Elektriciteit blijft duur voor Belgische industrie: ‘Het was al slecht en het is nu nog slechter’
Na vijf jaar centrumrechts beleid zijn de prijsverschillen voor elektriciteit voor de industrie niet gedaald. Luc Sterckx, de voorzitter van Febeliec, de federatie van industriële energieverbruikers, en Wouter De Geest, de CEO van BASF Antwerpen, zijn “erg ontgoocheld”.
Een loonnorm voor energie. Daarmee zouden de energiekosten in België niet sterker mogen stijgen dan in de buurlanden. Febeliec hamert al enkele jaren op die nagel. Alleen, stelt voorzitter Luc Sterckx vast: ‘Er is vijf jaar gepraat, maar er is niets gerealiseerd. Ik vat de jaarlijkse Deloitte-studie over de energieprijzen bij ons en in de buurlanden samen als: het was al slecht en het is nu nog slechter.’
‘De regering-Michel heeft vorig jaar een energiepact goedgekeurd. Er is gewerkt aan hernieuwbare energie, maar het luik competitiviteit is weer niet uitgevoerd’, vult Wouter De Geest, de CEO van BASF Antwerpen, aan. ‘Ondanks afspraken in het Vlaamse en het federale regeerakkoord is er geen energienorm. We weten zelfs niet of erover is nagedacht.’ Voor BASF is dat, als grootste energieverbruiker van België, een bittere pil. “Met Duitsland, waar ons hoofdkantoor is, bedraagt het verschil in netwerkkosten 4 tot 5 euro per megawattuur. Dat betekent 6 tot 8 miljoen euro’, zegt Marc Van Breda, vice president health, safety, environment & energy policy bij BASF Antwerpen.
Als bedrijven door een energienorm minder betalen, betalen kmo’s en particulieren meer. Terwijl in Nederland premier Rutte net zegt dat de bedrijven een groter deel van de klimaatfactuur moeten dragen.
LUC STERCKX. ‘Dat leek me een politiek statement, met het oog op de verkiezingen. Het is de foute discussie. Kijk eerst hoe je de factuur kunt verminderen, daarna zullen de gesprekken over de verdeling veel vlotter gaan. Onze competitiviteit staat onder druk. De studie van Vives en de KU Leuven van vorig jaar wees uit dat een verlaging van de Belgische elektriciteitsprijzen met 10 procent 12.000 banen en 550 miljoen euro investeringen per jaar oplevert.’
‘De groene golf, die in de klimaatbetogingen tot uiting komt, verwacht veel van nieuwe technologie. Wel, de industrie, die iedereen zo graag extra wil belasten, zorgt voor 70 procent van het onderzoek en de ontwikkeling.’
WOUTER DE GEEST. ‘De chemische industrie heeft al een heel mooi parcours gereden. BASF heeft zijn productie verdubbeld en zijn CO2-uitstoot met 50 procent verlaagd. We moeten nu in de processen ingrijpen en daarvoor is onderzoek nodig. Daarom juich ik het initiatief van Vlaams minister Philippe Muyters toe om het fundamenteel onderzoek aan te moedigen.’
‘Het heeft geen zin doelstellingen te verscherpen als de technologie nog niet klaar is. Er komen oplossingen, maar we moeten eerlijk durven te zeggen dat die er over vijf jaar nog niet zijn op industriële schaal. CO2 is een van de meest luie moleculen. Als we die willen valoriseren, hebben we energie nodig, en veel. De industrie heeft zuurstof en een stabiel investeringsklimaat nodig om die oplossingen uit te werken.’
Hoe groen mag die energie die u nodig hebt zijn?
DE GEEST. ‘Veel groener dan nu. Maar we vragen aandacht voor de kosten. Er is behoefte aan een systeembenadering. Hoeveel kost welke maatregel, en wat is de impact op het systeem? We moeten ruimer kijken dan België. Nederland wil weg uit kolen, Duitsland uit nucleair en kolen. Als iedereen rekent op de buren, dan stel ik me vragen over de leverzekerheid.’
‘Het energiepact heeft bijgedragen tot de onzekerheid bij de bedrijven. Hoeveel zal het ondersteuningsmechanisme voor de gascentrales kosten? Andere lidstaten hebben regelingen getroffen met Europa voor vrijstellingen voor hun energie-intensieve industrie. Wanneer volgen wij?’
Bijna alle politieke partijen pakken uit met klimaatprogramma’s. Die zullen geld kosten.
DE GEEST. “Ik hou mijn hart vast voor een overdreven klimaatopbod. Ik hoop dat iedereen goed bekijkt hoeveel een maatregel kost en wat de impact is op de industrie, die de motor van de transitie is. De chemie valt onder het Europese ETS-systeem, dat ons almaar minder CO2 doet uitstoten. Maar we moeten dat ook toepassen in woningen en transport.”
STERCKX. “De kerncentrales sluiten, waardoor onze CO2-uitstoot stijgt, en tegelijk is er een steunmechanisme voor gascentrales, dat tussen 3 en 15 miljard euro over vijftien jaar kost. Daar stel ik me grote vragen bij. Sommige politici blijven doelstellingen poneren, zonder naar de cijfers en het kostenplaatje te kijken. Ik hoop dat de volgende regering dat wel doet.”
DE GEEST. ‘De frustraties zullen nog groter worden, wanneer onhaalbare doelstellingen niet worden gehaald. Als je in het bedrijfsleven een doel hebt vooropgesteld, dan werk je een uitdagend maar realistische parcours uit: hoe gaan we dat halen, tegen wanneer, wat kost het. Dat heb ik nog niet gezien.’
Moet de chemische sector zich niet veel meer richten op biochemie in plaats van op olie of aardgas als grondstof?
DE GEEST. ‘Als één industrie het verdient de laatste druppel olie te verbruiken, dan zijn wij het. Wij creëren er een enorme toegevoegde waarde mee en we werken steeds meer aan een circulaire insteek, bijvoorbeeld via chemcycling: teruggaan naar de originele grondstof.’
MARC VAN BREDA. ‘De chemische industrie is het gewoon om te gaan met uitdagingen en oplossingen te zoeken via onderzoek en innovatie. De prioriteit van BASF is voor een groot deel energie-efficiëntie en het klimaat. We pompen jaarlijks honderden miljoen euro’s in onderzoek naar betere isolatiesystemen, batterijen en katalysatoren, lichtgewicht materialen, betere windmolenbladen enzovoort.’
Ondanks alle doemberichten in het verleden trekt de petrochemische de ene miljardeninvestering na de andere aan.
STERCKX. ‘Maar ik heb nog nergens gelezen dat die investeringen gebeuren door de gunstige energieprijzen. We sommen al zeven jaar de prijsverschillen op en er verandert niets. Waarom wordt onze industrie het recht ontzegd competitief te zijn?’
Prijsverschil loopt nog op
De jaarlijkse studie van Deloitte in opdracht van Febeliec hamert op dezelfde nagel als haar voorgangers. Grote industriële verbruikers betalen in Vlaanderen tussen 15 en 20 procent meer dan het gemiddelde in de buurlanden, en in Wallonië zelfs tussen 18 en 34 procent. De Belgische prijzen zitten ook in dat gemiddelde. Het werkelijke prijsverschil is dus nog enkele procenten hoger.
De voornaamste reden voor het verschil dit jaar is de marktprijs voor elektriciteit. Die lag, mee door de onbeschikbaarheid van de meeste kerncentrales, 11 procent hoger dan elders. Een Frans bedrijf betaalt gemiddeld 36 procent minder, een Duits 20 procent. Ook de netwerkkosten stegen met 6 tot 8 procent, door extra bijdragen voor reserves en een black start (heropstarten indien delen van het net zouden uitvallen). Hoewel de belastingen lichtjes lager uitvallen dan vorig jaar, blijven ze een pak hoger dan in de buurlanden, omdat daar de meeste bedrijven op belangrijke vrijstellingen kunnen rekenen. Voor gas is onze industrie wel iets goedkoper af dan in de buurlanden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier