Econoom Selien De Schryder: ‘We staren ons te vaak blind op procentuele groei’

SELIEN DE SCHRYDER "Ik betrap me er soms op dat ik te perfectionistisch ben." © JONAS LAMPENS
Benny Debruyne
Benny Debruyne Redacteur van Trends

De meeste economen die in de media commentaar geven bij economische ontwikkelingen, zijn mannen. Sinds kort geeft ook Selien De Schryder haar analyses over beslissingen van de Europese Centrale Bank of de galopperende inflatie.

Dat ze ooit regelmatig de krantenkolommen zou halen, is geen verrassing. Al gingen velen er eerder van uit dat het om de sport- en niet om de economiepagina’s zou gaan. De 35-jarige econome had tijdens haar studie economische wetenschappen een topsportstatuut en gold als een van ‘s lands meest beloftevolle langeafstands- en veldlopers. Ze bleef hardlopen en economie combineren tot haar doctoraat klaar was, maar koos toen voor een universitaire loopbaan aan de UGent.

“Het verschil tussen de Europese top twaalf halen en meedoen in de finales van de Olympische Spelen was nog groot, en daar lag wel mijn limiet. Op een bepaald moment moet je de keuze maken.” Nu loopt ze enkel nog om haar hoofd leeg te maken van haar datagedreven onderzoek naar inflatie, centrale banken of de impact van covid-19 op de macro-economie. “Ik heb twee dochters. De oudste gaat nu lopen, dus ik hoop op die manier opnieuw wat meer voeling met de Belgische atletiekwereld te krijgen. Wanneer ik nu loop, is het pure ontspanning, zeker niet in wedstrijdverband. Dan zou ik de drang hebben daar te ver in te gaan.”

Bent u als academicus ook zo competitief?

SELIEN DE SCHRYDER. “Een bepaalde mate van perfectie streef ik wel na. De dingen die ik doe, wil ik goed doen. Als ik lesgeef, wil ik niet gewoon mijn cursus aframmelen, maar de studenten iets bijbrengen. Als ik me inwerk in een thema, wil ik alles begrijpen en zorgen dat ik achter alles sta wat ik schrijf. Ik betrap me er soms op dat ik te perfectionistisch ben. Ik wil mijn werk, dat ik heel graag doe, wel in balans houden met mijn rol als moeder en partner.”

Hebt u economen of anderen als rolmodel?

DE SCHRYDER. “Neen, helemaal niet. Sorry, het is een beetje een saai antwoord (lacht). Ik heb niet de neiging om idolen te hebben. Ik volg de discussies bij mijn collega’s over de moderne monetaire theorie en dergelijke bijvoorbeeld wel, maar ik ga niet lopen dwepen met namen. Wat voor mij wel snel een uitgemaakte zaak was, was dat ik op zaken wilde werken die een belangrijke beleidsimplicatie hebben. Mensen weten soms niet eens wat een centrale bank is. Dan wordt opeens aangekondigd dat de rente wordt verhoogd of verlaagd, maar de kennis over wat dat betekent, is er niet. Ik wl altijd de link leggen tussen academisch onderzoek en de alledaagse implicaties ervan, en wat beleidsmakers uit ons onderzoek kunnen halen. “Ik werk ook liever met echte data in plaats van een economisch model te ontleden. Ik vertrek graag van een actuele vraag, verbind die aan data en probeer die dan met econometrische modellen (met behulp van wiskunde en statistiek, nvdr) te benaderen. Ik deed als student al graag wiskunde, maar kan me niet voldoende motiveren om economische modellen te leren beheersen waarbij zo veel assumpties worden gemaakt dat ze heel ver weg staan van het werkelijke leven.”

Als we puur naar de data kijken, doet de economie het niet goed natuurlijk, maar er is zeker nog geen sprake van stagflatie

Een van de papers waar u mee bezig bent, gaat over inflatie. Zal u ervoor zorgen dat economen binnenkort kunnen voorspellen of inflatie tijdelijk is, zoals tot voor kort nog werd gedacht over de huidige inflatieopstoot, of een trend op lange termijn?

DE SCHRYDER. “Nee, dat zal niet zo gemakkelijk zijn. Typisch voor economie is dat die niet zwart-wit is. Afhankelijk van de forecastingmodellen die je gebruikt, kun je heel andere uitkomsten krijgen. Wat doet inflatie? Wat doet de arbeidsmarkt? Dat is geen alledaagse kennis. Er wordt nu ook over stagflatie gesproken, dat is weer een heel ander concept. Bij het brede publiek is er niet zoveel kennis over inflatie en over hoe moeilijk het is die te meten.

“Het is zeker niet mijn betrachting het ultieme forecastingmodel te verkrijgen, maar wel om goed te kunnen duiden waarom een centrale bank op een bepaald moment reageert, of waarom inflatie plots wordt gezien als een probleem. Wat me vaak stoort, is dat mensen denken dat de Europese Centrale Bank de inflatie ook op korte termijn perfect onder controle heeft en die kan verhogen of verlagen wanneer ze dat wil. Zo eenvoudig is het niet, er spelen veel zaken. De media spelen daar ook een grote rol in. Begrippen als ‘recessie’, ‘stagflatie’ of ‘iedereen zal het moeilijk krijgen’ worden nu vaak gebruikt. We weten dat verwachtingen een invloed hebben op wat de mensen doen. Als mensen denken dat we slechte tijden tegemoetgaan, gaan ze twee keer nadenken voor ze een investering doen.

Econoom Selien De Schryder: 'We staren ons te vaak blind op procentuele groei'
© JONAS LAMPENS

“Als we puur naar de data kijken, doet de economie het niet goed natuurlijk, maar er is zeker nog geen sprake van stagflatie. De arbeidsmarkt is enorm scherp, er zijn veel jobmogelijkheden. Het volledige plaatje wordt niet gezien, het is meer hokjesdenken of volledige controle willen hebben.”

Jongeren zijn sterk bezig met zaken die dicht bij hen liggen, bijvoorbeeld of ze nog een huis kunnen kopen of nog een pensioen zullen krijgen. Voelt u dat bij uw studenten?

DE SCHRYDER. “Het pensioendebat en een huis kopen, dat is meer iets van dertigers en veertigers. Je moet al aan het werk zijn om na te denken over een huis of een appartement. Bij studenten leeft dat niet zo. Wat ik bij hen vooral zie leven, is de digitale transformatie. In mijn vakgebied gaat het dan over digitale munten, zoals de bitcoin, of het metaverse (de volgende 3D-versie van het internet, nvdr). Bij dertigers, veertigers en jonge gezinnen leeft de discussie over of ze nog een huis kunnen kopen wel. Dat gaat ook hand in hand met het gebruik van de bodem. De overheid kan een belangrijke rol spelen door goed na te denken over wat we subsidiëren en waarin we investeren op de woningmarkten. Het is nog altijd een kwestie van vraag en aanbod, en die kan de overheid in grote mate stimuleren.”

Het doen toenemen van de productie ten koste van onze omgeving en ecologie is iets van het verleden

U hebt geen cryptomunten?

DE SCHRYDER. “Ethisch vind ik dat moeilijk. Cryptomunten worden toch ook gezien als een manier om te speculeren, om meer de informele economie te dienen. En er is de ecologische voetafdruk van bitcoin. Voor mezelf vind ik dat ethisch niet verantwoord, voor de gewone mens is het belangrijk te weten dat je niet met je spaargeld moet investeren in cryptomunten. De onderliggende blockchaintechnologie vind ik wel een enorm interessante ontwikkeling. Die heeft echt haar ingang gevonden op de financiële markten.”

Hoe kijkt u naar groei in de economie?

DE SCHRYDER. “Belangrijk is dat economische groei niet het enige hoeft te zijn om van een gezonde economie te spreken. Een gezonde economie moet in staat zijn om een bepaald niveau van welvaart te creëren, maar het is ook heel belangrijk om te kijken hoe die groei wordt verdeeld. Naar wie gaat de groei? Is het de kwalitatieve groei die we willen hebben? Waar willen we als land op inzetten? Hoe willen we tot een bepaalde economische groei komen? Dat zijn minstens even belangrijke aspecten als het groeicijfer op zich. Ik vind dat we ons vaak blindstaren op procentuele groei, terwijl het ook uitmaakt hoe de groei wordt gegenereerd en hoe duurzaam de groei is. Dat zit er bij de jongere generatie echt wel in. Het doen toenemen van de productie ten koste van onze omgeving en ecologie is iets van het verleden.”

SELIEN DE SCHRYDER
SELIEN DE SCHRYDER “Voor de gewone mensen is het belangrijk te weten dat je niet met je spaargeld moet investeren in cryptomunten.”© JONAS LAMPENS

Onder meer de klimaatjongeren zetten de relatie tussen ecologie en economie weer op de agenda. Terecht?

DE SCHRYDER. “Er wordt soms een beetje lacherig gedaan over de klimaatjongeren. Ze staken en betogen wel, maar ondertussen gebruiken ze enorm veel technologie en reizen ze de wereld af, ze hebben alle luxe die de vorige generaties niet hadden, het is nogal makkelijk om daarover te klagen, dat soort commentaar. Tegelijk hebben die jongeren een punt. Politieke verandering gaat traag en we zien het klimaat almaar sneller veranderen. Als econome maak ik me ook wel een beetje zorgen over wie de lasten van de klimaatverandering gaat dragen. Vooral de Afrikaanse landen en eilanden voelen de gevolgen, voor ons met ons gematigde klimaat weg van alle orkanen valt het op zich nog mee.”

Je moet een manier vinden om het klimaatprobleem gezamenlijk aan te pakken en om degenen die het meest kunnen doen, meer te laten bijdragen

De Afrikaanse landen zeggen dat het Noorden verantwoordelijk is voor de klimaatopwarming. Ze vragen dat het Noorden meebetaalt voor mitigatie- en adaptatiemaatregelen.

DE SCHRYDER. “Het is een wereldwijd probleem, maar er wordt altijd verwezen naar de andere. Je ziet dat nu ook in de discussie over de boeren. Hebben zij schuld aan alle klimaatproblemen? Uiteraard niet, maar dat er een stikstofprobleem is, is wel duidelijk. Ook als het gaat over de uitstoot beperken in Europa, wordt er vaak naar Azië gewezen. Uiteindelijk moeten we het allemaal samen doen. Het is een politiek kluwen, er spelen heel veel facetten die tot vertraging leiden. Iedereen moet op zijn eigen manier een bijdrage proberen te leveren, maar niet iedereen kan dat in dezelfde mate doen.

“Het is een beetje dezelfde discissie als die over de mensen bij ons die het moeilijk hebben om aan het eind van de maand al hun kosten te betalen. Moeten zij zonnepanelen leggen? Moeten zij hun huis isoleren? Je moet een manier vinden om het probleem gezamenlijk aan te pakken en om degenen die het meest kunnen doen, meer te laten bijdragen. Het is een moeilijke discussie, het gaat over herverdeling.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content