Een waterefficiënt bedrijventerrein? In Tielt hebben ze er een

De ambitie is het project uit te breiden en als blauwdruk te gebruiken voor andere bedrijventerreinen.
Dimitri Dewever medewerker Trends

In het West-Vlaamse Tielt bewijzen ondernemingen op het bedrijventerrein Tielt-Noord dat economische groei en duurzaam waterbeheer hand in hand kunnen gaan. De betonfabrikant Lithobeton zorgt mee voor de oplossing.

Het project in Tielt-Noord is van Vlaanderen WaterProof en maakt deel uit van de Blue Deal, het plan van de Vlaamse overheid tegen waterschaarste en droogte. Het is een ambitieus initiatief dat de basis legt voor een toekomstbestendige waterinfrastructuur op bedrijventerreinen. Duurzaam ondernemen is niet alleen de CO2-uitstoot verminderen. Ook rationeler omgaan met natuurlijke bronnen, zoals regenwater, staat hoog op de agenda.

Tijdens twee Waterwinstevenementen in 2022 bespraken de Tieltse industrie en de naburige landbouwers hoe de grote volumes afstromend regenwater slimmer opgevangen konden worden in het stormbekken naast het bedrijventerrein. De bedoeling was dat water in te zetten voor de landbouwers. Enkele jaren later is het Tielt-Noord-project, een samenwerking van de projectleider VITO, Aquafin, De Watergroep en POM West-Vlaanderen, een voorbeeld van een waterefficiënt bedrijventerrein. De ambitie is het project uit te breiden en als blauwdruk te gebruiken voor andere bedrijventerreinen in Vlaanderen en daarbuiten.

Innovatieve systemen

De Kanegemstraat, die door het Tieltse bedrijventerrein slingert, werd heraangelegd met gescheiden rioleringen en fietspaden. “Maar de echte innovatie zie je niet, die zit onder het wegdek”, zegt Rik Debusschere, projectmanager en expert robuust ontwerpen van Aquafin. “Het eerste innovatieve systeem is de weergestuurde regenwaterbuffer en -afvoer. Een grote buffer onder de straat vangt regenwater afkomstig van de bedrijventerreinen op en brengt het via een pompsysteem – na zuivering – opnieuw naar de bedrijven.” Doordat de bufferbuis onder de grond ligt, wordt er geen schaarse ruimte ingenomen boven de grond.

De buffer heeft een capaciteit van 600 kubieke meter water. Dat komt overeen met zo’n 20 miljoen liter regenwater per jaar. “Dat water kan worden gebruikt voor industriële processen of voor het irrigeren van groene zones op het terrein”, legt Rik Debusschere uit. “Door het water op te slaan en slim te hergebruiken, vermijden we dat het verloren gaat of leidt tot overlast.”

‘Een waterdoorlatende funderingslaag was tot een paar jaar geleden als vloeken in de kerk’

Rik Debusschere,

Aquafin

Het tweede innovatieve systeem is een infiltrerende onderfundering voor het water dat op de openbare weg valt. Het regenwater kan over het hele wegdek infiltreren. Daarna wordt het verdeeld over enkele ondergrondse poreuze kokers, waar het tijdelijk kan bufferen en langszaam in de bodem kan dringen.

“Een waterdoorlatende funderingslaag was tot een paar jaar geleden als vloeken in de kerk”, zegt Rik Debusschere van Aquafin. “Die laag moest droog blijven. Maar de logica is ondertussen omgedraaid. Op die manier kan regenwater al relatief hoog in de grond infiltreren. Dat is vooral belangrijk bij hoge grondwaterstanden, zoals we die de voorbije zeer natte winters gekend hebben.” In Tielt wordt gewerkt met opkanten, zodat zelfs wanneer er water op de weg staat, dat niet meteen voor overlast zorgt.

Het project kwam mee tot stand door innovatief gebruik van beton. “Een betonfabrikant wordt vaak geassocieerd met verharding en waterafvoer”, zegt Tom Bulcke, de CEO van Lithobeton, dat betrokken is bij het project. “Maar beton kan ook bijdragen aan oplossingen voor waterbeheer. Wij helpen bedrijven water op te vangen en slim te gebruiken, in plaats van het zomaar af te voeren.”

De bedrijven betalen beheerkosten voor het onderhoud, het oppompen en het filteren van het regenwater, maar die bijdrage ligt een stuk lager dan de factuur voor stadswater. Het leegmaken van de infiltratiebuffer gebeurt op basis van weerdata.

De innovatie is geen oplossing voor de klimaatrampen die mogelijk op ons afkomen. “We gaan voort op modellen van het KMI. Het systeem is berekend op stortbuien die volgens het KMI eens om de twintig jaar voorkomen. We weten echter dat die extremen bij een verdere opwarming van de aarde veel frequenter zullen voorkomen”, aldus Rik Debusschere. Maar een nog grotere buffercapaciteit is niet vanzelfsprekend.

Dubbele winst

De methodes die in Tielt worden toegepast zijn niet uniek. “In Staden legden we vijf jaar geleden al een weg op die manier aan”, aldus Tom Bulcke. “Daarnaast was nog in een klassieke afvoer voorzien, mocht de capaciteit van het afwateringssysteem onvoldoende blijken. In vijf jaar tijd is dat maar één keer gebeurd. Ook in Meise, Turnhout en Kapellen werden al zulke projecten gerealiseerd.”

De meerkosten bedragen zo’n 15 procent, maar met een grotere schaal zullen die dalen. Ondertussen wordt verder geïnnoveerd, zegt Rik Debusschere. “Momenteel testen we in het labo een manier om de steenslag die als funderingslaag gebruikt wordt te carboniseren. Dat betekent dat we het beton, dat al gerecycleerd is, injecteren met CO2, waardoor die niet in de atmosfeer terecht komt. Een dubbele winst voor het milieu dus.”

Ook voor de uitbreiding van het bedrijventerrein Tielt-Noord, waarbij 38 hectare wordt ontsloten, is er aandacht voor de water- en milieu-impact. Er komen vier waterbufferbekkens, 720 bomen en een stuk straat van honderd meter in gerecycleerd beton. Daarbij wordt 20 procent natuurlijk granulaat vervangen door hoogwaardig gerecycleerd betongranulaat. De collectieve buffercapaciteit bedraagt 11.700 kubieke meter, waar de brandweer en de landbouwers gebruik van kunnen maken. Bovendien moet elk bedrijf verplicht zonnepanelen leggen. Al honderd bedrijven tonen interesse om zich te vestigen op het uitgebreide bedrijventerrein.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content