Het internet van de toekomst in de praktijk: ‘Ik kan me niet voorstellen dat iemand nu nog zou knoeien met een 50 MB-snelheid’

Kristiaan Grauwels
Kristiaan Grauwels
Thomas Smolders medewerker Trends

In België is men bezig met de massale uitrol van een glasvezelnetwerk, maar wat betekent dat snelle internet nu in de praktijk? Kristiaan Grauwels, cameraman en maker van de documentaire ‘Voorgoed verpest?’, vertelt over de impact van fiber op zijn job.

Wie ‘s avonds gezellig voor de buis zit, denkt zelden na over hoe die beelden op het scherm zijn beland. Er is een cameraman die iets filmt en de omroep zendt de beelden vervolgens uit, maar de verbinding tussen die twee actoren is cruciaal. ‘Toen ik vijftien jaar geleden voor de VRT begon te filmen, waren er weinig manieren om een beeld in Brussel te krijgen’, zegt cameraman Kristiaan Grauwels. ‘Vaak moest een satellietwagen ter plaatse komen of stuurden we de bestanden via een straalverbinding door. Overal in Vlaanderen had de VRT schotels opgesteld die analoog beelden konden doorseinen tot in Brussel.’

Tegenwoordig is dat wel even anders, want de manier waarop men filmt is sterk geëvolueerd. ‘High Definition was een grote vooruitgang, en inmiddels zijn we beelden in 4K ook gewoon. De eerste 8K-televisies duiken op, al zijn er nog weinig programma’s met die beeldkwaliteit. We botsen wel op de limiet van wat men nodig heeft in een doorsnee huiskamer. Op een bepaald moment vallen de voordelen van extra pixels weg. Tegelijkertijd zijn er andere evoluties, bijvoorbeeld op vlak van kleurenbereik, die de bestanden zullen vergroten’, zegt Grauwels.

Lees verder onder de podcast

42 terrabyte aan video

Het gevolg van die innovaties is dat al het bronmateriaal van een uitzending van een uur al snel zeer omvangrijk is. ‘Ik maakte onlangs een documentaire voor de VRT, waarvoor ik 42 terabyte aan materiaal draaide. Tien jaar geleden zou ik er niet aan mogen denken om daar zelfs maar een stuk van door te sturen.’

Doorgaans werken Grauwels en zijn collega’s met proxies, kleinere versies van de opnamebestanden. ‘Op het einde van een draaidag maken we drie backups op een harde schijf. Eentje daarvan vertrekt naar de montage, waar men ze op servers inlaadt en er nog een backup volgt. Het originele bronmateriaal op de cloud bewaren was jarenlang onbegonnen werk. We werkten vooral met proxies die we naar de cloud stuurden zodat de regisseur en andere mensen van de productie de beelden konden bekijken. Dankzij sneller internet is dat nu wel mogelijk, want fiberinternet kan die grote dataload aan.’

Een jaar geleden switchte Grauwels namelijk van internet via de klassieke koperkabel naar een glasvezelverbinding. ‘Dat was een no-brainer voor mij, al was ik uiteraard een beetje sceptisch over die theoretische snelheden. Onterecht, want het blies me weg. Ik kan me niet voorstellen dat iemand nu nog zou knoeien met een 50 megabit-snelheid.’

Zelden nog stress

Die uploadsnelheden liggen tegenwoordig op 1 gigabit per seconde, wat een grote impact heeft op het leven van Grauwels. ‘Soms is een documentaire pas klaar op de dag van uitzending. Als ik die vijf jaar geleden wilde doorsturen, bracht dat altijd de nodige stress met zich mee. Dat duurde een kleine vier uur, wat zeer riskant was. Er stond steeds een backup klaar in de vorm van een collega die met een harde schijf in de auto kon springen in geval van nood. We konden onze computer niet verlaten uit schrik dat er iets mis zou lopen. Nu is dat programma op 7 minuten verzonden. Ik win heel veel uren op een dag en zit met een pak minder stress.’

Ook de huisgenoten plukken de vruchten van dat sneller internet, zegt Grauwels. ‘Mijn zoon gamet en is zeer blij met de lagere latency. Vroeger was ik enkel cameraman, maar nu ben ik ook monteur. Mijn jobinvulling is enorm veranderd omdat alles sneller moet, en dankzij zo’n verbinding is dat ook mogelijk geworden.’

Beluister de podcastreeks Business Intelligence op Trends.be, Spotify of uw favoriete podcastapp.