Een derde van de Vlaamse zelfstandige drankenhandelaars is echt rendabel

Drankencentrale Stockmans. Een uitdaging voor drankenhandelaars is weerwerk bieden aan de prijzendruk van de winkelketens. © Franky Verdickt
Wolfgang Riepl
Wolfgang Riepl redacteur bij Trends

De Vlaamse zelfstandige drankenhandelaars ondervinden veel concurrentie van de winkelketens. Slechts 37 procent van de drankenhandelaars is echt rendabel. Bovendien hebben de bedrijven in de sector vrij veel schulden op de balans, méér dan het algemene gemiddelde in Vlaanderen. Dat blijkt uit een onderzoek van Trends samen met de financieel-economische gegevensverschaffer Trends Business Information.

Lees verder onder de video

Het is niet echt goed gesteld met de drankenhandelaars. België telt 2.459 ondernemingen in die activiteit, waarvan 1.433 in Vlaanderen. De bedrijven zitten gegroepeerd in drie NACE-codes: groothandel in dranken; groothandel in wijnen en geestrijke dranken; en groothandel in dranken, algemeen assortiment. Uit die laatste categorie van 1.418 bedrijven haalde Trends, samen met de financieel-economische databank Trends Business Information, de data om een rangschikking van meest rendabele drankenhandelaars op te stellen. Van die 1.418 bedrijven zijn er 848 gevestigd in Vlaanderen. 941 van de bedrijven legden balansen neer (eenmanszaken doen dat bijvoorbeeld niet), waarvan 599 in Vlaanderen. In onze selectie behielden we enkel zelfstandige drankenhandelaars, met eventueel meerdere winkels.

De twee andere categorieën – groothandel in dranken; groothandel in wijnen en geestrijke dranken – bevatten bijvoorbeeld invoerders en gespecialiseerde drankenhandelaars, zoals wijnwinkels (al dan niet invoerders, met eigen wijndomeinen). Een heel speciaal geval is de nv Abts, de invoerder van de Duitse frisdrank Tönissteiner. Het familiebedrijf in Bierbeek, met Ingrid Abts als derdegeneratietelg als CEO, is bijzonder winstgevend. Maar de onderneming is geen drankencentrale, waar een heel gamma aan dranken kan worden gekocht, en werd daarom uit onze selectie geweerd.

Daarnaast bevatten die categorieën ook filialen van brouwers, die de logistieke activiteiten van de brouwers vervullen, en drankencentrales die enkel voor professionele klanten zoals horeca, bedrijven en ziekenhuizen werken.

Zwakke rendabiliteit

Voor de selectie keken we vooral naar de behaalde cashflow. “Dat is de cash die aan het einde van het boekjaar overblijft, na betaling van alle kosten”, zegt Pascal Flisch, analist bij Trends Business Information. “De cashflow geeft een beeld van de reële rendabiliteit van de onderneming. Dat bedrag moet volstaan voor de nodige investeringen, onder meer in vastgoed, maar ook in voorraden. De voorraden drank in de winkels zijn dus een belangrijke balanspost voor drankencentrales. De onderneming kan de aandeelhouders eventueel ook dividenden uitkeren.”

Voor Pascal Flisch is de ­absolute minimale cashflow 20.000 euro per werknemer, of 50.000 euro per bedrijf. Uit onze balansanalyse blijkt dat slechts 37 procent van de bedrijven dat cijfer haalt. 26 procent haalt minimaal die drempel. 11 procent heeft meer dan een kwart miljoen euro cashflow. “Dat is in het algemeen een vrij zwak cijfer”, bedenkt Pascal Flisch. “Maar je moet dus ook wel kijken naar de behaalde cashflow per werknemer”.

Bekijk hier de top 15 van meest rendabele zelfstandige drankencentrales

Een tweede essentiële finan­ciële parameter is de solvabiliteit. Hoeveel schulden heeft het bedrijf op zijn balans? Heeft het voldoende eigen vermogen? Een kwart van het balans­totaal aan eigen vermogen is een minimale vereiste. Slechts 57 procent van de bedrijven heeft minstens 25 procent solvabiliteit. “Dat is een bevestiging van de relatieve zwakheid van de sector”, benadrukt Pascal Flisch. “Algemeen zijn er in Vlaanderen 227.862 van de in totaal 328.330 bedrijven die minimaal 25 procent solvabiliteit hadden in 2022. Dat is meer dan 69 procent, dus hoger dan in de drankensector.”

17 procent van de drankenhandelaars heeft zelfs een negatief eigen vermogen, of een solvabiliteit van 0 procent. “Als we naar alle bedrijven in Vlaanderen kijken, is dat 11,5 procent. De drankenhandelaars zijn dus financieel geen supergezonde sector.”

Lees verder onder de grafieken

Weinig optimisme

Pascal Flisch heeft verklaringen voor de relatieve zwakke score. “Bedrijven die specialiteiten aanbieden, doen het beter. De ‘algemene dranken’ kunnen de mensen goedkoper vinden in de supermarkten. Voor velen is alcohol kopen over de grens ook goedkoper.”

Hoe bieden de rendabele drankenhandelaars dan toch weerwerk aan de prijzendruk van de winkelketens? “Het geheim zit hem vooral in de voorraadomloopsnelheid. Je kunt die verbeteren door een heel grote keuze, en door bijvoorbeeld ook delicatessen of decoratiemateriaal aan te bieden. Ook klantvriendelijkheid blijft een onderscheidend kenmerk.” Toch is Pascal Flisch niet heel optimistisch over de sector. “Het ontbreekt de jongere generaties aan cultuur en koopkracht voor de consumptie van kwalitatieve, exclusieve en duurdere dranken. De evolutie van de wetgeving helpt ook niet echt. Er is wél een nieuwe markt voor alcoholvrije dranken. Maar die kun je ook kopen in de grootwarenhuizen.”

Lees meer:

Partner Content