Francis Van Eeckhout en Bruno Humblet worden het topduo van Deceuninck: ‘We gaan sowieso ruzie maken’
Vijf jaar nadat Francis Van Eeckhout de leiding nam bij de pvc-raamprofielenproducent Deceuninck geeft hij de fakkel door aan ex-Bekaert-man Bruno Humblet. Van Eeckhout wordt uitvoerend voorzitter. Het belooft een clash van managementstijlen te worden, waar het bedrijf moet van profiteren. “Wij zijn in veel zaken heel tegengesteld”, zeggen ze in een exclusief dubbelgesprek. “Maar als je elkaar met respect behandelt, kan veel.”
“Mijn eerste reactie was: wat een arrogante mens is dat? Die komt hier solliciteren en begint al meteen aan de poten van mijn stoel te zagen”, lacht Francis Van Eeckhout. De sterke man – en met 29,5 procent hoofdaandeelhouder – van de beursgenoteerde pvc-raamprofielengroep Deceuninck heeft het over Bruno Humblet. Die oudgediende van Bekaert volgt Van Eeckhout in januari op als CEO, iets waar Van Eeckhout tot voor kort totaal niet op had gerekend. “Bruno kwam hier opeens solliciteren voor de baan van CFO. En tijdens dat gesprek zei hij plots: ‘Als hier ooit de plaats van CEO vrijkomt, ben ik geïnteresseerd”, blikt Van Eeckhout terug. Vijf minuten later was Van Eeckhout er al uit. “Ik zei: ‘Stop, jij bent geen kandidaat-CFO. Je bent veel te allround.'” Die allrounder was een decennium lang CFO bij Bekaert en leidde er vier jaar de Latijns-Amerikaanse afdeling. Humblet tekende onder meer voor de drastische herstructurering bij een Britse joint venture van Bekaert. Met de bedachtzame Vlaams-Brabantenaar krijgt Deceuninck een heel ander leiderstype aan het roer dan de flamboyante West-Vlaming Van Eeckhout. “Twee Francissen? Dat zou ook niet werken”, zegt de afscheidende CEO, die verbaal de touwtjes nog altijd strak in handen houdt.
Ik ben te braaf geweest in de uitvoering van mijn ideeën. Ik had sneller moeten gaan en harder zijn’ Francis Van Eeckhout
Hoe kijkt u terug op uw jaren als CEO?
FRANCIS VAN EECKHOUT. “Ik ben begonnen met verouderde fabrieken op te kuisen, de recyclageactiviteiten te verbeteren, meer in het merk te investeren en de ondermaatse winstgevendheid op te krikken. Maar het was logger en moeilijker dan ik had verwacht. Op zeker moment twijfel je aan je kunnen. En toch was het een mooie periode, waarin we van het ministerie Deceuninck weer de onderneming Deceuninck hebben gemaakt. Ik moet alleen een beetje geduldig zijn. Met mijn karakter is dat niet gemakkelijk. ‘Geduld is een mooie deugd’, zegt de screensaver op mijn pc nog altijd.
“Ik denk dat ik de pretentie mag hebben om te stellen dat Deceuninck nu in betere conditie is. De ebitda is bijna verdubbeld en de schulden zijn onder controle, terwijl we zwaar hebben geïnvesteerd in het merk, onder meer via het wielrennen, en in machines, fabrieken en recyclage. Turkije staat op punt en we zitten goed in de groeilanden. Er is veel aan het sudderen. Maar het werk is niet af. Alleen wordt de fase van de cultuur van de ondernemer Francis gevolgd door die van de manager Bruno. Hij zal strikter zijn in de opvolging, en waarschijnlijk harder zijn.”
Hebt u ergens spijt van?
VAN EECKHOUT. “Ik ben te braaf geweest in de uitvoering van mijn ideeën. Ik had sneller moeten gaan en harder zijn. Allicht heeft het met mijn stijl te maken. Die is een beetje chaotisch. In cement gaat dat perfect (Van Eeckhout groeide op in de cementbusiness. Het familiebedrijf VVM werd in 2011 verkocht. Later richtte hij samen met een partner Cemminerals op, een hypermoderne cementfabriek in de Gentse havenzone, nvdr). Maar hier konden en kunnen sommigen dat niet aan, en dan verlies je mensen. Let wel, ik heb met niemand ruzie en niemand met mij. Maar ik voel wel dat mijn stijl… Bruno zal dat beter structureren. Soit, het stof is afgenomen bij Deceuninck. Als Bruno dat als CEO kan vertalen en er zijn eigen visie bovenop kan uitwerken, maken we een goede kans.”
Maar Deceuninck had al veel verder kunnen staan?
VAN EECKHOUT. “Zo gaat het altijd. Misschien had ik topvoetballer kunnen worden. Maar dan had ik moeten blijven trainen en niet aan de bar pinten mogen drinken ( lacht). Maak uw keuze en bemin ze, is een van mijn spreuken.”
Hoe ziet de toekomstige CEO de verhouding tot de huidige?
BRUNO HUMBLET. “Ik kom rustig over, maar dat wil niet zeggen dat ik rustig ben. Geduldig en rustig zijn niet hetzelfde. We zijn in veel zaken heel tegengesteld. Op bepaalde momenten zal dat heel moeilijk zijn. Gaan we discussies hebben? Absoluut. Ik heb ook een totaal andere stijl. Zijn stijl heeft gewerkt. Nu moeten we zien of de mijne zal werken.”
VAN EECKHOUT. “We gaan sowieso ruzie maken en tegenslagen hebben. Dat weten we. Maar als je elkaar met respect behandelt en de mayonaise pakt, kan veel. Ik heb er een goed gevoel bij. Het klikt. Hij is anders dan ik. Dat is ook wat ik zoek. Er zijn duidelijke afspraken met Bruno, zodat ik het schoonmoedersyndroom vermijd. Als ik nu en dan eens mijn mening mag geven, en hij luistert naar mijn ervaringen, is het voor mij voldoende. Hij is de CEO, ik de voorzitter.”
Maar wel uitvoerend?
VAN EECKHOUT. “Tijdelijk. Hoelang is niet bepaald, maar het zal geen vijf jaar duren. Ik moet gaan vissen” ( lacht).
Hoe kijkt een voormalig Bekaert-man naar Deceuninck?
HUMBLET. “Bij Bekaert zullen velen zeggen dat ik nooit een echte Bekaert-man was, omdat ik daar niet gestart ben. Ik heb eerst twintig jaar elders gewerkt. Ik ben ook geen burgerlijk ingenieur, dus ben je per definitie al geen echte Bekaert-man ( lacht). Maar ik zie zeker parallellen tussen beide bedrijven. Ze zijn beide West-Vlaams en wereldwijd actief. Alleen heeft Deceuninck een kleine omzet in verhouding tot de wereldwijde aanwezigheid. We hebben heel goede producten en hebben de voorbije jaren veel geïnvesteerd om de business naar een hoger niveau te tillen. Hebben we een garantie op succes? Nee. Ik ben realistisch genoeg. Maar de basis en de verstandhouding zijn goed. Er zijn een hoop uitdagingen, maar we weten wat er moet gebeuren.”
Wat zijn de prioriteiten?
HUMBLET. “Vijf jaar geleden zat Deceuninck in overlevingsmodus. Nu is de basis veel sterker en kunnen we aan een volgende fase beginnen. In dit bedrijf en ons product zit ongelofelijk veel potentieel, maar er zijn natuurlijk zaken die we beter kunnen doen. Zo is er te weinig kruisbestuiving tussen de verschillende regio’s. Er zijn veel kansen om zaken beter op elkaar af te stemmen. We moeten ook blijven investeren in de uitbouw van de organisatie.”
Hoe staat de markt van de pvc-raamprofielen ervoor?
VAN EECKHOUT. “De markt is sterk. De Europese Green Deal mikt ook op isolatie. Alleen heeft pvc ten onrechte een negatief imago in België en Frankrijk. We gaan daar nog heel zwaar over communiceren. Bruno en ik zitten daarover op één lijn. Vinylvloeren zijn positief, en als een kleuter er zijn koek op laat vallen, zie je er geen graten in dat die zijn koek nog opeet. Maar als er pvc in een raam zit, heet het plots giftig te zijn. Terwijl pvc langer meegaat en het materiaal duidelijk veel beter isoleert. Om het te produceren stoot je veel minder CO2 uit dan bij aluminium. En ook bij recyclage scheelt het enorm in energieverbruik.”
De Turkse markt is fantastisch, maar geopolitiek kan het er hobbelig zijn. Ze is niet voor hartlijders’ Francis Van Eeckhout
Vanwaar die negatieve perceptie dan?
VAN EECKHOUT. “Ik denk dat we hier ons huiswerk niet goed genoeg hebben gedaan. Aluminium communiceert dat het 100 procent recycleerbaar is. Maar eerst wordt dat oude raam in aluminium wel deels verbrand in de oven. Dat noem ik downgraden. Zij communiceren beter, en al langer. Wij beginnen net te communiceren.”
U hebt nu toch ook aluminiumprofielen in het gamma?
VAN EECKHOUT. “Ja, maar die twee kun je niet vergelijken. Pvc isoleert goed, maar het is een zacht materiaal dat je moet versterken met glasvezel of staal. Maar in extreme situaties, met constructies van vier of vijf meter hoog, is aluminium of staal beter. Ook wij kijken overigens naar staal voor profielen. Reynaers loopt daarin voorop, maar heeft dan weer geen pvc, dat nog altijd wereldwijd het grootste marktaandeel heeft. Maar als er vraag is naar toepassingen in aluminium of staal, willen we daarop kunnen antwoorden. Volkswagen heeft toch ook niet alleen Bentley, maar ook Skoda?”
Over Reynaers gesproken. Spreken jullie met elkaar?
VAN EECKHOUT. “We spreken met iedereen, maar er is niets concreet. Ik heb alle respect voor de familie Reynaers, en zeker voor wat Martine Reynaers als CEO heeft gepresteerd. Reynaers is ook een heel mooi merk. Maar samengaan moet meerwaarde bieden. Eén plus één moet meer dan twee zijn. Alles kan natuurlijk. Maar het moet zinvol zijn voor het bedrijf, niet alleen voor de aandeelhouders, maar ook voor de werknemers en de klanten. De enige besparing die ik zie, is één raad van bestuur in plaats van twee. Ik zie weinig voordelen. Waarom zou Reynaers Deceuninck beter maken, en omgekeerd? Dat ze mij overtuigen. Ik zie het niet.”
De perceptie van pvc is negatief in België en Frankrijk, twee landen waar wielrennen erg populair is. Was het de juiste beslissing om volgend jaar te stoppen met het sponsoren van de wielerploeg van Patrick Lefèvere?
VAN EECKHOUT. “Het was zeker de juiste beslissing om erin te stappen. Maar we hebben een beetje pech gehad met covid. En ondertussen weten mensen wel wat we doen. Ik denk dat het goed is geweest. Het is ook niet gratis.”
6 à 7 miljoen euro per jaar was het?
VAN EECKHOUT. ( Lacht) “Ha ja? Ik weet dat niet.”
Is een terugkeer als wielersponsor uitgesloten?
VAN EECKHOUT. “Nee, onder bepaalde voorwaarden” ( lacht).
U bent veruit de grootste aandeelhouder van Deceuninck. Had u nog hoger kunnen gaan?
VAN EECKHOUT. “Dan had ik dat een jaar geleden moeten doen. Toen stond de beurskoers op 1,5 à 1,6 euro, nu ruim dubbel zo hoog. Ik ben ingestapt tegen 2,2 euro. Dat is voor mij het ijkpunt. Ik heb die koers dan omhoog geduwd door aandelen bij te kopen. Maar wij zitten hier niet voor de korte termijn.”
Hebt u al overwogen om Deceuninck van de beurs te halen?
VAN EECKHOUT. “Ook dat had ik dan een jaar geleden moeten doen. Het is waar dat we voor een beursgenoteerd bedrijf relatief klein zijn. Nu, ik word ook niet warm van een enorme omzet.”
Van wat wel?
VAN EECKHOUT. “Van een mooie realisatie, een mooi gebouw. Van innovatie waarmee we bezig zijn, met mooie raamprofielen.”
Hebt u al een bedankingskaartje naar voormalig CEO Tom Debusschere gestuurd? Zonder hem was u geen CEO geworden.
VAN EECKHOUT. “Dat is een vuile vraag ( lacht). Tom heeft mij overtuigd om te investeren, maar zodra we hier goed en wel de weg kenden, is hij vertrokken.”
Maar u bent er niet rouwig om dat u hier CEO bent geworden?
VAN EECKHOUT. “Ik weet het niet. ik heb die keuze toen gemaakt, maar als ik iets anders had gedaan met mijn geld, was er ook iets anders geweest.”
Wat doet u nog met uw geld?
VAN EECKHOUT. “Iemand sprak mijn vrouw aan in de supermarkt en zei dat ik binnenkort ongetwijfeld toch veel meer thuis zou zijn. Nee dus, geen seconde. Ik ben met veel dingen bezig. Zo zal ik opnieuw actiever worden in onze cementbusiness en in Tenderexperts.be. Dat is een uniek platform dat een inkijk biedt op het aanbestedingsgedrag van de Belgische overheden. Het vertelt je ook wie van je concurrenten aan welke aanbestedingen meedoet en wie welke ervan binnenhaalt. En voorts zit ik in Bepoplast, dat onder meer regenwater- en septische putten en opslagtanks in plastic produceert.
“Ik zat ook in het energiebedrijf Upgrade Energy, maar dat is vereffend. Daar werd ik bedrogen door een partner. Erg pijnlijk, want hernieuwbare energie ligt me na aan mijn hart. Ik zal me daarnaast ook met enkele sociale projecten bezighouden. Ik ben veel socialer geworden. Een businessangel? Nee, dat ligt me minder. Maar ik ga niet stilzitten. Ik wil mijn kinderen ook voorbereiden op later, hen helpen in de projecten die ze willen doen. Ik wil een generatieoverdracht realiseren. Dat ik VVM niet in de familie heb kunnen houden, zie ik nog altijd als een mislukking.”
U bent ook aandeelhouder van het florerende Lotus Bakeries dat in handen is van de familie van uw vrouw, Benedikte Boone?
VAN EECKHOUT. “Dat is zo. Mijn schoonvader (Karel Boone, voormalig CEO van Lotus Bakeries, nvdr) had mij daartoe lang geleden aangespoord. Toen was Lotus Bakeries helemaal geen groot bedrijf. Mijn schoonvader is nog altijd een klankbord. Zijn voornaamste les? Het verschil kennen tussen wat belangrijk en wat minder belangrijk is. 99,9 procent van de mensen maakt daarin dagelijks fouten. Ze maken ruzië voor een bagatel.”
Hoe gaat het met de business?
HUMBLET. “Het is een gemengd beeld. In landen als Turkije en België staan we heel sterk, maar op andere belangrijke markten zoals Duitsland staan we nog nergens. Ook Frankrijk moeten we kunnen versterken. In groeimarkten zit zeker heel veel potentieel. We moeten zien waar we gas geven. We zijn niet groot genoeg om dat overal op hetzelfde moment te doen.”
VAN EECKHOUT. “Momenteel zijn de opkomende markten niet sexy, maar dat komt terug. In Turkije zijn we heel sterk. Technisch is onze fabriek daar volledig in orde. Die markt is fantastisch, maar geopolitiek kan het er hobbelig zijn. Ze is niet voor hartlijders. Het is een beetje zoals een match van Club Brugge of de Rode Duivels volgen ( lacht). Maar dat hoort erbij. Het is ongetwijfeld een van de redenen waarom Deceuninck op de beurs nog steeds niet zo geliefd is. Al merk ik dat het begint te keren. Turkije wordt hier in de media altijd negatief bekeken. Mij hoor je niet vertellen dat alles daar perfect is, maar voor Europa is wat gebeurt in Polen en Hongarije allicht gevaarlijker.”
Draait de Amerikaanse fabriek goed?
HUMBLET. “We kunnen niet volgen. We hebben te veel bestellingen.”
VAN EECKHOUT. “Maar we hebben een probleem. We hebben er volk tekort. Trump en Biden hebben mensen 700 dollar per week betaald om tijdens corona thuis te zitten. We kregen zo de mensen niet meer in onze fabriek, terwijl de loyauteit van werknemers in de Verenigde Staten al lager ligt. We zullen dit jaar goede resultaten hebben, maar ik ben ontgoocheld in Amerika.”
Tot slot meneer Humblet: u woont in Grimbergen, een heel eind van Hooglede-Gits waar Deceuninck is gevestigd?
HUMBLET. “Dat klopt, maar ik moet hier ook niet vijf dagen per week zijn. We zijn wereldwijd actief, het is trouwens gemakkelijker om vanuit Grimbergen in Zaventem te geraken dan van hier. En covid heeft ons ook geleerd om virtueel te werken.”
Jullie zijn beiden lopers?
HUMBLET. “Ik ben wel niet zo sportief als Francis, maar loop toch een paar keer per week. Dat is de enige sport die ik kon beoefenen als ik aan het reizen was. Ik hou het wel op halve marathons, Francis loopt volledige.”
VAN EECKHOUT. “We zijn al samen gaan lopen. Hij heeft mij eraf gelopen. Dat zit diep.” (lacht)
Recyclagegedachten lezen
“Wat we willen doen in recyclage is moeilijk”, zegt Francis Van Eeckhout. “Die afvalstroom komt van een werf, van afbraakwerken. In die ramen zit wat hout, dat heeft in gras en aarde gestaan. Daar zit glas, ijzer, silicone in, soms ook een colablikje. Om het simpel voor te stellen: wij gaan dat raam in 100 miljoen stukjes snijden en dan de onzuiverheden eruit halen. Maar 99,99 procent is niet voldoende, want je wil niet dat je een rood puntje op dat raamprofiel ziet terwijl je iedere dag koffie zit te drinken en je je doodergert aan dat rood puntje. Het is ambitieus, er zit veel management en veel talent op. Maar we staan klaar. En Bruno weet dat in mijn hoofd ergens in Europa zelfs al een tweede fabriek draait. Hij heeft mij door. De nieuwe CEO leest mijn gedachten (lacht).”
Francis Van Eeckhout
· 1968: geboren in Roeselare
· 1990: master handelsingenieur, KU Leuven
· 2011: verkoopt samen met zijn broer het familiale beton- en cementbedrijf VVM aan CRH
· 2016: CEO Deceuninck
Bruno Humblet
· 1965: geboren in Duffel
· 1988: master commercial engineering, Solvay Business School
· 1989-2006: diverse functies bij Procter & Gamble in België en Zwitserland
· 2006: group CFO and & VP Window Film division Belgium, Bekaert
· 2012: group CFO & executive VP Latin America, Bekaert
· 2016: CEO Bridon-Bekaert Ropes Group, VK
· 2020: bestuurder Deceuninck
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
Deceuninck
-
Maatschappelijke zetel:
Gits
-
Sector:
Kunststofartikelen en profielen voor de bouw
-
Toegevoegde waarde:
51687646