Het eerste interview van Jürgen Ingels, Boris en Lorenz Bogaert: ‘De overheid onderschat de impact van succesvolle techondernemers’

Jürgen Ingels, Boris en Lorenz Bogaert: "Ondernemers en regels gaan niet altijd samen."
Myrte De Decker
Myrte De Decker redacteur Trends

Ze richtten elk een succesvol techbedrijf op, verkochten het voor ettelijke miljoenen euro’s en investeren dat geld nu in de volgende generatie ondernemers. Trends bracht Jürgen Ingels, Lorenz Bogaert en Boris Bogaert samen voor hun eerste gezamenlijke interview. Een gesprek over ondernemen, Jürgen Klopp, de meerwaardebelasting en een potentiële relatiebreuk.

Ze krijgen geen seconde rust. Tot in de wc’s worden Jürgen Ingels, Lorenz en Boris Bogaert aangeklampt door jonge techondernemers. Die zijn in het Gentse Wintercircus samengekomen voor de tweede editie van Slush’D, een techbeurs voor start-ups en scale-ups. Ze laten geen kans onbenut om aan de leidende figuren uit de techsector hun start-up te pitchen, advies te vragen of te hengelen naar groeikapitaal. “Wij komen uit een tijdperk waarin er vrijwel niets was voor techondernemers”, zegt Lorenz Bogaert. “Nu zijn er ondersteunende netwerken, in samenwerking met universiteiten en investerende ondernemers of events zoals Slush’D en Supernova. Dit moet een van de leukste momenten zijn om te starten als ondernemer.”

Lorenz Bogaert was medeoprichter van het sociale medium Netlog en ging na de exit als investeerder aan de slag. Sinds enkele jaren is daar ook de start-upfabriek Starapps bij gekomen, die al vier bedrijven op de wereld heeft losgelaten. Zijn broer Boris zit achter het onkostenplatform Xpenditure/Rydoo en richtte na de exit Pitchdrive op. Dat durfkapitaalfonds cashte dit voorjaar stevig op de verkoop van het Gentse legaltechbedrijf Henchman aan het Britse LexisNexis. Jürgen Ingels deed tien jaar geleden zijn betalingsbedrijf Clear2Pay van de hand en richtte het investeringsfonds Smartfin op. In maart haalde hij de voormalige Amerikaanse president Barack Obama naar België als gastspreker op zijn technologiefestival Supernova.

Hoe lukt het onze Belgische technologiesector om een zelfbedruipend ecosysteem te vormen?

JÜRGEN INGELS. “De overheid onderschat de impact van succesvolle techondernemers. Zij investeren een groot deel van het geld opnieuw in de economie en trekken zo een vliegwiel op gang. Nu draait dat rad een beetje stroef. Daarom moet de discussie over de meerwaardebelasting ten gronde worden gevoerd. Als de overheid beslist de exitbedragen te belasten, zal het vliegwiel misschien volledig stilvallen. Die 20 of 30 procent meerwaardebelasting is kapitaal dat niet in start-ups of scale-ups geïnvesteerd wordt. Ondernemers en investeerders zullen kleinere bedragen investeren of kiezen voor minder risicovolle alternatieven. Uiteindelijk zal de overheid moeten tussenbeide komen met subsidies om de techsector overeind te houden. En met alle respect: zij kan dat minder goed dan wij, omdat wij in de markt zitten en weten wat werkt.”

LORENZ BOGAERT. “Het is toch bizar dat sommigen die voor ons werken meer dan 50 procent belastingen betalen en dat onze exits niet belast worden? Wij zijn het enige land waar dat nog het geval is, enkele fiscale paradijzen uitgezonderd. Het is vooral belangrijk dat zulke beslissingen zo veel mogelijk Europees worden gestroomlijnd.

“Wij investeren onze winsten opnieuw in de techindustrie, maar in veel andere sectoren gebeurt dat niet. Zoals Jürgen ook zegt, moet een meerwaardebelasting kunnen, op voorwaarde dat die goed besteed wordt: als instrument om innovatie in jonge bedrijven te ondersteunen, en niet om de begroting op orde te krijgen.”

Wordt de sector stiefmoederlijk behandeld?

INGELS. “Er heerst vooral een verkeerd beeld van de technologiesector. Die is fundamenteel aan het veranderen. Jonge mensen hebben een idee, stellen zich een doel voor ogen en leggen de focus op de klant. Ze werven de beste tien profielen uit hun vakgebied aan, de backoffice is volledig geïntegreerd en geautomatiseerd en ze moeten geen fancy kantoor hebben. Zo zijn ze in staat in een paar jaar een bedrijf van 10 miljoen euro omzet te bouwen met een rentabiliteit van 70 procent. Dat staat haaks op eerdere generaties ondernemers, die hun onderneming letterlijk en figuurlijk lieten groeien. Dat model zal doorsijpelen naar andere sectoren, waardoor we veel rendabelere bedrijven krijgen. Er zal minder cash nodig zijn om een bedrijf te starten.”

Wat is de belangrijkste factor in dat nieuwe model?

BORIS BOGAERT. “Het gaat niet langer alleen over de CEO van een bedrijf. Het verhaal van de oprichters is even belangrijk geworden als het product. Oprichters moeten goede vertellers zijn en zo een menselijk gezicht geven aan harde technologie. Dat is om twee redenen belangrijk: om geld op te halen en om een bedrijfscultuur uit te bouwen. Een oprichter moet zich omringen met mensen die in het verhaal en de droom geloven.”

L. BOGAERT. “Omdat starters nu sneller een bedrijf met een aanzienlijke omzet kunnen bouwen, is de nadruk van investeerders verschoven naar early investment stages, zaai- en groeikapitaal, om er op tijd bij te zijn. In het Wintercircus lopen bankiers rond die willen praten. Ze zeggen dat ze de start-ups vroeger willen helpen, maar daar gaat het natuurlijk niet om. Ze willen hun investering sneller te gelde maken en op de rug van de jonge starters verdienen. Dat hebben die jongeren niet meer nodig, want met hun sterke team weten ze dat ze alles kunnen bereiken.”

INGELS. “Het jongste Smartfin-fonds haalde 250 miljoen euro op. Dat is eigenlijk een klein fonds, omdat ik ervan overtuigd ben dat gigantische fondsen niet meer nodig zullen zijn. De starters genereren zelf veel sneller cash. Als investeerder moeten we op een andere manier toegevoegde waarde creëren, door advies en ondersteuning te bieden.”

Volgen jullie de kritiek dat start-ups door zulke kapitaalrondes te snel hun eerste miljoen konden ophalen?

INGELS. “Daar ben ik het volledig mee eens. Ik heb iets tegen incubatoren die zich als een legbatterij voor start-ups opstellen. De ondernemers komen niet snel genoeg naar buiten, gaan niet naar de klant en testen het product veel te laat in de markt. De eerste wolf die voorbijkomt, vreet het bedrijf op, terwijl ze wel een hoop geld hebben ontvangen. Dat is pure verkwisting.”

L. BOGAERT. (Tegen Ingels) “Er zijn er ook goeie initiatieven, zoals Vlaio. Die spelen een belangrijke rol voor de eerste investeringen. De bedrijven van Starapps weten: als het niet goed is, dan krijg je niets. Vlaio-subsidies zijn een belangrijke startmotor.”

B. BOGAERT. “België heeft mooie initiatieven, zoals imec.istart en Startit @KBC. Ik geloof niet dat start-ups zomaar makkelijk een miljoen kunnen ophalen. Je moet een heel sterke pitch hebben en goed omringd zijn. In 99 procent van de gevallen investeren we niet. Ik denk dat het bedrag zwaar wordt overschat.”

Wat is het maximumbedrag dat jullie in een start-up pompen?

L. BOGAERT. “Bij het eerste Pitchdrive-fonds vier jaar geleden leefde het idee: met 200.000 euro kunnen we een wereld van verschil maken. Nu is dat gemiddeld het dubbele.”

INGELS. “Dat komt vooral door de lonen: de kostprijs om een team op te zetten, is veel groter geworden. De beste mensen komen met een eisenpakket. Kwaliteit kost geld.”

B. BOGAERT. “Ik geloof dat je het salaris onder controle kunt houden met equity (aandelenopties in het bedrijf, nvdr). Zo deden we het bij Xpenditure/Rydoo.”

Waarom zijn jullie zo’n grote fan van aandelenopties voor werknemers?

B. BOGAERT. “Ik heb nog nooit een verkeerde aanwerving gedaan als de sollicitant equity boven een hoger loon verkoos. Dan weet je dat die persoon gelooft in het verhaal. Belgen kiezen helaas vooral voor het tweede. Mensen moeten beseffen dat er alternatieven zijn.”

L. BOGAERT. “Het is een goede manier om werknemers te belonen, zeker nu de auteursrechten voor programmeurs en ingenieurs zijn afgeschaft. Zij zijn het belangrijkste in ons vak. Met equity of andere vormen van beloning toon je respect voor de ontwikkelaar en krijgt die waardering voor zijn creaties.”

B. BOGAERT. “De alternatieve verloningssystemen moeten beter onderwezen worden. Als het bedrijf heel succesvol wordt, dan cash je meteen. In België zijn optieplannen heel interessant voor early stage start-ups, maar er is werk aan de winkel voor de overheid om dat ook interessant te maken voor scale-ups.

Equity is dus een manier om engineers warm te maken om zelf te ondernemen?

L. BOGAERT. “Ontwikkelaars zijn een belangrijke pilaar van het ecosysteem. Het is goed dat ze een plaats krijgen in het Wintercircus of op een event als Supernova om geïnspireerd te raken, hun job nog beter uit te voeren of zelf te ondernemen.”

‘In het Wintercircus lopen bankiers rond die willen praten. Ze zeggen dat ze de start-ups vroeger willen helpen, maar daar gaat het natuurlijk niet om’

Lorenz Bogaert

INGELS. “Maar je mag ondernemen ook niet romantiseren. Het is heavy stuff. Je werkt superhard, je slaapt slecht, je hebt stress. Het is heel slecht voor je gezondheid.”

L. BOGAERT. “In mijn eerste gesprek met oprichters schrik ik hen altijd af: ‘Je weet toch waar je aan begint, want het is heel hard werken en weinig slapen. Heb je een lief? Hou er dan rekening mee dat je relatie slecht kan aflopen.’ Ik ga daar ver in, want als de partner niet mee is, dan gebeurt het niet. Je mist een heel groot deel van het familiale leven.”

Bij de succesverhalen komt er altijd een moment waarop de cijfers onder druk van investeerders primeren op het verhaal. Wanneer moet de oprichter evolueren naar manager?

B. BOGAERT. “Dat voel je aan. De eerste tegenwerking voel je bij de kaap van vijftig medewerkers, als de bedrijfspolitiek toeneemt over wie pakweg welke bedrijfswagen krijgt. Wij hebben Xpenditure rond die kaap verkocht.

“Ik geloof sterk in het verhaal van de tien jaar: als oprichter kun je maximaal tien jaar werken in het tempo dat nodig is om een succesvolle start-up op te bouwen. Ik refereer graag aan de voetbaltrainer Jürgen Klopp, die bij Liverpool vertrok na tien jaar vol successen. Dat deed hij niet omdat ze hem weg wilden, maar omdat het genoeg was geweest. Soms moet je nieuwe keuzes maken.”

L. BOGAERT. “Tegen alle jonge ondernemers zeg ik dat ze verkeerd bezig zijn als ze het niet graag meer doen of alleen blijven hangen voor de titel, de voordelen of het salaris. Dat is het moment om een externe CEO te vinden. En dat doe je best op een hoogtepunt.”

‘Ik ben ervan overtuigd dat gigantische fondsen niet meer nodig zullen zijn. De starters genereren zelf veel sneller cash’

Jürgen Ingels

INGELS. “In de start-upfase heb je chaos nodig. Het bedrijf mag niet te gestructureerd zijn, want dan verdwijnt de creativiteit. Nadien moeten er regels zijn. Dan moet een CEO overnemen. Ondernemers en regels gaan niet altijd goed samen.”

Is het een zwakte dat de Belgische techscene zich in Gent concentreert?

B. BOGAERT. “Gent is juist een erg krachtig voorbeeld. Er wordt veel gedeeld en de pay it forward-mentaliteit is sterk aanwezig. In Wallonië vind je zoiets niet.”

INGELS. “Op dat model is onze techscene gebouwd. Netlog en Clear2Pay hebben hun zonen en dochters uitgestuurd. Zo zijn een vijftiental nieuwe, zeer succesvolle bedrijven ontstaan. Die hebben op hun beurt weer een rist start-ups voortgebracht. Dat multiplicatoreffect wordt serieus onderschat. Er moet trouwens geen concurrentie zijn tussen de steden. Welvaart wordt in een regio gecreëerd, niet in een stad.”

Zorgt die piramidestructuur niet voor een scenario waarin ondernemers snel willen verkopen om het volgende succesverhaal niet te missen?

L. BOGAERT. “Te vroeg verkopen – ik ben er zelf een slecht voorbeeld van – is een slecht idee. Het gebrek aan een meerwaardebelasting zorgt dat ondernemers nog meer geneigd zijn een mooi aanbod te aanvaarden. Toch vind ik het heel bizar hoeveel Belgische techbedrijven in buitenlandse handen komen.”

B. BOGAERT. “De waarderingen van onze start-ups zijn gewoon lager dan in de Verenigde Staten. De Amerikanen doen hier soms koopjes. Deftige beursintroducties zijn er ook bijna niet, hoewel onze ingenieurs bij de besten van de wereld behoren. Maar ik vind het net goed dat al die oprichters en zelfs intrapreneurs na een exit opnieuw beginnen. Er mogen meer serieondernemers en -investeerders komen in België.”

Bereiken we niet stilaan de limieten van wat kan worden geoptimaliseerd of uitgevonden?

(SAMEN). (Verontwaardigd) “Absoluut niet!”

INGELS. “Technologie zal de maatschappij fundamenteel veranderen. De komende tien jaar worden wild.”
B. BOGAERT. “De snelheid waarmee dat zal gebeuren, kunnen we ons niet voorstellen. We zijn nu met 8 miljard mensen. Over twee jaar zal artificiële intelligentie genereren wat 100 miljard mensen zouden kunnen produceren. Tegen 2028 zitten we op de output van een triljard mensen. Dat is een ongeziene exponentiële groei.

‘Ik kan geen uitvoerende job meer bedenken waarvan ik denk dat die niet door een machine kan worden vervangen’

Boris Bogaert

“Ik kan geen uitvoerende job meer bedenken waarvan ik denk dat die niet door een machine kan worden vervangen. Mensen zullen veel meer vrije tijd krijgen. Over die situaties moet nu al worden nagedacht. Zeker over de kostprijs van elke job die zal verdwijnen.”

INGELS. “We zullen een minimumloon moeten invoeren, want 10 procent van de mensen zal een betaalde job hebben en de overige 90 procent zal het veel moeilijker hebben. Een deel van de bevolking zal heel rijk zijn en een deel zal niets meer hebben. Als dat niet tijdig en goed wordt gereguleerd, komt er een sociale opstand. Om dat te financieren, gok ik op een soort belasting op robotica of AI.”

L. BOGAERT. “Of een meerwaardebelasting.” (lacht)

Wat is volgens jullie de volgende unicorn of exit in de grootteorde van Henchman?

L. BOGAERT. “De jongste generatie spreekt niet meer over die unicornstatus, maar over een ‘multi billion dollarcompany’. Ik vind het leuk dat ze allemaal zo ambitieus zijn, maar ik zou het al tof vinden mochten de oprichters uit Starapps tevreden zijn over de samenwerking en dat in de toekomst nog willen doen. Al droom ik ervan dat ze allemaal samen minstens een unicorn zullen zijn.”

B. BOGAERT. “Henchman is een uitzondering. Wat dat in zo’n korte termijn heeft gerealiseerd, is voor een fonds als het onze extreem snel. Maar we hebben een heleboel mooie start-ups die staan te dringen om open te bloeien, zoals de Gentste parels Nine/ID, Vendorvue, Donna, Bizzy, Fixform en Introw.”

INGELS. “Uit de Smartfin-portfeuille: de managementtool BrightAnalytics. Het is vooral belangrijk zo veel mogelijk bedrijven uit te bouwen die toegevoegde waarde creëren. Zij moeten ervoor zorgen dat de welvaart en de welstand in Vlaanderen blijft. We moeten geen Bokrijk worden.” z

Bio Jürgen Ingels

1971 Geboren in Roeselare
1990-1996 Politieke en sociale wetenschappen aan de Universiteit Antwerpen, aangevuld met een MBA
1997 Begint zijn professionele carrière bij Dexia Ventures
2014 Verkoopt zijn bedrijf Clear2Pay aan FIS
Sinds 2015 Oprichter en managing partner van investeringsfonds SmartFin
Sinds 2015 Bestuurder bij onder meer WDP, Materialise, Deliverect, Ghelamco, GuardSquare, Itineris en Royal Antwerp F.C.
Sinds 2019 Organisator van onder meer het technologiefestival Supernova en de ruimtevaartexpo SPACE – The Human Quest
2020 Auteur van 50 lessen voor ondernemers en De verovering van de ruimte

Bio Lorenz Bogaert

1976 Geboren in Aalst

1999 Medeoprichter sociale netwerken ASL en Redbox

2001 Master rechten (VUB)

2002 Master law & management ICT (Université de Namur)

2007 Medeoprichter Netlog

2012 Netlog/Twoo wordt voor 19 miljoen euro verkocht aan de groep boven Tinder

Sinds 2012 Medeoprichter van onder meer Realo, Delta, Rydoo, FixForm, Bizzy, Introw

2019 Richt het durfkapitaalfonds Pitchdrive op, medeoprichter Gentse start-uphub Wintercircus

Sinds 2020 Medeoprichter van start-upfabriek StarApps

Bio Boris Bogaert

1974 Geboren in Aalst
1994 – 1997 Communicatiemanagement (EhB)
1997 Mee aan de kar getrokken bij de eerste Belgische internetproviders Eunet/Ping, later verkocht aan KPN/QWEST
2002 CCO en partner bij Spacechecker, later verkocht aan Trimble
2007 Director business development EMEA Netlog/Twoo, verkocht aan de groep boven Tinder
2011 Medeoprichter en CEO van Cardwise, in 2014 hernoemd tot Xpenditure en later Rydoo
Sinds 2011 Businessangel voor meerdere start-ups
2017 Xpenditure wordt verkocht aan Sodexo Group, wordt COO van Rydoo
2020 Vicevoorzitter en lid van de raad van bestuur van Flanders Investment & Trade
Sinds 2021 Medeoprichter en managing partner van het durfkapitaalfonds Pitchdrive

Partner Content