Hebben de bedrijven lessen getrokken uit de coronacrisis?
Er kan een zilveren randje rond de coronacrisis geschilderd worden als bedrijven dankzij de crisis de digitalisering versneld omarmen. Een efficiënter bedrijfsleven kan een welkome erfenis worden van de ellende van de voorbije maanden.
Eén jaar corona in België: twaalf vragen, twaalf antwoorden
Exact een jaar geleden legde Philip Soubry als eerste Belg een positieve coronatest af. Hij was kort voordien teruggekeerd uit China.
Sindsdien is niks meer hetzelfde. Meer dan 20.000 landgenoten zijn overleden aan covid-19, meer dan 700.000 raakten besmet met het virus. Het openbare leven ligt al bijna een jaar zo goed als stil en tal van bedrijven vechten om te overleven.
Maar er is hoop. Ondanks allerlei tegenslagen kunnen alle Belgen in de komende maanden een vaccin verwachten, waardoor er weer uitzicht is op een normaal leven. Trends kijkt daarom vooruit: welke lessen hebben we getrokken uit de crisis? Wat zullen we opnieuw doen, en wat zullen we niet meer doen? U krijgt twaalf heldere antwoorden op twaalf pertinente vragen.
In deze aflevering krijgt u het antwoord op de vraag ‘Hebben de bedrijven lessen getrokken uit de coronacrisis?’
Bedrijfsleiders hebben de mond vol van digitalisering, artificiële intelligentie, big data, 5G, cloudcomputing, robots, 3D-printing en andere grensverleggende technologieën, maar in de praktijk bewijzen ze voorlopig het gelijk van de Amerikaanse econoom Robert Solow, die al in 1987 zei dat je “computers overal ziet, behalve in de statistieken die de productiviteit meten”.
34 jaar later is er nog altijd geen beterschap. Integendeel, de toename van de productiviteit vertraagt al decennia, niet het minst in België ( zie grafiek). Kort voor de coronacrisis was de productiviteitstoename zo goed als stilgevallen, wat onrustwekkend is voor een samenleving die de vergrijzing vooral moet betalen met productiviteitswinsten.
Mogelijk brengt de coronapandemie de doorbraak. Heel wat bedrijven moeten nu wel de digitalisering omarmen, om hun business draaiende te houden, hun verkoop op peil te houden, of hun werknemers thuis te laten werken. De crisis is een grote digitale test. Plukken we daar straks de vruchten van, in de vorm van een revival van de productiviteitswinsten? “De crisis heeft bij veel bedrijven de ogen geopend. De vraag naar ICT-diensten neemt toe”, zegt Carine Lucas, senior expert digital bij de werkgeversfederatie Agoria. “We moeten eerst door de investeringsfase. De echte winst komt er pas als alle schakels, van de productie tot de verkoop, digitaal op elkaar afgestemd zijn. Op dat gebied moeten de bedrijven nog grote stappen doen. De ontwikkeling van digitale diensten staat nog in de kinderschoenen.”
Vooral grote bedrijven investeren in IT, waardoor de kloof met de kleinere bedrijven nog dreigt toe te nemen.
Investeren in ICT loont
Investeren in IT is in principe een goed idee. Stop 1 euro in computers, software of andere IT-infrastructuur, en je puurt er als bedrijf gemiddeld 1,38 euro toegevoegde waarde uit. Er zijn wel grote verschillen tussen bedrijven en tussen sectoren. Vooral in de grote bedrijven is de return van IT-investeringen groot. Daar levert elke euro aan IT-investeringen tot 2,5 euro toegevoegde waarde op. Vooral de industrie is vatbaar voor productiviteitswinsten. In de dienstensector is dat moeilijker, maar de groot- en kleinhandel en de transportsector kunnen goede zaken doen door intenser te digitaliseren. “Investeren in digitalisering levert productiviteitswinsten op. We zien ook het gebruik van ICT in de productieprocessen toenemen. Dat is een mogelijke uitweg uit de crisis”, zegt professor economie Joep Konings.
De Belgische bedrijven doen hun best. Hun investeringen liepen in 2019 op tot 15 procent van het bruto binnenlands product (bbp), wat vrij veel is in een Europees perspectief. Ook hun motieven zijn veranderd. Investeren om arbeid te besparen blijft hoog op de agenda staan, maar investeringen in innovatie zijn belangrijker geworden. Bedrijven willen de digitale trein niet missen. In IT-gebruik staan de Belgische ondernemingen in de Europese top tien. “De bedrijven doen het vrij goed, maar de score van de Belgische overheid gaat achteruit, onder meer door de trage uitrol van 5G”, zegt Carine Lucas.
Veel goede punten dus, maar de coronacrisis gooit roet in het eten. Vorig jaar investeerden de ondernemingen 20 procent minder. Dit jaar hoeven we geen herstel te verwachten, leren enquêtes bij bedrijfsleiders. Pas in 2022 zou de investeringshemel wat opklaren, maar nog altijd 10 procent onder het niveau van 2019 blijven. De coronapandemie kan dus de uitrol van de digitalisering tijdelijk vertragen.
De speeltuin van de grote jongens
De toename van de productiviteit is niet alleen een kwestie van brute investeringscijfers. Veel belangrijker is de vraag welke bedrijven investeren. Als bedrijven met de grootste return dat doen, dan zitten we gebeiteld voor groei. Als bedrijven met een lagere meeropbrengst de middelen investeren, zal van efficiëntieverbeteringen te weinig in huis komen. “De grotere bedrijven investeerden in het vorige decennium te weinig in IT”, zegt Joep Konings. “Mogelijk verandert dat. Door de crisis staan IT en artificiële intelligentie hoog op de agenda. De vaste kosten van die investeringen zijn hoog, dus bedrijven hebben er belang bij ze zo goed mogelijk te laten renderen. Dat kan een positief effect hebben op de productiviteit.”
Maar als de grote jongens de registers opentrekken, zullen de kmo’s dan nog kunnen volgen? Een selecte groep van vooral multinationals en grotere bedrijven levert het merendeel van de productiviteitswinsten. Vooral zij investeren in IT, waardoor de kloof met de kleinere bedrijven nog dreigt toe te nemen. België investeert vrij veel in onderzoek en ontwikkeling, maar ook dat gebeurt vooral in de multinationale ondernemingen. Zij kunnen vlot technologie importeren die elders in de groep is ontwikkeld. Ze doen ook zelf aan innovatie, vaak in technologische clusters met universitaire onderzoekscentra. Die kennis en kunde sijpelt moeilijk door naar de kleinere bedrijven. De kosten zijn hoog en een doorgedreven digitalisering vergt een reorganisatie, het aanleren van nieuwe competenties en het onderhoud van die vaardigheden. Begin er maar aan als kmo. “Een kmo heeft niet de middelen om een chief digital officer aan te werven. Daar staat tegenover dat digitalisering ook wendbaarheid vraagt. Een kmo is doorgaans flexibeler dat een multinational”, zegt Carine Lucas.
“De supersterbedrijven, die optimaal gebruikmaken van de mogelijkheden van ICT en een globale productieketen, spelen een almaar grotere rol in de economie. Als kleinere spelers de investeringen niet aankunnen, kan dat leiden tot hoge toetredingsdrempels op de markt”, zegt Joep Konings. “In de VS hebben die supersterbedrijven al extra markt- en prijsmacht verworven. In België is daar nog geen bewijs van. Op zich zijn die supersterbedrijven geen probleem. Ze leveren een grote bijdrage aan de productiviteitswinsten en de economische groei. Je kunt ze, als essentiële schakels van de economie, zelfs als systeembedrijven beschouwen, die te groot zijn om te falen.”
Voor bedrijven die zich in die luxepositie gemanoeuvreerd hebben, kan de verleiding groot zijn om misbruik te maken van hun positie. “Het mededingingsbeleid moet een gelijk speelveld garanderen”, zegt Joep Konings. “Dat beleid moet herdacht worden. Je moet voor voldoende concurrentie zorgen, zonder de voordelen van de supersterbedrijven kwijt te raken. Die discussie begint nu te leven.”
Telewerk: een dubbeltje op zijn kant
De coronapandemie raakt de productiviteit nog op andere manieren. Veel bedrijfsleiders zien telewerk nog als een noodzakelijk kwaad. Ruim de helft van hen geeft aan dat telewerk de productiviteit verlaagt, blijkt uit enquêtes van de Nationale Bank. Minder dan 10 procent zegt dat thuiswerk goed is voor de productiviteit. “Vooral de meest productieve bedrijven lijken erin te slagen telewerk efficiënt te organiseren”, zegt Joep Konings. “Ongeveer de helft van de hoger opgeleiden kan thuis werken. Het minst efficiënt zijn volledig thuis werken en voltijds werken op kantoor.”
2,5 euro
toegevoegde waarde levert een investering van 1 euro in IT op voor een groot bedrijf. Gemiddeld is dat 1,38 euro.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier