Geluk wordt cruciaal in de kenniseconomie
De Franse essayist Idriss Aberkane veroorzaakte vorige week ophef in het auditorium van de Nationale Bank. Tijdens het Trade Forum wees hij er nadrukkelijk op dat werkgeluk in een kenniseconomie de productiviteit verhoogt.
Een toespraak van Idriss Aberkane is geen klassiek exposé, geen geleerde uiteenzetting met een powerpointpresentatie vol statistieken. Het is een show. De Franse essayist bestookt zijn toehoorders met uitspraken die hen keer op keer op het verkeerde been zetten of provoceren. Bovendien doorspekt hij zijn betoog met humor. Dat is even wennen in het auditorium van de Nationale Bank van België, waar elk woord doorgaans wordt afgemeten. Hij hield daar zijn toespraak voor het vierde Trade Forum, dat Credendo samen met Trends-Tendances organiseerde.
Idriss Aberkane, wiens recentste werk L’âge de la connaissance heet, ging niet meteen in op het thema van de dag, met name de vraag hoe digitalisering de groei kan stimuleren. Hij strooide daarentegen bespiegelingen in het rond die nog lang zullen nazinderen in de hoofden van de zowat 500 aanwezigen.
Hij legde uit dat de waardevolste goederen in de kenniseconomie niet olie of zeldzame aardmetalen zijn, maar tijd en aandacht. Dankzij tijd en aandacht kunnen we leren en dus kennen. “Die waardevolle goederen heeft iedereen in gelijke mate bij zijn geboorte”, voegde hij eraan toe. En hoe kunnen we die daarna tot ontwikkeling brengen? Simpelweg met liefde. “Wie liefheeft, schenkt al zijn tijd en aandacht”, ging Idriss Aberkane voort. “Wie van zijn werk houdt, volhardt en is productiever.”
Vindt u het wat belachelijk liefde bij het werk te betrekken? Dan doet u de essayist een plezier. Volgens hem worden alle revolutionaire ideeën eerst belachelijk gevonden, vervolgens gevaarlijk en tot slot vanzelfsprekend. “Van het vrouwenkiesrecht tot de afschaffing van de slavernij, je ziet die drie fases altijd terugkomen”, vertelde hij. “Als een idee eerst niet belachelijk gevonden wordt, is het niet revolutionair.”
Partnerschappen aangaan
Na het virtuoze redenaarstalent van Idriss Aberkane zette de discussie over de gevolgen van de digitalisering voor de economie iedereen met beide voeten op de grond. Het panel sprak niet over liefde, maar wel over de noodzaak van empathie en openheid tegenover anderen. “Je moet er niet op rekenen dat je in de digitale wereld alles in je eentje kunt volgen”, zei Olivier Onclin, lid van het directiecomité van Belfius en verantwoordelijk voor ICT. “Partnerschappen en co-creatie zijn een must. Ook met de klanten, die ons feedback geven.”
Als de digitalisering revolutionair is, dan bevindt ze zich nog altijd in de tweede fase, waarin er alleen oog is voor de gevaren. “Er heerst een pessimisme dat ik absurd vind”, erkende Thierry Geerts, de grote baas van Google België. “Iedereen is bang zijn werk te verliezen, we zien de opkomst van populisme en een mentaliteit van ‘ieder voor zich’, terwijl iedereen zich juist moet openstellen tegenover anderen.” Hij nodigde daarna iedereen uit op te treden als ambassadeur van de digitale transformatie en een positieve boodschap uit te dragen. Hij geeft het goede voorbeeld met zijn boek Digitalis, waarin hij uit de doeken doet hoe België via de digitale evolutie weer een mondiale koppositie kan veroveren. “We zitten midden in een nieuwe industriële revolutie. Als we die niet uitleggen, kan ze inderdaad beangstigend overkomen”, voegde Thierry Geerts eraan toe.
Als we deze nieuwe industriële revolutie niet uitleggen, kan ze beangstigend overkomen” – THIERRY GEERTS, google belgië
Informeren alleen zal niet volstaan, we moeten de mensen ook opleiden voor de beroepen van de toekomst. Marc Lambotte van Agoria benadrukte dat ouders hun kinderen moeten stimuleren wetenschappelijke studierichtingen te volgen. Thierry Geerts wil kinderen al op jonge leeftijd leren programmeren. Maar we mogen niet alleen inzetten op de technologie. “De concurrentie speelt almaar minder op het niveau van de producten. We bieden allemaal min of meer hetzelfde aan”, verklaarde Olivier Onclin. “Het gaat om de beleving die we onze klanten kunnen aanbieden.” Idriss Aberkane had kort daarvoor uitgelegd dat een technologie niet alleen innoverend moet zijn, maar ook “schattig”. Omdat ze anders angst aanjaagt en nooit populair zal worden.
Na 2017
De namiddag begon wat minder uitbundig met een toespraak van Peter Praet, directielid van de Europese Centrale Bank (ECB). Hij wilde zijn publiek eerst geruststellen. De Europese economie beleefde in 2017 een van haar beste jaren. De economische resultaten overtroffen de verwachtingen, en dat kwam vooral door “de onverwachte meevaller” op de arbeidsmarkt.
Peter Praet onderstreepte dat er zo veel werkgelegenheid is geschapen dat sommige beroepen een tekort aan arbeidskrachten hebben. De economie is dit jaar minder hard gegroeid, en dat komt vooral omdat China zijn economie in evenwicht heeft gebracht, wat volgens Peter Praet aardig gelukt is. Dat heeft een negatieve invloed gehad op de externe vraag. De interne consumptie blijft evenwel “solide”, opnieuw dankzij de bijkomende werkgelegenheid.
Wat zijn de verwachtingen voor 2019? De econoom deed geen uitspraken over de prognoses van de ECB, hij constateerde wel dat het protectionistische klimaat een economische impact begint te hebben, en hij was ervan overtuigd dat niemand baat heeft bij een escalatie van de krachtmeting tussen China en de Verenigde Staten. “De onzekerheid weegt nu al op de bedrijfswereld. Bedrijven stellen beslissingen over investeringen uit tot er meer duidelijkheid is”, onderstreepte Praet.
China en Europa
In een wereld waarin het populisme in opmars is, staan we op een keerpunt. De balans kan overslaan naar een handelsoorlog. “Als de Amerikanen zich willen verweren tegen de Chinese export, moeten ze dat nu doen. Later is het gewicht van China te groot”, meende Mohammad Salman. Geen enkele spreker op het Trade Forum was voor dat scenario, maar als het werkelijkheid wordt, kan dat ook kansen creëren.
“China en Europa moeten dan op zoek naar nieuwe partners en dat kan leiden tot intensievere betrekkingen tussen die beide”, vervolgde Mohammad Salman, hoogleraar internationale politiek aan de VUB. Maar zullen die betrekkingen wel evenwichtig zijn? Erik Buyst, hoogleraar economische geschiedenis aan de KU Leuven, vreest voor dumping door Chinese bedrijven. “Tot op zekere hoogte is een toenadering tegenover China mogelijk”, opperde hij. “Maar je moet niet te gauw vergeten dat de Amerikaanse en de Europese economieën volmaakt complementair zijn.” Dat neemt volgens hem niet weg dat we blij moeten zijn met de recente Chinese investeringen in België. Ze bewijzen dat ook het oude continent een toekomst heeft. Maar tegelijk vroeg hij niet te naïef te zijn in de onderhandelingen met die investeerders.
De mondiale groei mag dan vooral komen van Azië en de Verenigde Staten, toch is China niet het enige land om in de gaten te houden. Pascaline della Faille van Credendo wees op het potentieel van vier landen: Indonesië, de Filipijnen, Vietnam en India, het land met de op een na grootste bevolking ter wereld, maar ook een “nog zeer gesloten” economie.
“Ik zou ook graag Afrikaanse economieën willen zien opkomen”, voegde Erik Buyst eraan toe. “Dat is van vitaal belang voor Europa om de migratiedruk onder controle te kunnen houden.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier