Hein Lannoy (CEO Assuralia): ‘Ik begrijp frustraties van verzekerden’
Hein Lannoy stapte over van de financiële waakhond FSMA naar Assuralia, van een toezichthouder naar een belangenvereniging. Is hij een boswachter die stroper wordt? “Ik zie me eerder als een boswachter die een gids in het bos wordt”, zegt de nieuwe CEO van Assuralia, de federatie van de verzekeringssector.
Hein Lannoy (56) begon zijn nieuwe baan bij Assuralia vanuit zijn woonkamer. “Het startte anders dan ik me had voorgesteld. Mijn eerste toespraak voor een zeventigtal medewerkers gebeurde via een videochat. Ik praatte tegen zwarte schermen. Dat is bizar, want je ziet en hoort de reacties niet. Ik durfde geen mopjes te maken.” Ondertussen gaat hij twee keer per week naar kantoor. “De medewerkers mogen vrijwillig komen. Ik vermoed dat ik ten vroegste in september iedereen zal zien. Het nieuwe normaal zal ook niet het oude normaal zijn. We weten nu dat thuiswerken de efficiëntie zelfs kan verhogen. Enkel voor moeilijke dossiers is het een nadeel als je elkaar niet in de ogen kunt kijken.”
De verzekeraars en de tussenpersonen moeten duidelijk en in een eenvoudige taal communiceren over de dekking die ze bieden
Hoe groot is uw affiniteit met de verzekeringssector?
HEIN LANNOY. “Ik leerde de sector goed kennen toen ik op het kabinet van minister van Economie Kris Peeters (CD&V) werkte. Voor een aantal dossiers, zoals de omzetting van de Europese kapitaalregels Solvency II naar Belgische wetgeving, heb ik nauw samengewerkt met de sectorfederatie. Ik heb ook lang bij de financiële toezichthouder – vroeger CBFA, nu FSMA – gewerkt. Daarom zou ik nooit hebben overwogen voor één verzekeringsonderneming te werken.”
Waarom niet?
LANNOY. “Als toezichthouder ben je gebonden door het beroepsgeheim. Maar ik weet natuurlijk zaken van individuele verzekeringsondernemingen. Ik zou niet in een situatie willen terechtkomen dat er een belangenconflict dreigt of dat je kennis hebt over concurrenten die je niet hoort te hebben. Dat is niet gezond, niet wenselijk en niet ethisch. In deze functie bij Assuralia dien ik het gemeenschappelijke belang en stelt zich dat probleem niet. Ik word geen stroper, maar een gids in het bos voor onze leden. Verzekeraars hebben er alle belang bij de regels correct toe te passen.”
Wat kan er beter in de sector?
LANNOY. “Communicatie is een pijnpunt. De verzekeraars moeten beter uitleggen wat hun vak is en hoe verzekeringen werken. Er zijn nu eenmaal beperkingen. Mensen kennen vaak hun polis niet en weten niet wat precies gedekt is. Het is een moeilijke boodschap, die verzekeraars toch moeten brengen. Soms hebben mensen hun hele leven premies betaald en kunnen ze toch geen aanspraak maken op een schadevergoeding. Dat is moeilijk te begrijpen en daar reageren mensen op.”
Mensen kwamen tot de vaststelling dat een pandemie voor de verzekering geen geldige reden is om een reis te annuleren.
LANNOY. “Als ze ziek worden door het virus wel. Maar ik begrijp de frustratie: het begrip ‘annulatieverzekering’ lijkt te suggereren dat elke annulatie gedekt is. Mocht dat zo zijn, dan zou de premie drie tot vier keer zo hoog zijn.”
Hoe gaat u dat uitleggen aan de consumenten?
LANNOY. “De verzekeringsbedrijven hebben een belangrijke maatschappelijke rol te vervullen: ze bieden mensen bescherming tegen risico’s. Maar het is geen honingpot die zo diep is als je je maar kunt indenken. Wie zijn huis verzekert, moet weten dat een dak van stro of hout veel meer risico’s inhoudt dan een dak met pannen. De premie hangt af van de berekende risico’s en het aantal schadegevallen in het verleden. Hoe ruimer de dekking die je wilt, hoe hoger de premie oploopt. Tegelijk zijn nogal wat mensen op zoek naar de goedkoopste verzekering. Daarom is het noodzakelijk dat de verzekeraars en de tussenpersonen duidelijk en in een eenvoudige taal communiceren over de dekking die ze bieden.”
Tijdens de corona-epidemie bleek dat de arbeidsongevallenverzekering niet tussenbeide kwam als mensen tijdens de werkuren besmet raakten met het virus. Organisatoren van evenementen kwamen erachter dat ze niet verzekerd waren tegen een pandemie. Bestaat het risico dat burgers en bedrijven twee keer nadenken voor ze een verzekering afsluiten?
LANNOY. “U zult mij nooit verzekeraars horen verdedigen die zaken uitsluiten via onduidelijke clausules. Het moet bij de ondertekening van het contract voldoende duidelijk zijn wat gedekt is en wat niet. Dan vermijd je die frustraties. Maar de vraag is altijd: is iets technisch verzekerbaar? Dat wil zeggen: is er een voldoende grote groep verzekeringsnemers om de risico’s over te verdelen? En je moet de risico’s ook kunnen isoleren. Dat kun je niet bij een wereldwijde crisis zoals vandaag. Herverzekering is daardoor geen evidentie. Maar er is behoefte aan zo’n verzekering. Assuralia is een denkoefening gestart om hierop een gepast antwoord te geven.”
In bepaalde landen, zoals de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, kiezen overheden de kant van de verzekerden. Ze willen verzekeringsmaatschappijen dwingen de schade veroorzaakt door de pandemie te vergoeden.
LANNOY. “Er zijn in Europa, en zelfs in België, ook partijen die wetsvoorstellen in die zin willen indienen. Er zijn goede argumenten tegen zo’n aanpak. Zo vraagt de Nationale Bank, die prudentieel toezicht houdt op de verzekeringsondernemingen, de sector om voorzichtig te zijn met uitkeringen. We weten niet hoe zwaar de economische schade is die nog op ons afkomt. Er moet ook een gelijk speelveld zijn voor de verzekeringsmaatschappijen uit binnen- en buitenland. De vraag moet op Europees niveau worden beantwoord.”
Worden verzekeringen de komende jaren duurder of goedkoper?
LANNOY. “Mijn buikgevoel zegt me dat de frequentie van natuurrampen zoals stormen en tyfoons gaat toenemen door de klimaatverandering. Als je de schade veroorzaakt door die rampen wilt blijven verzekeren, behoort een premieverhoging tot de mogelijkheden.”
Onze auto’s stonden maandenlang stil. Mensen die thuis werkten of tijdelijk werkloos waren, hadden geen arbeidsongeval. Heel wat verzekeraars zullen in 2020 toch minder schade uitbetalen, terwijl ze evenveel premies ophaalden?
LANNOY. “Verzekeraars worden zeker niet slapend rijk. Ik hoor dat sommige verzekeraars voor auto-ongevallen alweer bijna op het niveau van vorig jaar zitten. Er is minder verkeer, maar de ongevallen zijn zwaarder. En als we deze zomer met z’n allen uitstapjes naar zee of de Ardennen maken, kunnen er meer ongevallen dan anders gebeuren. Hospitalisatie- en gezondheidsverzekeringen zullen misschien meer dan vroeger worden aangesproken. Het is nog te vroeg om daar iets zinnigs over te zeggen. Laat ons de rekening maken aan het einde van het jaar. Het kan dat sommige verzekeraars met een grotere marge aan de eindstreep komen. Maar andere, zoals de nichespelers in de medische sector, zullen aan het einde van het jaar misschien minder overhouden. Een aantal verzekeraars zal misschien wel een geste willen doen naar de klanten. Je zou nu al op een sloganeske manier van alles kunnen beloven, maar daardoor flink in je eigen voet schieten. Ik betwijfel of het wenselijk is dat verzekeraars zich daartoe laten verleiden.”
Hoe groot is de impact op de sector?
LANNOY. “Dat zal ten vroegste in de tweede jaarhelft blijken. Het is duidelijk dat we voor een diepe economische crisis staan. De sector beschikt gelukkig over een grotere solvabiliteitsbuffer dan tijdens de financiële crisis. De verzekeringsmaatschappijen hebben een belangrijke inspanning gedaan om hun solvabiliteit op te krikken conform de Solvency II-regels.”
De keerzijde is dat de verzekeraars door Solvency II vooral in obligaties beleggen en nauwelijks nog in aandelen. Heel wat bedrijven die door de coronacrisis zwaar getroffen zijn, zoeken vers kapitaal. Maar de verzekeraars kunnen daarbij niet helpen?
LANNOY. “U raakt een heel gevoelig punt aan. Met de Europese Solvency II-richtlijn worden de verzekeraars ontmoedigd om op lange termijn te beleggen in bedrijven via bedrijfsobligaties of aandelen. De kapitaalvereisten of de bijkomende voorwaarden voor zulke beleggingen zijn loodzwaar. De sector heeft dat aangekaart en er is een herziening van de Europese richtlijn aan de gang. De verzekeraars zijn ook vragende partij om meer in infrastructuur te beleggen. Hier situeren de problemen zich vooral aan de aanbodzijde. Daar kan de Europese green deal misschien verandering in brengen.”
Is de sector mee met de digitalisering? Het is toch niet meer van deze tijd dat je een polis drie maanden voor de vervaldag met een aangetekend schrijven moet opzeggen?
LANNOY. “De sector doet veel inspanningen en ik heb niet het gevoel dat hij achter loopt. Maar er is voorlopig niets dat evenveel rechtszekerheid biedt als een aangetekende brief. Ik ben het met u eens dat dat ouderwets overkomt. Misschien dat het met de technologische vooruitgang eenvoudiger zal worden, mét evenveel juridische zekerheid.”
Bio
· Geboren op 28 juni 1964 in Roeselare
· Licentiaat in de rechten KU Leuven
· Start in 1988 als advocaat bij het kantoor Vandermensbrugghe
· 1991-2008: diverse functies in prudentieel toezicht bij de Commissie voor het Bank- en Financiewezen (CBFA)
· 2008-2011: woordvoerder CBFA
· 2011-2014: adjunct-directeur bij de nieuwe toezichthouder FSMA
· 2014-2017: directeur consumentenbescherming en economische reglementering op het kabinet van vicepremier Kris Peeters
· 2017-2019: secretaris-generaal bij het College van Toezicht op de Bedrijfsrevisoren
· 2019: directeur centraal inspectieteam FSMA
· Sinds 1 juni 2020: gedelegeerd bestuurder van Assuralia
‘Goede regeling voor kredietverzekeringen’
De kredietverzekeraars hebben een akkoord met de overheid kunnen sluiten over een overheidswaarborg. In 2008-2009 klonk de kritiek dat ze hun klanten in de steek hadden gelaten. Nu laten ze de kredietlimieten ongewijzigd, maar schuiven ze een deel van de verliezen door naar de overheid. Hebben ze op die manier hun vel gered? “Nee, ze hadden opnieuw hun limieten kunnen verlagen”, zegt Hein Lannoy. “Maar dat zou geen goede zaak zijn geweest, zeker ook niet voor de Belgische bedrijven. Daarom denk ik dat we nu een hele goede regeling, in het belang van alle partijen, hebben getroffen. De kredietverzekeraars delen in de schade, maar als de verliezen boven een bepaald plafond gaan, komt de overheid tussenbeide. In ruil gaat een deel van de premies naar de overheid. Hoe de verdeling van de verliezen zal uitdraaien, moeten we afwachten. Dat zal afhangen van de impact van de crisis.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier