed het beter. De voorbije zomer bleven veel mensen in eigen land.” Dewulf vreest ook de gevolgen op lange termijn. “Als er straks horecazaken verdwijnen, kan dat ook een sneeuwbaleffect teweegbrengen bij de toeleveraars.”
Breekt de hemel open op 1 mei? “Het zal niet meteen een groot feest zijn. Eerst moeten we ook de vervallen producten weghalen uit de horecazaken. En er is nog onzekerheid over de modaliteiten van de heropening. Kunnen de mensen weer naar kantoor? Mogen er weer toeristen komen? We zullen nog enkele maanden omzet verliezen. De grote tournée générale is pas voor later. Die zal nog wel een tijdje uitblijven, wellicht tot ver in de zomer. Maar ik weet wel zeker dat de mensen willen uitgaan, eten, feesten, een terrasje doen.”
De cafébaas: ‘Wij konden investeren’
Sander De Swert baat samen met zijn vennoot Kristof Van Humskerken Bar ‘t Kafaat uit in de uitgaansbuurt van Lier. “We zijn al zeven maanden dicht. Ons inkomen viel weg.” De pijn werd wat verzacht met de verkoop van minivaatjes Cristal, met een hele beleving eromheen: bierviltjes, een handleiding voor ideale schenktechnieken, een afschuimer.
Het duo heeft zijn geloof in de horeca niet verloren. Ze kochten vorig jaar in april, in volle lockdown, hun cafépand. “Als ondernemer moet je durven te springen. Wij kregen leningen van de bank. We konden aantonen dat onze bvba voldoende solvabel is voor de investering.” Wat gebeurt er zodra hun café weer open kan? “Het is nog een beetje zoeken. Het zal nog niet meteen het grote feest worden. Wat worden de veiligheidsmaatregelen? Door de afstandsregels verliezen wij hoe dan ook 30 procent van onze capaciteit.”
De restaurantuitbater: ‘Het wordt niet alle teugels los’
Mark Kohlberger is eigenaar van Afspanning De Jachthoorn in Kontich. Die bestaat uit een restaurant, een speeltuin en zes feestzalen. Bovendien doet Kohlberger aan catering en heeft hij een evenementenbureau. Hij zag vorig jaar drie kwart van zijn omzet verdwijnen. “Op drukke dagen werkten hier dertig mensen. Mijn belangrijkste activiteit zijn de feesten. Die zijn allemaal verplaatst, sommige al drie tot vier keer.”
“We bereiden ons volop voor op de heropening. Elke dag komen er reservaties bij voor het restaurant. De mensen willen duidelijk de teugels vieren. Maar we moeten hen er voortdurend op wijzen dat er, zeker in het begin, nog strenge veiligheidsmaatregelen zullen zijn. Daarvoor is de capaciteit in ons restaurant met ruim de helft teruggeschroefd.”
Het sterrenrestaurant: ‘In het weekend vol tot diep in de zomer’
Het restaurant Sir Kwinten in Lennik kreeg vorig jaar een Michelinster. “Daar hebben we toch nog enkele maanden mee kunnen werken”, zegt zaakvoerder Yanick Dehandschutter. Het omzetverlies van vorig jaar is nog niet volledig berekend. Maar het bedrijf kreeg klappen. Op drukke dagen werkten er tot veertig mensen in de feestzaal, de bistro, de bar en het restaurant. “Onze afhaaldienst presteert verrassend goed. Maar het compenseert geenszins het verlies door de lockdown.”
Met het oog op een heropening werd het restaurant gerenoveerd en het menu wat veranderd. “We wilden altijd positief blijven. Iedereen wil er weer invliegen. Er zijn veel reservaties. Tot ver in de zomer zijn de weekends volgeboekt. Onze gasten popelen om terug te komen. De volgende jaren moeten top zijn.”
Annick Van Overstraeten (Le Pain Quotidien): ‘Ik ben ontgoocheld’
Annick Van Overstraeten heeft pakken ervaring in de horeca, als voormalige CEO van Quick Restaurants en Lunch Garden. Sinds vorige zomer staat ze aan het roer van de broodjesketen Le Pain Quotidien. Van Overstraeten wikt en weegt doorgaans haar woorden. Maar ze is opvallend scherp voor het coronabeleid. Volgens Horeca Vlaanderen verloren de cateringdiensten en restaurantketens vorig jaar 933 miljoen euro omzet.
“De snellehaprestaurants lijden minder dan de andere”, verduidelijkt Van Overstraeten. “Burger King, McDonald’s en Quick hebben al jaren ervaring met drive-in. Dat maakt een duidelijk verschil. Colmar of Lunch Garden bijvoorbeeld heeft dat niet. Die zijn gewoon dicht. In de winkels van Le Pain Quotidien kun je nog brood en gebak kopen, en bestellingen afhalen. Maar dat vervangt nooit de belevenis van het eten in de winkel zelf. En het omzetverlies is groot. In februari hadden we bijvoorbeeld 69 procent minder omzet dan in februari 2019.”
Le Pain Quotidien sluit tijdelijk 13 van de 34 winkels in België.
ANNICK VAN OVERSTRAETEN. “De overheid is onvoldoende duidelijk. Er zijn heel vage beloftes voor de heropening van de horeca op 1 mei. Maar dat kan ook later zijn. Op zo’n vage basis kan ik geen concrete plannen opstellen. Le Pain Quotidien heeft ook restaurants in Frankrijk, Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Daar is de overheid veel duidelijker. In Nederland openen de terrassen begin april, in het Verenigd Koninkrijk op 12 april. Zo kun je veel gemakkelijker managen.”
Le Pain Quotidien krijgt in België wel overheidssteun voor de verplichte sluiting.
VAN OVERSTRAETEN. “De steunmaatregelen zijn heel ontgoochelend. Die dekken onze vaste kosten voor amper 1,5 procent. In Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk is dat meer dan 30 procent, in Nederland zelfs 50,5 procent. Nederland geeft bijvoorbeeld een forfaitair bedrag op basis van het omzetverlies. Voor alle duidelijkheid: ook in die landen kun je vandaag enkel afhalen of iets in de winkel kopen.”
Welk land pakt de pandemie het beste aan?
VAN OVERSTRAETEN. “Over de medische aanpak doe ik geen uitspraken. Uiteraard moet je de pandemie zo goed mogelijk bestrijden. Maar ik merk dat België pas sinds kort ook de eenzaamheid in rekening brengt, zeker bij jongeren en ouderen. Bovendien hebben wij weinig aandacht voor de economische aanpak. In andere landen willen de overheden absoluut vermijden dat bepaalde sectoren verdwijnen. Nederland doet dat schitterend. Dat merk je ook aan de cijfers van Le Pain Quotidien. Onze omzet in België daalde vorig jaar met de helft, in Nederland bleef het beperkt tot 26 procent. Ik zie in ons land heel weinig sectoren die niet lijden onder de pandemie. Daar wordt te weinig over nagedacht. Ik vrees voor een heel zware economische recessie, zodra de pandemie voorbij is.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier