Fa Quix (topman textielfederatie Fedustria): ‘De brexit werpt zijn schaduw vooruit’
De Belgische textielindustrie maakt zich op voor een moeilijk jaar. 80 procent van onze textielproductie gaat naar het buitenland, maar de internationale context verslechtert zienderogen. De textielondernemers houden rekening met een internationale groeivertraging, een harde brexit en politieke onzekerheid in eigen land.
Van hoogconjunctuur is al een tijd geen sprake meer in de Belgische textielindustrie. “Wij zijn de kanarie in de koolmijn”, zegt Fa Quix, de directeur-generaal van Fedustria, de federatie van de textiel-, hout- en meubelindustrie. “Onze sector voelt als een van de eerste wanneer de conjunctuur omslaat. In andere sectoren is het nog volop hoogconjunctuur, wij zien de donkere wolken al boven ons hoofd hangen.”
Als we de omzetcijfers van de eerste negen maanden van 2018 vergelijken met dezelfde periode in 2017, zien we een daling van 0,9 procent. Het gaat om voorlopige cijfers. “Onze inschatting is dat de omzet kan krimpen met 2 procent”, duidt Quix.
Er zijn nog geen cijfers over het vierde kwartaal van 2018 beschikbaar, maar de geruchten zijn niet optimistisch. “Het laatste kwartaal was moeilijk. Alles kwam samen: de gele hesjes in Frankrijk, de escalatie rond de brexit, de gevolgen van de handelsoorlog tussen China en de VS. We zijn een internationale sector en we voelen dat”, verklaart Fa Quix.
Er zijn nog indicatoren die duiden op een mindere periode voor de textielsector. De investeringen daalden in 2017 met 10 procent en ook in de eerste negen maanden van 2018 zien we een daling van 16 procent. “Investeringen zijn altijd heel cyclisch. We hebben een vernieuwingsgolf gezien in 2015 en 2016, twee zeer goede investeringsjaren. Vooral als het beter gaat, wordt geïnvesteerd in automatisering en uitbreiding. Nu zien we een vertraging van het investeringstempo”, stelt Quix. De bezettingsgraad van de productiecapaciteit lag in het derde kwartaal van 2018 op 75,8 procent. Een jaar eerder piekte de bezettingsgraad nog op meer dan 80 procent.
Tapijtsector onder druk
Vooral de tapijtsector krijgt klappen. De omzet van de tapijtproducenten is in de eerste negen maanden van 2018 gedaald met 7,3 procent. Het technisch textiel noteert een lichte groei van 1,6 procent. Interieurtextiel (meubelstoffen, tapijten, matrasstoffen en huishoudtextiel) en technisch textiel zijn de belangrijkste twee segmenten van de textielindustrie. Ze zijn elk goed voor 42 procent van de sectoromzet.
Daarnaast zijn er nog de kledingtextiel en de toelevering van garens. Die staan voor ongeveer 15 procent van de Belgische textielindustrie. “We zien dat interieurtextiel globaal genomen licht achteruitgaat en dat technisch textiel vooruitgaat. Beide industrietakken zijn in belang, in omzet en in toegevoegde waarde even groot”, stelt de Fedustria-topman.
De Belgische tapijtindustrie is de grootste van Europa. Het zwakke cijfer voor die sector heeft veel te maken met de brexit-saga in het Verenigd Koninkrijk. Op 29 maart stappen de Britten normaal uit de Europese Unie Voor de hele textielsector is het VK onze vierde afzetmarkt, maar voor interieurtextiel is Groot-Brittannië onze belangrijkste markt. Ook 2017 was al een krimpjaar voor onze tapijtproducenten. Toen ging de sectoromzet met 3,8 procent achteruit.
“De brexit werpt zijn schaduw vooruit. De Britse consument ziet zijn koopkracht dalen en is zijn vertrouwen in de toekomst kwijt. Dat betalen onze leden cash. Daarnaast is er nog altijd het valutanadeel. Een zwak pond zet onze prijzen onder druk”, weet Fa Quix.
Volgens een internationale studie van de kredietverzekeraar Atradius zouden landen zoals België, Ierland, Nederland en Denemarken – naast het VK zelf – het zwaarst getroffen worden door een no-deal-brexit. Zo zou het Belgische bbp met 0,3 procent dalen bij een harde brexit. Vooral de textielsector zal de gevolgen van een harde brexit zwaar voelen.
“We zullen de Britse markt niet verliezen, maar het zal wel moeilijker worden. We verwachten dat het Verenigd Koninkrijk bij een no-deal-brexit in een recessie terechtkomt. Dat is slecht nieuws voor de koopkracht daar. Onze export zal het nog moeilijker krijgen, ook al door de importtarieven en de douaneformaliteiten”, reageert Quix.
Hij wil de impact van de brexit ook niet overroepen. “Die scheiding is ook niet levensbedreigend. De Britten hebben ons nodig en wij hebben hen nodig. Zakendoen zal wel moeilijker worden en met een no-deal-brexit zal er een moment van chaos zijn. Maar veel van onze bedrijven zijn het ook gewoon met derde landen te werken. We mogen de brexit niet minimaliseren, maar het zal voor onze industrie ook geen doemscenario worden.”
Politiek een verloren jaar
Naast de moeilijke internationale context is er ook de politieke onzekerheid in eigen land. Met de nijpende krapte op de arbeidsmarkt keken de werkgevers wel uit naar de zogenaamde jobdeal, die onder andere moest voorzien in een versterkte degressiviteit van de werkloosheidsuitkering om werklozen ertoe aan te zetten actief op zoek te gaan naar werk. Maar met een regering in lopende zaken zal daar weinig tot niets van terechtkomen. Fa Quix verwacht weinig beleid in het verkiezingsjaar 2019. “Het is afwachten, maar dit wordt wellicht een jaar zonder slagvaardige regering, politiek een verloren jaar.”
Een belangrijke bekommernis voor de textielproducenten, die ongeveer 20.000 mensen tewerkstellen in België, is de oplopende inflatie en de impact ervan op de loonkosten. “Met de taxshift heeft de regering-Michel daar wat aan gedaan en dat wordt gewaardeerd. Maar er is nog altijd een probleem met de automatische loonindexering. Dat mechanisme duwt onze loonkosten automatisch naar omhoog. We moeten dat grondig hervormen”, zegt Quix. “We moeten de koopkracht verbeteren, maar niet ten koste van de bruto loonkosten. Er mag netto bij komen door de lasten op de lonen te verlagen. Zo breng je ook onze internationale concurrentiepositie niet in gevaar.”
Fedustria pleit voor een slankere overheid, die zich concentreert op de kerntaken. “Er is bij onze leden veel frustratie over de te logge overheid. Dat komt telkens weer naar boven als we horen dat miljoenen euro’s subsidie gaan naar drijvende zonnepanelen of allerlei coaches. Moet de overheid dat allemaal doen?” vraagt Fa Quix zich af.
Een andere prioriteit voor de textielindustrie is het energiedebat. Fedustria pleit voor pragmatisme en realisme. “Onze bedrijven vragen bevoorradingszekerheid tegen betaalbare prijzen. En als we iets moeten doen voor het klimaat, spreekt het voor zich dat we de kerncentrales langer moeten openhouden. Anders zullen we nog meer CO2 uitstoten”, stelt Quix. “Het is hypocriet van de groene beweging enerzijds het klimaat op één te zetten en anderzijds kernenergie, die CO2-neutraal is, af te schieten.”
Voor dit jaar houdt Fedustria rekening met een internationale groeivertraging. “Niemand gelooft dat we naar een diepe recessie gaan, maar voor onze sector kan dat betekenen dat de omzet opnieuw daalt. De Verenigde Staten zijn nog een sterkhouder, maar we vrezen dat de cyclus tegen midden 2019 voorbij is. De belastinghervorming van de regering-Trump zal uitgewerkt zijn en de hoogconjunctuur zal voorbij zijn”, verwacht Fa Quix. “Onvermijdelijk gaan de VS dan naar een vertraging of een recessie. Dat zal een weerslag hebben op de wereldeconomie.”
Ook voor de Belgische textielindustrie is de VS een belangrijke exportpartner en in Europa ziet Quix geen herstel. “We moeten realistisch zijn: het wordt een moeilijk jaar. De productie en omzet handhaven tegenover 2018 zal al een huzarenstukje zijn.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier