Group Willy Naessens houdt stand in de storm
Group Willy Naessens zit in een hoek waar de klappen vallen: industriebouw en zwembaden. Maar ze houdt stand, terwijl concurrenten bont en blauw door de crisis gaan.
Group Willy Naessens zit in een hoek waar de klappen vallen: industriebouw en zwembaden. Maar ze houdt stand, terwijl concurrenten bont en blauw door de crisis gaan.
De groep heeft sinds een jaar een nieuwe pr-verantwoordelijke: de gewezen internationale voetbalscheidsrechter Frank De Bleeckere (46). Die hing eind 2011 zijn fluitje aan de wilgen. Ondertussen is hij al gepokt en gemazeld in de groep van de wat flamboyante voorzitter Willy Naessens (74).
Group Willy Naessens boekte in 2011 een geconsolideerde omzet van 192 miljoen euro. Industriebouw is goed voor de helft van de bouwactiviteiten. De negen fabrieken van Naessens bouwen prefabconstructies voor eigen gebruik en voor derden (42 procent van de omzet). Landbouwconstructies – de oorsprong van het bedrijf – maken nog altijd 5 procent van de omzet uit, zwembaden 3 procent. De groep beheert 1 miljoen vierkante meter industriegrond en een half miljoen vierkante meter gebouwen. Ze is ook actief in doe-het-zelfzaken, de vleesindustrie en -distributie. Er huizen twintig bedrijven onder de groep uit Wortegem-Petegem. De Bleeckere: “Ik begin er stilaan zicht in te krijgen.”
Waarom stopte u met uw sportcarrière?
De Bleeckere: “Internationale scheidsrechters zijn verplicht op hun 45ste te stoppen. Ik had perfect in België kunnen blijven fluiten. Na overleg met mijn vrouw besliste ik er volledig mee te kappen. Ik coach nog wel de internationale scheidsrechters. Maar op het gras zal je me niet zien.”
Waarom de stap naar Group Willy Naessens?
De Bleeckere: “Toen ik nog floot, was ik ook al pr-verantwoordelijke van de deurenproducent D’Hondt in Zingem. Zo kon ik mijn gedachten verzetten van die stresserende en door de oefeningen ook lichamelijk inspannende taak. Omdat er meer tijd zou vrijkomen, keek ik al een tijdje voor mijn ontslag als scheidsrechter uit naar een wat ruimere functie. Omdat Willy Naessens net als ik in de Vlaamse Ardennen woont, stond het in de sterren geschreven dat we elkaar tegen het lijf zouden lopen. Van het een kwam het ander en na korte onderhandelingen tekende ik een contract.”
Aannemers van industrieprojecten en zwembaden, een luxeproduct, krijgen klappen. Hoe voelt u de crisis aan?
Naessens: “De voorbije zes jaar hebben we onze omzet in de industriebouw verdubbeld. Sinds twee jaar voelen we de crisis in de marges. In 2008 en 2009 haalden we in de industriebouw een vrije cashflow van 30 tot 35 procent. Vandaag is dat 6 procent. De bouw van zwembaden bleef lang erg rendabel, maar ook die marges staan onder druk. De vleesfabrieken doen het dan weer beter, omdat hun salami en spek succes hebben nu het wat slechter gaat met de levensstandaard. De vleesdistributie draait dan weer met lage marges.”
De Bleeckere: “Er is nog erg veel activiteit in de bouwsector. Ik vul mijn dagen ook met bedrijfsbezoeken van architecten, aannemers en ingenieurs aan onze fabrieken. Ze klagen niet over de omzet, maar wel over de lage marges. Ik zie nog ongelukken gebeuren.”
Naessens: “Onze cashflow is net groot genoeg om de leningen van de banken terug te betalen en een beetje winst over te houden. Het gaat bar slecht in de sector. De voorbije maanden heb ik gepraat met zeven branchegenoten, van wie sommigen smeekten om hen over te nemen. Ik heb dat niet gedaan. Misschien was het een goedkope deal, maar zolang ik geen zekerheid heb over de middellange termijn houd ik alles tegen.”
Wat zijn de toekomstverwachtingen?
Naessens: “Voor de zwembaden zie ik weinig positiefs op korte termijn. Ons orderboekje in de industrie is gevuld tot september, dus dat zit goed. Op de lange termijn heb ik geen klare kijk.”
Waarom blijft u als 74-jarige het voortouw nemen?
Naessens: “Ik heb te veel ondernemers zien stoppen. Dan beginnen ze ongezond te leven. Ik blijf actief, maar bemoei me enkel met het management als ze het komen vragen. Naast de algemene pr, bezoek ik ook nogal wat grote klanten. Net daarom ben ik altijd op de Mipim-vastgoedbeurs in Cannes (die deze week plaatsvindt, nvdr). Alle potentiële klanten lopen er rond en staan open voor een informele babbel.
“De rest van mijn werk is het belangrijkste: de controle van de portemonnee. Ik zie de directieleden van de twintig bedrijven minstens elke maand. Als het goed draait, zien ze me zelden en worden ze goed beloond. Wie het best presteert in de groep, rijdt rond met een Jaguar of een Lexus. Maar als het de slecht gaat, slaap ik bij het management. Gisteren nog hebben we met de raad van bestuur van twee tot halfzeven een gesprek gehad met een directeur. Hij mag zich elke dag aan een bezoek verwachten, tot omzet en rendement stijgen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier