‘België wordt voor hernieuwbare energie het knooppunt van Europa’: in het spoor van de Vlaamse offshore in New Orleans

Eric Finé
Eric Finé
Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

Met een carrière van 35 jaar in de scheepsbouw en de maritieme industrie is Eric Finé een van de doorgewinterde vertegenwoordigers van de Vlaamse offshore industrie in New Orleans. “De deuren gaan voor onze industrie wereldwijd bijzonder vlot open. Dat heb ik in 35 jaar nog nooit meegemaakt. 95 procent van de offshore windprojecten buiten China wordt gerealiseerd met Vlaamse knowhow. Dat is uniek. We kunnen dat nog lang volhouden, als het gelijke speelveld met de Chinese concurrentie bewaakt wordt”, zegt Eric Finé, die vandaag business development manager is voor Smulders.

Smulders is een wereldleider in zware, technische staalconstructies voor grote bouwwerken, zoals de fundaties voor windturbines op zee. Smulders telt 1.700 werknemers in vestigingen in België, Nederland, Frankrijk, Polen, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Het bedrijf maakt deel uit van de Europese Eiffage-groep. Het expertisecentrum ligt in Arendonk. Ook op de Amerikaanse markt staat staal van Smulders in het water.

“In de Verenigde Staten hebben we twee offshore windprojecten afgewerkt”, zegt Eric Finé. “We leveren technologie aan onze Amerikaanse partners en daarnaast leveren we ook onderdelen vanuit Europa. Onze partners in de VS moeten de kunst van het seriematig produceren nog onder de knie krijgen. Dat is voor nieuwe spelers altijd een moeilijke horde om te nemen. Wij helpen hen daarbij. De offshore industrie is als de auto-industrie. Je moet de staalconstructies efficiënt in serie kunnen produceren. Wij bouwen als het ware niet veertig keer één fundatie, maar bouwen in één keer veertig fundaties. Je moet het productieprocessen tot in de puntjes optimaliseren. Dat is een oefening die nooit stopt.”

Heeft Smulders nog altijd plannen om een fabriek in de VS te bouwen?

ERIC FINÉ. “Ja, omdat het niet duurzaam is onze staalconstructies naar de VS te transporteren vanuit Europa. De markt mist nog stabiliteit, maar op de lange termijn maakt dat niet zoveel uit. We blijven in de Amerikaanse markt geloven. De investeringen moeten wel gedekt zijn door projecten, zowel in de VS als in Europa. Finaal bepaalt nog altijd de politiek het tempo van de offshore windindustrie. Bij een normale marktwerking kan je de vraag enigszins inschatten, maar als het overheidsbeleid projecten kan uitstellen of annuleren, dan is dat een extra risico. Dat risico is voor ons nog te groot, zowel in de VS als in Europa, om te investeren in extra productiecapaciteit. Voorlopig hebben we nog voldoende capaciteit. We kunnen per jaar voor 4,5 gigawatt aan fundaties bouwen.”

‘De uitbouw van onze offshore industrie verliep volgens het boekje’

Eric Finé

Business development manager

Hoort de Vlaamse offshore industrie bij de wereldtop? En waarom?

ERIC FINÉ. “Ja. Vlaanderen is samen met Nederland wereldtop. Ik geniet ervan als ik onze bedrijven hier bezig zie. We kunnen twintig jaar ervaring uitspelen. We hebben de kans gekregen in kleinere projecten onze knowhow stelselmatig te vergroten, met vallen en opstaan. In de VS willen ze nu meteen projecten van 1 gigawatt bouwen. Dat is vragen om problemen. De voorbije twintig jaar heeft ook de overheid de sector ondersteund. We hebben in twintig jaar een industrie uit de grond gestampt. Je mag voor of tegen overheidsinterventie zijn, maar als je ziet waar we nu staan, dan is de investering van de overheid een goede investering geweest. Ook onze kennisinstellingen hebben hun steentje bijgedragen. Met hun steun voor innovatie trekken zij de kar. De uitbouw van onze offshore industrie verliep dus volgens het boekje. Geen enkel ander land is zo actief in de hele waardeketen als België. Tot slot hebben we ook genoeg ondernemers die de handschoen opgenomen hebben. We moeten nog meer durven te zeggen dat we uniek zijn in België. Het energie-eiland, bijvoorbeeld, is een wereldprimeur. We knopen 8 gigawatt op zee aan elkaar. Straks komen daar nog verbindingen met Denemarken en het Verenigd Koninkrijk bij. Wij worden een beetje het knooppunt van Europa voor hernieuwbare energie, dankzij onze kennis.”

Heeft de sector nog altijd steun nodig?

ERIC FINÉ. “We staan nog voor geweldige uitdagingen. De offshore industrie moet een volgende grote stap voorwaarts doen, om de Europese klimaatambities waar te maken. Onze sector maakt nu al het verschil in de energiebevoorrading. Om sommige dagen zorgt hernieuwbare energie al voor 50 procent van de elektriciteit. Dat is een ongelooflijke prestatie, maar de vraag naar elektriciteit zal nog sterk stijgen. Dat wil niet zeggen dat we subsidies vragen. De overheid kan er wel voor zorgen dat het hoogspanningsnetwerk voldoende snel wordt uitgebouwd. De hoogspanningsnetbeheerder Elia moet vol aan de bak. Zorg er ook voor dat de elektriciteitsnetten voldoende flexibiliteit mogelijk zijn, zodat we vlotter pieker en dalen in de productie kunnen opvangen.”

Partner Content