Hoe moeten familiebedrijven zich voorbereiden op de brexit?
Na 29 maart is het Verenigd Koninkrijk geen lid meer van de Europese Unie. Veel puzzelstukken ontbreken nog. Specifiek voor onze familiebedrijven levert Trends toch al eerste hulp bij mogelijke ongevallen. Analyseer uw organisatie, herbekijk de logistiek, en kijk hoe u de extra kosten kunt doorrekenen. Zo kunt u klaar zijn tegen 29 maart.
Bijna drie jaar geleden zei een nipte meerderheid van de Britten in een referendum de Europese Unie vaarwel. Het werd een moeilijke scheiding. De onderhandelingen over een brexit-akkoord verliepen stroef en de Britse eerste minister, Theresa May, kon een met de Europese Commissie onderhandeld akkoord niet door het Britse parlement krijgen. Ze overleefde in januari wel een vertrouwensstemming en keerde daarna voor onderhandelingen terug naar Brussel. Maar nieuwe onderhandelingen ziet de Europese Unie niet zitten. Vandaag lijkt een brexit zonder akkoord op 29 maart de meest waarschijnlijke optie.
Het bochtige parcours van de brexit noopte de voorbije jaren ook de Belgische familiebedrijven tot voorzichtigheid. Vele wachtten af. Wie ingreep, volgde vaak een duidelijke lijn en anticipeerde bij logistiek, douane en personeel. Wat zijn de meest aangewezen ingrepen bij een brexit zonder akkoord?
Geblokkeerd aan de grens
Als er op 29 maart geen akkoord is, komen er geen overgangsmaatregelen voor de handel tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk. In het slechtste scenario staan goederen die het VK in of uit moeten vanaf 30 maart geblokkeerd aan de grens. Wie exporteert naar het VK moet dus rekening houden met Belgische exportprocedures en Britse invoerprocedures. Hetzelfde voor goederen die de omgekeerde beweging maken. Dat is niet alleen vervelend, het is ook duurder door de administratieve druk en de verschuldigde invoerrechten.
Checklist voor 29 maart 2019
– Vraag een EORI-nummer aan
– Controleer de impact van douanerechten en douane- controles op uw logistiek
– Herbekijk uw contracten met Britse partners of klanten
– Vraag zo snel mogelijk (liefst voor 29 maart) btw terug die de onderneming in 2018 in het VK betaalde. Dit kan via een administratieve teruggaafprocedure
– Controleer de geldigheid van certificaten en intellectuele- eigendomsrechten
– Bekijk of u voor expats een werkvergunning nodig hebt
– Dek u in tegen schommelingen van het Britse pond
“Een familiebedrijf moet zich voorbereiden op dat scenario”, benadrukt Erwin Boumans, tax partner bij BDO Belastingconsulenten. “Breng al de logistieke stromen van en naar het Verenigd Koninkrijk in kaart. Neem de nodige maatregelen opdat uw eigen bevoorrading of die van uw klanten niet in het gedrang komt. Kijk ook na hoe u de bijkomende kosten kunt doorrekenen aan de klanten.” Volgens BDO anticipeerden veel bedrijven door een voorraad aan te leggen op Britse bodem. Stockageruimte is er ondertussen een schaars goed.
Moeten ondernemingen die enkel diensten leveren aan het VK zich dan minder zorgen maken? Volgens BDO is de impact dan inderdaad kleiner. “De impact van een ‘no deal’-brexit is minder ingrijpend voor de dienstensector, tenzij je als bedrijf personeel naar het VK moet zenden in het kader van een opdracht”, zegt Boumans. “Voor leveranciers van diensten is vooral een aanpassing van de facturerings- en rapporteringssystemen nodig. Er zal voortaan geen sprake meer zijn van de zogenoemde intracommunautaire diensten. Maar die aanpassing van de systemen geldt uiteraard net zo goed voor wie goederen verzendt of ontvangt.”
Omzeil douaneproblemen
Voor de export van goederen vanaf 30 maart naar het Verenigd Koninkrijk zijn ook enkele administratieve ingrepen een must. Een bedrijf moet een EORI-nummer hebben voor elke commerciële uitwisseling met een niet-EU-land. Zo’n nummer zal nodig zijn voor elke import-, export- of doorvoeroperatie. Niet verplicht, maar wel aangeraden door de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen is een AEO-status (Auhorized Economic Operator). Ontvang je als bedrijf die status, dan krijg je een reeks douanefaciliteiten, bijvoorbeeld voor een vereenvoudigde aangifte en een gecentraliseerde douaneafhandeling. De status geldt ook in andere niet-EU landen, zoals Zwitserland, Noorwegen, de Verenigde Staten, China en Japan. De doorlooptijd voor het verkrijgen van zo’n status is relatief lang, en dus niet meer echt haalbaar vóór 30 maart.
Crasht het Britse pond?
Gaat het pond opnieuw onderuit na 29 maart? Familiebedrijven voelden de impact al na het referendum, toen het pond klappen kreeg. Het verkoopvolume, de betalingstermijnen, de contractduur en de winstmarge in pond spelen hierbij een belangrijke rol. Als extra bescherming tegen een volatiel Brits pond kunnen familiebedrijven een termijncontract met een financiële instelling afsluiten. Daarbij verkoopt het bedrijf een hoeveelheid ponden op een vaste datum tegen een vastgestelde koers. De toekomstige koers is dan gebaseerd op de prijs van de valuta in contanten, maar ook op het verschil in rente.
Bye-bye fiscale akkoorden
Wat verandert er voor de directe belastingen bij een brexit zonder akkoord? “Bedrijven kunnen het beste hun groepsstructuur herbekijken en dan de impact inschatten van een eventuele dubbele taxatie”, vertelt Erwin Boumans. “De zakelijke impact van een harde brexit op de directe belastingen van een groep treft in de eerste plaats de bronheffing op dividend, intrest en royaltystromen tussen Britse en Belgische ondernemingen.”
Op dit moment zijn de betalingen die Boumans aanhaalt nog vrij van bronheffing omdat beide landen de EU-richtlijnen toepassen. Dat verandert eind maart. “Niet zozeer in de zin dat betalingen onmiddellijk onderworpen zullen worden aan bronheffing”, zegt Boumans, “maar omdat zonder EU-richtlijnen de garantie op de bestaande vrijstellingen verdwijnt.”
Het gaat om vrijstellingen van bijvoorbeeld roerende voorheffing. De Belgische of de Britse overheid kan die schrappen, maar ook een ander dubbelbelastingverdrag afsluiten. “Zelfs als de huidige verdragsvrijstellingen van toepassing blijven, is het verkrijgen van een verdragsvrijstelling complexer en tijdrovender dan de toepassing van een vergelijkbare nationale maatregel”, preciseert Boumans. Bijkomende kosten uit de terugbetaling van roerende voorheffing lijkt in elk geval een stap die veel bedrijven overwegen. “Wij raden een grondige beoordeling en eventuele herziening van de groepsstructuren aan”, zegt Erwin Boumans. “Kijk vooral naar de holding- en intragroepfinancieringsactiviteiten en naar de intellectuele-eigendomsrechten waarvoor royalty’s worden betaald. Net daar kan je bijkomende kosten uit betalingen van roerende voorheffing vermijden.”
Britse werknemers werken buiten de EU
Werk je met personeel in het Verenigd Koninkrijk, dan heb je vanaf 31 maart plots werknemers buiten de Europese Unie. Een brexit zonder akkoord houdt dan ook belangrijke risico’s in. Bij gebrek aan overeenkomsten over de sociale zekerheid is het bijvoorbeeld niet zeker dat de Britse werknemers dubbele sociale bijdragen zullen kunnen vermijden. “Er kunnen moeilijkheden ontstaan met de socialezekerheidsrechten van werknemers”, bevestigt Erwin Boumans. “De gelijkheid van behandeling, de socialezekerheidsvoordelen en het recht op gezondheidszorg zullen niet langer beschermd zijn.”
Praktisch gezien verdwijnt samen met het vrije verkeer van goederen ook het vrije verkeer van personen, of het wordt toch beperkter. Wilt u bijvoorbeeld een werknemer uit uw Britse vestiging voor een opdracht naar België halen, dan bestaat de kans dat daarvoor dezelfde beperkingen gelden als voor migrerende werknemers van buiten de Europese Unie. Dat betekent mogelijk dat de werknemer een werkvergunning of een verblijfsvergunning voor lange termijn zal nodig hebben. “Werkgevers zullen hun aanwervingspolitiek onder de loep moeten nemen”, aldus Erwin Boumans. “Bereken zeker het effect van een harde brexit op de Britse onderdanen die voor uw bedrijf werken.”
Die inschatting gaat ook over de impact op grensoverschrijdende pensioenstelsels of over afwijkingen in het arbeidsrecht. Een Verenigd Koninkrijk buiten de EU kan werk maken van een wetgeving die eigen accenten legt over bijvoorbeeld werkduur, minimumlonen, collectief ontslag, tijdelijke tewerkstelling, enzovoort. Daarmee komen we bij de kern van de brexit. Het was een van de redenen waarom de Britten uit de Europese Unie stapten: ze wensten meer wetgevende onafhankelijkheid. Daaraan verandert niets als de Europese leiders en Theresa May alsnog een akkoord sluiten dat enkele ongemakken wegveegt. Ben je als familiebedrijf actief op de Britse markt, dan wordt permanent waakzaam zijn voor veranderende wetgeving de komende jaren het nieuwe normaal.
Ardo – ‘Niet afhankelijk worden van tussenpartijen voor douane’
De West-Vlaamse diepvriesgroentegroep Ardo haalt 7 procent van haar omzet uit het Verenigd Koninkrijk. Ze beschikt er over een eigen productievestiging en een distributiecentrum, dat driekwart van de omzet in het VK groepeert.
“Het Verenigd Koninkrijk is ook belangrijk voor Ardo omdat fruit uit de hele wereld via Engeland naar Europa komt”, zegt voorzitter Philippe Haspeslagh. “We hebben relatief weinig problemen ervaren in onze voorbereiding op de brexit. Onze focus lag op logistiek, het vermijden van een flessenhals in de voorraadopslag, en het omgaan met de douane.”
Met zijn eigen distributiecentrum heeft Ardo alvast geen probleem met de geringe beschikbaarheid van opslagruimte in het Verenigd Koninkrijk. Voor douanezaken heeft het bedrijf al veel ervaring buiten de Europese Unie. “Dankzij die overzeese export kennen we de douaneformaliteiten goed. Toch hebben we geïnvesteerd in extra training voor onze lokale teams. We screenden ook onze logistieke partners over hun voorbereiding op de brexit.”
Over de monetaire risico’s maakt Philippe Haspeslagh zich evenmin grote zorgen. “De monetaire aanpassing gebeurde al twee jaar geleden. Dat gaf wel druk op de marges die we niet snel of volledig konden recupereren, maar dat is inmiddels achter de rug.”
Vorsselmans – ‘Eigen bedrijf in Londen is een voordeel’
De ramen- en gevelspecialist Vorsselmans is enkele jaren actief op de Londense markt. “De projecten van de voorbije jaren hadden een waarde tussen 1 en 10 miljoen pond”, vertelt CFO Kristel Vorsselmans. “Met de keuze voor Londen kunnen we onze activiteiten geografisch spreiden. De activiteiten in het Verenigd Koninkrijk waren in 2018 goed voor 24 procent van de omzet, voor 2019 mikken we op 18 procent.”
Vorsselmans richtte in Londen een eigen entiteit op, VGV Façades UK Ltd., en ging een samenwerking aan met een externe verkoper. Na het referendum behield het bedrijf zijn activiteiten in het VK. “We hebben aanvankelijk afgewacht wat de brexit zou brengen”, zegt Vorsselmans. “Dat we al enkele jaren een Engels bedrijf hebben, is een pluspunt. Het EORI-nummer bleek bijvoorbeeld al te bestaan.”
Voor het transport van bouwmateriaal doet Vorsselmans een beroep op een externe transporteur. “De praktische problemen bij de douane komen – hopen we – vooral bij de transporteur terecht. Wel hebben we in al onze offertes een clausule opgenomen die stelt dat alle vertragingen als gevolg van de brexit niet ten laste vallen van VGV Façades. Opslaan ter plekke is voor ons geen optie. We maken de afgewerkte producten in Loenhout en pas dan kunnen ze naar het VK. Wat we voor 29 maart kunnen maken, zullen we in de mate van het mogelijke ter plekke brengen. De timing van de producten zit ook mee: we zitten voor de komende projecten in de voorbereidingsfase en moeten daar in april niet meteen op de werf staan. Dat geeft ons ademruimte.”
Spaas Kaarsen – ‘Groei gezocht op andere markten’
Voor Spaas Kaarsen, een familiale kaarsenproducent uit Hamont-Achel, is het Verenigd Koninkrijk de op een na grootste exportmarkt. Na het referendum voelde het bedrijf meteen de impact van de nakende brexit. “De devaluatie van het pond met 20 tot 25 procent in de weken na het referendum hakte er meteen in omdat wij in pond factureren”, herinnert zich gedelegeerd bestuurder Ben Spaas.
Het bezorgde Spaas Kaarsen een moeilijk boekjaar 2016-2017, maar dankzij groei in andere West-Europese landen kon de onderneming zich herpakken in 2017-2018. Het belang van de Britse markt daalde daardoor van 35 naar 25 procent. Met de lessen van twee jaar terug in het achterhoofd anticipeerde Spaas Kaarsen ook op het doorrekenen van de extra kosten aan de Britse winkelketens – voor zover dat mogelijk was.
“De impact op het Britse pond na 29 maart kun je moeilijk voorspellen”, beaamt Ben Spaas. “Na het wegstemmen van het akkoord in het Britse parlement bijvoorbeeld was er nauwelijks impact op de wisselkoers. Voor de situatie na de brexit is de zenuwachtigheid groter. Daarnaast verwachten we meer impact van de douaneformaliteiten en hebben we de extra kosten bij onze logistieke partner begroot. Die kosten willen we doorrekenen aan onze klanten. Idem voor de kosten die extra voorraadopslag en langere levertijden met zich brengen.”
Familiebedrijven – de levensader van onze economie
Drie kwart van de Belgische ondernemingen zijn familiebedrijven. Ze zijn goed voor een derde van ons bruto binnenlands product en 45 procent van de werkgelegenheid. Familiebedrijven zijn de levensader van onze economie. Meer dan ooit wil Trends die levensader aandacht geven. En dat doen we via alle kanalen die we ter beschikking hebben. Maandelijks publiceren we in dit magazine een uitgebreid artikel over een thema dat de familiale bedrijven bezighoudt. Daarnaast is er een aparte website: www.trends.be/familybusiness. Op Kanaal Z ziet u boeiende en praktische getuigenissen over de familiale problematiek. En er is de maandelijkse nieuwsbrief Trends Family Business, die een brede waaier familiale onderwerpen behandelt.
Met de steun van BDO
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier