Het consultancybedrijf Ernst & Young maakte een studie over de wederopstanding van ‘het overheidsbedrijf’. Volgens managing partner Gust Herrewijn nemen overheden hun economische rol heel anders op dan vroeger.
Waarom bestudeert E&Y het overheidsbedrijf?
Wij verlenen financiële diensten en adviezen aan ondernemingen – ook door de overheid gecontroleerde. Maar de overheidsbedrijven zijn de laatste jaren wel sterk geëvolueerd. Om die sector behoorlijk te kunnen begeleiden, moeten we een goed inzicht hebben in hun werking. Vandaar de studie.
In welk opzicht zijn overheidsbedrijven veranderd? Vroeger waren het vaak gepolitiseerde monopolisten voor wie het creëren van werkgelegenheid het belangrijkste was. Klanten waren soms een ‘noodzakelijk kwaad’, en het hoefde allemaal niet zo nodig efficiënt te zijn. Maar vandaag zijn veel overheidsbedrijven moderne organisaties. Het management wordt professioneler aangepakt, er is oog voor cijfers, rapportering, processen, doelstellingen. En net als de privésector hebben ook overheidsbedrijven tegenwoordig oog voor de maatschappelijke context van hun werk, voor de medewerkers en voor het milieu.
Wíllen mensen nog wel overheidsbedrijven?
In de negen Europese landen waar we het onderzocht hebben, vindt 57 procent van de mensen dat de overheid de belangrijkste industrietakken moet blijven controleren. En de Belgen vinden dat – met 68 procent – nog veel meer dan de andere Europeanen.
Is er nog werk op de plank?
De overheid, als enige of belangrijkste aandeelhouder, weet nog niet altijd het onderscheid te maken tussen besturen en beheren, tussen het uitstippelen van doelstellingen en het operationele management. Maar dat is wel een sleutelfactor voor succes. Op dat vlak is er zeker nog ruimte voor vooruitgang.
