Familie Seynaeve investeert in 3D-printing: ‘We mogen de trein niet missen’

De familie Seynaeve investeert via het Aalterse ZiggZagg in een kenniscentrum voor 3D-printing. Behalve de technologie is ook de weerstand tegen verandering een uitdaging, ondervindt ze.

Terwijl de 3D-printer Materialise in Haasrode zijn vierde gebouw opent, leidt Stijn Paridaens van ZiggZagg ons in Aalter door een veel bescheidener productieareaal.

“Fried Vancraen is God. Materialise heeft 25 jaar voorsprong. Wij zijn tevreden met de tweede plaats”, grapt hij half in ernst over de oprichter van Materialise.

Het 3D-printingservicebedrijf ZiggZagg werkt in de voormalige productiehal van Omco Groep, de matrijzenmaker uit de Seynaeve-groep. Dat is geen toeval. De familie Seynaeve investeert persoonlijk in ZiggZagg.

Via haar filiaal BMT Aerospace International investeert de groep ook in AMT Titastar, dat in Aalter een 3D-printer voor titaniumstukken heeft.

Stroomversnelling

“De stroomversnelling in 3D-printing is enorm”, beseft CEO Jean-Christophe Seynaeve. “In de luchtvaart is het vollen bak. AMT staat daar nu op de radar. We gaan hybride materialen combineren om een tandwiel te printen. Nu zijn dat nog dromen, maar het gaat snel. Onze interesse voor 3D-printing is puur en simpel. Wij vrezen dat dat straks onze business wordt. We mogen de trein niet missen.”

Seynaeve verwacht niets minder dan een revolutie. “Over tien jaar betekent 3D-printing een gigantische vereenvoudiging en besparing in de aanvoerketen”, voorspelt hij.

“Wij hebben de verhuizing gehad naar lagelonenlanden. Ik geloof in de terugkeer. Met 3D-printing zit de kennis niet in de productie. Die kun je automatiseren. De kennis zit in het ontwerp, in het scheppen van het 3D-model. Dat kun je hier houden, terwijl je je printers gelijk waar zet. GE heeft in Zweden Arcam gekocht, de producent van de titaniumprinter van AMT. Maar niet alleen GE gelooft sterk in 3D-printing. In Europa zijn Michelin, Airbus, Safran, Atlas Copco en andere er ook mee bezig. Wij werken samen met Asco uit Zaventem (een leverancier van Airbus en Boeing, nvdr).”

Sneller en goedkoper

Het verklaart waarom Jean-Chris-tophe Seynaeve, die een groep met 5500 werknemers en 600 miljoen omzet leidt, tijd uittrekt om in Aalter van maand tot maand de vooruitgang van ZiggZagg te volgen, een verlieslatend bedrijfje met tien werknemers en zo’n 800.000 euro inkomsten.

Bij ZiggZagg, opgericht in 2010, zijn de veranderingen in de industrie zichtbaar als de jaarringen in een boom. De oudere printers (3D Systems Z650 en Z850) voor kleurige maquettes en figuurtjes staan er naast jongere en veel goedkopere Taiwanese 3DPandoras, die ZiggZagg vorig jaar in Europa begon te verdelen.

Verderop staat een BigRep, die groot genoeg is om designmeubelen te printen. Een EOS P100-metaalprinter staat naast het pronkstuk van het bedrijf, een HP Multi Jet Fusion 3D-printer. Toen ZiggZagg die in maart aankocht, was het een van de eerste in België. Het toestel werkt een stuk sneller. “We kunnen nu leveren in 48 uren in plaats van vijf of zes dagen”, zegt Paridaens. “We kunnen ook grotere stukken printen. Voor sommige series van 500 of 1000 stuks komen we dicht bij de kostprijs van spuitgieten.”

Geheimhouding

De afweging daar is dat 3D-printen de aanmaak van de dure matrijs uitspaart, die essentieel is voor spuitgieten. Het laat ontwerpen ook makkelijk aanpassen en personaliseren.

Paridaens toont een paar producten van de HP-printer, onder meer een complex plaatje waarop je stopcontacten vastklikt. “Hiervan leveren we er 20.000 in drie maanden. Deze mag ik tonen. Voor veel stukken zijn er geheimhoudingsclausules.”

Geheimhouding is ook een van de redenen waarom ZiggZagg alles heeft om de componenten helemaal af te werken, van ateliers tot een zevenassige robot van ABB voor freeswerk…

“Wij beschouwen onszelf niet als een 3D-printingbedrijf, maar als een digitale fabrikant”, lacht Paridaens.

Een deel van de apparatuur dient voor de productie van maquettes, een specialiteit waarmee ZiggZagg soms het nieuws haalt, zoals in het geval van het Eurostadion of de Ghelamco Arena.

“Wij maken dertig tot vijftig maquettes per jaar. De klanten zijn grote vastgoedontwikkelaars en bouwbedrijven. Daarmee zitten we in België aan ons plafond. We bekijken nu de kansen in Frankrijk en Groot-Brittannië.”

Onderzoek en ontwikkeling

Volgens Seynaeve heeft de familie zo’n 4 miljoen euro geïnvesteerd in 3D-printing in Aalter, de 2,1 miljoen in AMT Titastar inbegrepen. Er zal nog meer nodig zijn, bevestigt hij.

“Voor ons past dit in onderzoek en ontwikkeling. Je moet continu investeren. Natuurlijk zouden we graag de cash burn zien verminderen, maar wat telt, is dat we vooruitgang zien. We hebben een aantal recurrente contracten, maar de zaken zijn nog niet matuur. Er moeten nog wel wat jaren voorbijgaan vooraleer dit een echte business wordt.”

Eén contract zal de omzet volgend jaar opkrikken, zegt Seynaeve. De naam van de opdrachtgever houdt hij echter achter de hand.

Het onderzoek gaat door. ZiggZagg werkt samen met de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) en met het Centrum voor Polymeren en Materiaal Technologie (CPMT) van de UGent.

“We zijn op zoek naar nieuwe printbare materialen. De industrie zit te wachten op stukken in siliciumcarbide. Ook naar afgeleiden van boor is er vraag”, zegt Paridaens. Sommige afgeleiden van boor kunnen interessant zijn voor Seyntex, de producent van kogelvrije vesten uit de Seynaeve-groep.

Printers en printkoppen

Seynaeve: “In elke kogelvrije vest zit een keramische plaat. We zullen die waarschijnlijk kunnen printen in de vorm van het lichaam, met een lichter materiaal dat even goed is. Het productieproces zou veel eenvoudiger worden.”

Het onderzoek reikt tot printers en printkoppen. “We willen een eigen poederprinter ontwikkelen die met meerdere materialen kan werken”, zegt Paridaens. “Nu is de standaardpraktijk dat je per type materiaal een printer koopt. Voor dienstverleners is dat zeer duur.”

“Wij werken aan printkoppen waarmee je gemakkelijk van het ene polymeer naar het andere kunt omschakelen”, bevestigt Ilse Christiaens, business development manager van het CPMT. De bedoeling is nog dit jaar twee industriële projecten in te dienen voor subsidiëring door SIM en Catalisti, twee speerpuntclusters van Vlaio.

“De adoptie van 3D-printing hangt ook af van de bewustwording in het bestuur van bedrijven”, waarschuwde ING in september. Jean-Christophe Seynaeve herkent dat.

“De Seynaeve-groep zou een grote klant moeten zijn, maar wij hebben zelfs moeite mensen in de groep te overtuigen. De gieterijen van Omco zijn een mooi voorbeeld. In het begin geloofde men er niet zo in, totdat we wat jongere mensen in het management hebben gebracht. Dat speelt ook een rol.”