‘Hoe meer files, hoe beter voor ons’
Het Limburgse Move Intermodal houdt jaarlijks 80.000 vrachtwagens van de weg. Het haalt containers en laadbakken op bij zijn klanten en plaatst die op treinen of schepen. Met steun van het investeringsfonds Down2Earth wil Move zijn omzet verdrievoudigen.
Sinds april heeft het investeringsfonds Down2Earth een minderheidsbelang in de Genkse logistieke specialist Move Intermodal. Ivo Marechal, medeoprichter van Down2Earth en de voormalige topman van het Genkse transportbedrijf H. Essers, kent CEO Luc Driessen van het nabijgelegen Move al meer dan twintig jaar. Wat bracht hen opnieuw samen? “Vriendschap”, glundert Marechal. Driessen: “Noem het liefde.”
Luc Driessen startte in 2011 met het bedrijf, dat toen werd afgesplitst van de Nederlandse transportgroep Ewals International, waar hij directeur was. Hij deed de managementbuy-out met CFO Jan Vandommele. De operatie werd financieel ondersteund door de Limburgse ondernemer Peter Croonen, ook bekend als de voorzitter van de voetbalclub KRC Genk.
Move haalde in 2010 met weg- en spoortransport tussen de Benelux en Italië 50 miljoen omzet en was verlieslatend. Er werkten 70 mensen. In 2017 waren 251 medewerkers goed voor 82,8 miljoen geconsolideerde omzet en een voor de sector uitzonderlijke bedrijfscashflow van 4,7 procent.
Voor dit jaar wordt 95 miljoen omzet gebudgetteerd. “Jarenlang konden we een laag profiel aanhouden, maar stilaan komen we door ons volume in het vizier van mogelijke overnemers”, zegt Driessen. “We hadden de keuze tussen eten of gegeten worden, doorgroeien of verkopen. De aandeelhouders besloten te eten.”
Marechal neemt als voorzitter de plaats van Croonen over, die wel aandeelhouder blijft. Vandommele verkocht zijn aandelen. COO Kees Winters participeert ook in de managementbuy-out. De financiële details van de transactie zijn niet bekend. Volgens de jongste jaarrekening had Move een eigen vermogen van 6,8 miljoen en 22 miljoen vreemd vermogen. Nu beschikt het over een grote oorlogskas voor overnames. “Doelwit zijn binnen- en buitenlandse ondernemingen met een omzet van 20 tot 50 miljoen euro”, voorspelt Marechal. “We streven in vijf jaar naar een omzet van 200 tot 250 miljoen euro.” Driessen: “Nu kunnen we in een sneller tempo groeien dan we eerder van plan waren.”
Geen groei om de groei
Move vervoert de containers en laadbakken van en naar de klanten om ze in spoorterminals over te laden op treinen. Dit gebeurt ‘synchromodaal’, de goederen veranderen niet van laadeenheid, wel van transportmiddel.
De wissel van weg naar spoor – soms ook binnen- of kustvaart – gebeurt op terminals die Move in joint venture uitbaat (Geleen) of huurt (Duisburg, Antwerpen, Genk). De goederen gaan van en naar Italië, Spanje, Portugal, Slovenië, Slowakije, Tsjechië, Denemarken, Groot-Brittannië, Zweden of Turkije.
Voor de deregulering van het cargospoortransport in 2007, moesten de vervoerders voor een trein naar Italië voor elk landelijk traject contracten uitwerken met de NMBS, Deutsche Bahn, Schweizerische Bundesbahnen en Ferrovie dello Stato.
Vandaag gebeurt het vervoer ‘interoperationeel’, met één trein die zonder tussenstops en tussentijdse controles over de grenzen heen naar de eindbestemming rijdt. Move organiseert het transport bij voorkeur met een private transporteur, zoals Railtrax.
De treinstellen die naar het zuiden vertrekken, mogen maximaal 600 meter lang zijn en 1600 ton goederen bevatten. Een algoritme bepaalt in welke volgorde de goederen worden opgehaald en geschikt in de laadbakken en de containers. Driessen: “Hoe groter het volume van de transporten, hoe efficiënter we de goederen kunnen schikken en hoe competitiever we zijn. Groeien is dus niet alleen een kwestie van de grootste te willen zijn, maar ook een operationele noodzaak.”
Meer dan Italië
Door de tanende mobiliteit op de weg vinden ondernemingen de weg naar Genk. “Hoe meer files, hoe groter ons concurrentievoordeel, hoe beter voor onze omzet”, weet Driessen. “Onze 1000 treintrajecten per jaar houden 80.000 vrachtwagens van de weg.”
Move trekt dus de kaart van de ecologie. Het muziekfestival Pukkelpop bijvoorbeeld schakelt Move in om zijn tenten over het Albertkanaal naar Limburg te vervoeren. Het is de uitzondering. “Ik maak me geen illusie dat we met een ecologisch imago commercieel het verschil maken”, redeneert Driessen. “De kostprijs is nog altijd de belangrijkste parameter bij een offerte. Dan volgt de capaciteitsbeheersing, de flexibiliteit en de betrouwbaarheid van onze dienstverlening. Als die vier in orde zijn, wil de klant ook wel duurzame overwegingen laten meespelen. Geen enkele klant wil een euro meer betalen omdat we zo’n sympathiek groen bedrijf zijn.”
De intermodale aanpak heeft ook succes bij klanten die problemen hebben omdat ze geen chauffeurs vinden voor een reis heen en weer naar Italië, die een week kan duren. Driessen: “Wij brengen goederen in 24 uur naar Italië. Een vrachtwagen met een chauffeur kan dat nooit.”
Italië is goed voor twee derde van de cargo. Het Spaanse aandeel is 10 procent. Move heeft commerciële kantoren in Genk, Nederland (Breda), Duitsland (Duisburg), Italië (Novara), Slowakije (Kosice), Turkije (Istanbul), Spanje (Tarragonna) en een vertegenwoordiger in het Verenigd Koninkrijk en Scandinavië. “Ons buitenlands commercieel netwerk staat er, maar de capaciteit is onderbenut”, erkent Driessen. “We willen het aandeel van de andere landen opkrikken.”
Geen stille investeerder
Petrochemische groepen zijn de belangrijkste klanten van Move, maar ook de voedings-, bouw-, distributie- en metaalsector klopt aan in Genk. Ook in de breedte wil Move uitbreiden. Driesssen: “We willen voor onze bestaande klanten meer toegevoegde waarde creëren in hun logistieke waardeketen.”
Een voorbeeld maakt het duidelijk. Move Intermodal werkt voor de Olense rijstfabriek Uncle Ben’s. Vier vijfde van diens rijst komt uit Noord-Italië. Move Intermodal haalt er bij de boeren in Piemonte rijst in bulk op, brengt die naar de treinterminal in Novara, waar de bloktrein vertrekt naar Genk. Daar wordt de rijst ontgast en opgeslagen, en op afroep uit Olen met een binnenschip naar de fabriek vervoerd. “Tot voor twee jaar werd bijna al de rijst over de weg aangevoerd”, zegt Driessen. “Met onze intermodale aanpak dragen we bij tot de doelstelling van het moederbedrijf Mars Food om volledig CO2-neutraal te worden.”
De interne groei vereist ook een andere operationele aanpak, waarbij Move Intermodal zijn strategische meerwaarde voor de klanten kan bewijzen. En laat dat de strategie zijn die Ivo Marechal jarenlang heeft gevoerd bij H. Essers. Driessen: “Onze nieuwe voorzitter is gelukkig geen stille investeerder (zie kader Met Down2Earth naar de Europese profliga). Ik apprecieer dat hij hyperactief meewerkt aan onze strategie.”
Met Down2Earth naar de Europese profliga
Move Intermodal is de eerste participatie van Down2Earth II, het tweede investeringsfonds van Ivo Marechal, Alain Keppens en Peter Kloek. Het fonds heeft 110 miljoen euro opgehaald bij 150 voornamelijk Vlaamse industriële investeerders. Het drietal haalde in 2013 al 66 miljoen euro op voor het eerste fonds Down2Earth.
Persberichten noemen LRM, Bank Degroof, de Broeders van Liefde, Conny Vandendriessche (Accent), Caroline Maesen (ex-Actief Interim), de familie Boone (Lotus Bakeries), Veerle Coopman (Coopman Liften), Jos Peeters (Capricorn) en Dries Van Canneyt (ex-Unilin) als aandeelhouders. Dat wil Down2Earth niet bevestigen.
De Limburgse burgerlijk ingenieur Ivo Marechal is de gewezen CEO van de transportgroep H. Essers. Oost-Vlaming en economist Alain Keppens en Antwerpenaar en jurist Peter Kloek komen beiden van Gimv. Marechal: “Ons actieterrein is heel Vlaanderen. Onze verschillende achtergronden vullen elkaar perfect aan. Dat is nodig omdat we de bedrijven actief bijstaan met advies. Wij zijn geen klassiek private-equityfonds dat vier keer per jaar enkele jongens in maatpak met een spreadsheet naar de vergadering stuurt. Wij willen kmo’s met een uniek product die in tweede spelen, naar de Europese profliga begeleiden. We ondersteunen hun buy and build-strategie drie tot acht jaar met onze financiële middelen, kennis in de sector, managementervaring of financiële kennis. Dan zijn ze klaar om met een nieuwe partner naar een nog hogere versnelling te schakelen.”
Als voorbeeld verwijst hij naar Conteyor. De producent van herbruikbare verpakking voor de logistiek is de eerste investering van Down2Earth. Bij de participatie in 2014 had het 31 miljoen omzet. “Een bedrijf van die omvang aarzelt om internationaal sterk te groeien, maar na de overname volgden onder onze inspiratie overnames en investeringen in Duitsland, Rusland, de VS, Zuid-Amerika en Azië.” Conteyor werd de Europese marktleider met 80 miljoen omzet. Het werd vorige maand verkocht aan het Nederlandse Gilde Equity Management voor een bedrag vijf keer hoger dan de investering, melden media. Volgens Marechal is het “veel meer”.
Down2Earth verkocht eerder het logistieke interimbedrijf VIO na een sterke groeifase aan SD Worx, net als een deel van de transportpoolingspecialist Contraload aan Gimv. De portfolio van Down2Earth bevat nog het tanktransportbedrijf Trafuco, VK Architects & Engineers, Gudrun Chocolats, de doodkistenfabrikant Funico, de schademanager DPS, de verlichtingsproducent Orbit, de producent van flenzen Hertecant Flanges en de voegenspecialist HCS. De bedrijven rond Down2Earth deden sinds de intrede veertien overnames. “Het staat in de sterren geschreven dat ook Move het overnamepad betreedt”, voorspelt Marechal.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
Move Intermodal
-
Maatschappelijke zetel:
Genk
-
Sector:
Transport: algemeen of meer dan één specialiteit, logistiek
-
Toegevoegde waarde:
4772041