Energieleveranciers luiden alarmklok
De energieleveranciers willen een oplossing voor hun benarde financiële situatie. Alleen zijn de verbruikers niet zomaar bereid met extra geld over de brug te komen. Dat bleek op het Febeliec Energy Forum.
“We moeten het marktmodel ter discussie durven te stellen”, vindt Frank Brichau. De CEO van Essent luidde de alarmbel voor de energieleveranciers tijdens een debat over twintig jaar liberalisering van de energiemarkt op het tweede Febeliec Energy Forum. “Vroeger hadden de producenten de controle over het aanbod en hadden ze veel impact op de vraag. Dat is weg.”
Ook professor Ronnie Belmans, de CEO van Energyville, heeft moeite met de markt. Het verbruik wordt berekend op basis van euro per megawattuur (MWh) voor de facturering aan de consumenten en de vergoeding van de producenten. “Wat is die maat waard als er steeds meer productie is waarvan de marginale kosten nul zijn, zoals zon en wind? De vraag is dan eerder: is er een evenwicht tussen de elektriciteitsproductie en de vraag? Je moet veeleer een prijs zetten op de beschikbaarheid.”
Zowel Marie-Pierre Fauconnier, de voorzitter van het directiecomité van de federale energieregulator CREG, als Peter Claes, de algemeen directeur van de grootverbruikersfederatie Febeliec, plaatsen vraagtekens bij dat model. Want het is niet duidelijk wie het organiseert en wie betaalt. Claes: “Nu betaal ik een bepaalde prijs voor energie. Als de leveranciers meer geld willen, stel ik me daar vragen bij.”
Volgens Brichau moet de capaciteitsvergoeding worden vergeleken met de brandverzekering van een huis. “Als je niets overkomt, had je ze beter niet genomen. Maar als je wilt worden vergoed als er wat gebeurt, dan neem je ze wel. Volgens onze berekeningen zou ze 0,2 procent extra kosten meebrengen.”
Financiële risico
Brichau lijstte de problemen van de energieleveranciers op. Bedrijven die in de drie landsdelen actief zijn, krijgen ongeveer elke maand te maken met nieuwe regelgeving. Hoewel energie nog amper een kwart van het te factureren bedrag uitmaakt, ligt het financiële risico volledig bij hen. Concreet: als een wanbetaler een factuur van 100 euro niet betaalt, krijgt de leverancier niet alleen zijn eigen 25 euro niet, hij moet ook het deel van de transport- en distributiebedrijven betalen alsof hij het bedrag wel heeft gehad. “We moeten de systeemkosten verminderen. Waarom geen systeem waarbij wetswijzigingen twee keer per jaar worden doorgevoerd? Op zijn minst moeten de risico’s worden herverdeeld over de hele waardeketen.”
Bovendien is de rendabiliteit sterk gedaald. De vijf grootste spelers op de markten maakten in 2012 nog 114 miljoen euro winst. Een jaar later was dat nog 66 miljoen, en in 2014 gingen ze zelfs 14 miljoen euro in het rood. Veel leveranciers kijken dan ook uit naar oplossingen. Lampiris is al langer kandidaat voor een schaalvergroting, en ook het Italiaanse Eni heeft zijn activiteiten in de meeste landen, waaronder België, gesplitst in een B2B-poot en een retailtak. Voor die laatste staan daardoor alle mogelijkheden open: een fusie of een gehele of gedeeltelijke verkoop. Definitieve beslissingen zijn nog niet genomen.
Kerncentrales
Het marktmodel was niet het enige discussiepunt. Ook over de verlenging van de levensduur van de oudste twee kerncentrales werd een hartig woordje gesproken. De grootverbruikersfederatie Febeliec toonde zich daar tevreden over, omdat de verlenging zekerheid biedt voor de komende tien jaar. Belmans had dan weer berekend dat daardoor de hernieuwbare-energieproductie moet worden begrensd. Terwijl Jos Delbeke, de topman van het directoraat-generaal Klimaat van de Europese Commissie, ervoor pleit de bevoorradingszekerheid in een Europees perspectief te zien. “We moeten weg van de overmatig nationale aanpak.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier