Ondernemers liggen nu meer wakker van tekorten op de arbeidsmarkten en flessenhalzen in de bevoorradingsketen, dan van het coronavirus. Dat blijkt uit een uitgebreide enquête van de Nationale Bank in samenwerking met de werkgeversorganisaties.
De schaarste op de arbeidsmarkt is de voorbije maanden als een raket naar omhoog geschoten als kopzorg nummer één van heel wat ondernemers. Ruim de helft van de bedrijven vindt onvoldoende kandidaten om een vacature in te vullen. Een ander groot struikelblok is het ontbreken van de gevraagde competenties bij de sollicitanten, zoals technische vaardigheden en ervaring. Dat is een moeilijk te nemen horde voor 45 procent van de bedrijven met aanwervingsplannen. Ook het loon wordt almaar vaker een moeilijke discussie. Vooral in Vlaanderen, meer dan in Wallonië en Brussel, ondervinden bedrijven moeilijkheden om kandidaten te overtuigen met de aangeboden loonvoorwaarden. Een op de tien bedrijven met aanwervingsplannen rapporteert dat het aangeboden loon onvoldoende is om de handtekening van de sollicitant te krijgen.
Hardnekkige flessenhalzen
De bedrijven kampen ook langer dan verwacht met flessenhalzen in de bevoorradingsketen. De helft van de bedrijven die afhankelijk zijn van toeleveraars, meldt in juni een matige of zware verstoring in de bevoorrading. Dat zijn er evenveel als in mei. Het gaat vooral om tekorten, en in tweede instantie om transportproblemen. De bevoorradingsellende vertaalt zich in sterk stijgende aankoopprijzen. De industrie betaalde in juni 17 procent meer voor haar bevoorrading. In de landbouw lagen de inputkosten 17 procent hoger. De groothandel betaalde 14 procent meer.
De opmars van de webwinkel
Uit de enquête blijkt ook dat de coronacrisis een zweepslag heeft gegeven aan de digitalisering van de verkoopkanalen van de ondernemingen. Zo zal het aantal bedrijven dat apps gebruikt om producten te slijten over twee jaar vervijfvoudigd zijn tot 9 procent van de bedrijven. Tegen dan zal 60 procent van de ondernemingen over een eigen webwinkel beschikken en aanwezig zijn op sociale media. Tegelijk blijft de detailhandel zweren bij fysieke winkels. Het aandeel van de handelaren met ook een fysieke winkel blijft onveranderd op 95 procent. Dat hybride model als mix van nieuwe en bestaande verkoopkanalen wordt de standaard voor de rest van de economie.
Omzet krabbelt overeind
De directe impact van de crisis op de omzet ebt langzaam weg. De omzet ligt bij de bevraagde bedrijven gemiddeld nog 8 procent lager dan normaal. Dat is 2 procentpunt beter dan in mei, en het is het beste resultaat sinds het begin van de crisis. Voor heel 2021 verwachten de bedrijven nog een omzetdaling van 6 procent. Gegeven het omzetverlies van 10 procent in de eerste jaarhelft, suggereert dat cijfer dat de bedrijven in de tweede helft van het jaar een stevige stijging van de omzet verwachten. Voor 2022 houden de bedrijven nog rekening met een omzetdaling van 3,5 procent vergeleken met een situatie zonder pandemie. “Dat cijfer wijst op hardnekkige coronaschade aan het economische weefsel”, zegt de Nationale Bank.
Nog meer groene scheuten
De afzwakkende coronacrisis zorgt voor nog meer groene scheuten. Zo daalt het faillissementsrisico gevoelig. Nog 3,2 procent van de respondenten verwacht de volgende zes maanden failliet te gaan, tegenover nog 4,8 procent in april.
Ook op de arbeidsmarkt klaart de hemel op. Op basis van de aanwervingsintenties kwamen er in mei netto 22.000 werknemers bij. In juni worden er 46.000 extra banen verwacht. De cijfers zijn echter gebaseerd op de aanwervingsintenties. Voor een stuk zal dat bij intenties blijven, bij gebrek aan voldoende en geschikte kandidaten.