Econoom Dirk Bezemer: ‘Banken dragen weinig bij tot de verduurzaming van de economie’
We moeten niet alle heil verwachten van de banken en de financiële markten om de transitie naar een groene economie te maken. “We maken onszelf wijs dat we bezig zijn met verduurzaming, terwijl we enkel bezig zijn met het creëren van financiële producten die een groen label dragen”, zegt de Nederlandse econoom Dirk Bezemer.
Nu de klimaatconferentie in Sharm-el-Skeikh van start gegaan is, staat de overgang naar een koolstofarme economie weer volop in de schijnwerpers. De Nederlandse hoogleraar economie Dirk Bezemer van de Rijksuniversiteit Groningen praat in Gent op een evenement van vdk bank over de bijdrage van de financiële sector aan die transitie. Bezemer, die al jaren onderzoek doet naar het gebruik van bankkredieten, zegt bezorgd te zijn. De rol van de financiële instellingen – banken, verzekeraars en pensioenfondsen – als sturende factor voor de reële economie wordt volgens hem overschat.
U vindt dat banken de productieve economie onvoldoende ondersteunen?
DIRK BEZEMER. “In een ver verleden deden ze dat wel. De eerste banken in Europa waren handelshuizen die commercie en innovatie stimuleerden. Ook tijdens de industriële revolutie speelden ze die rol. Maar sinds de jaren tachtig zien we een verschuiving in het gebruik van bankkredieten. Westerse banken investeerden de voorbije veertig jaar liever in financiële producten en vastgoed dan in de productieve economie.
“Meer dan de helft van de leningen die in Nederland op de bankbalansen staan, zijn hypotheken aan huishoudens. Maar ook bij de leningen aan bedrijven zit veel vastgoed. Met innovatie heeft dat niets meer te maken. De investeringen in productieprocessen, machines, innovatie en zelfs verduurzaming komen doorgaans uit de eigen middelen van ondernemingen of van private equity. Bankleningen spelen daarin een ondergeschikte rol.”
Hoe verklaart u dat banken hun initiële rol losgelaten hebben?
BEZEMER. “De liberalisering van de financiële markten heeft ze de kans gegeven hun leningen te effectiseren en te verhandelen. Dat was een simpele manier om snel en gemakkelijk geld te verdienen. De banken zijn daar gretig in meegestapt. Het werd een verdienmodel, ondersteund door een maatschappelijke trend om woningbezit aan te moedigen. Eigenlijk zijn de banken mee-geëvolueerd met het kapitalistische systeem.”
In welke zin is het systeem veranderd?
BEZEMER. “Er gaat buitensporig veel aandacht naar de financiële markten en financieel kapitaal. Alles staat in het teken van het ophopen van financiële waarde, of dat nu aandelenkoersen, de obligatiemarkt of de waarde van vastgoed is. Daardoor wordt minder geïnvesteerd in productief kapitaal (zoals machines, robots en innovaties), menselijk kapitaal (opleiding en vaardigheden) en maatschappelijk kapitaal (zoals de cohesie van een samenleving). Terwijl precies die investeringen nodig zijn om de economie in de toekomst goed te doen functioneren.”
Hoe kunnen we dat proces omdraaien?
BEZEMER. “We moeten de economie financieel herinrichten. Daarbij kunnen we leren uit het verleden. Kijk hoe belangrijke innovaties en transities plaatsvonden, en je zult zien dat de overheid daarin een belangrijke rol speelde. Neem de ontwikkeling van de iPhone in Amerika. Die technologie werd grotendeels met overheidssteun ontwikkeld en daarna handig door Apple vermarkt. In een technologisch dynamische economie tekent de overheid een kader voor investeringen uit en investeert ze zelf mee. Binnen dat kader krijgen ondernemingen de kans om nieuwe producten en technologieën te introduceren. En banken en investeerders zijn maar al te graag bereid dat te financieren.
We zijn zo gefixeerd op financiële waarde dat we het duurzaamheidsvraagstuk op een te omslachtige, complexe manier aanpakken
“Dat is wat ook moet gebeuren met de klimaat- en de energietransitie. Aan geld is geen gebrek. Het ontbreekt wel aan een duidelijk beleid en een langetermijnvisie, en die moet de overheid leveren. Denk niet dat het doorslaggevende initiatief van consumenten gaat komen. Overheid, grote bedrijven en banken zijn de actoren die de koers van een economie bepalen. Als zij niet samen aan de kar duwen, kunnen we allemaal havermout eten en een Tesla kopen, maar dan gaat het niet gebeuren.”
Pleit u voor meer overheidsinterventie?
BEZEMER. “Dat u het woord ‘interventie’ gebruikt, is veelzeggend. We zijn de voorbije decennia gaan geloven dat elk optreden van de overheid marktverstorend zou werken. Maar dat is niet zo. De meest succesvolle jaren van het westerse kapitalisme waren die na de Tweede Wereldoorlog tot de eerste oliecrisis in de jaren zeventig. In die periode was de rol van de staat in de economie nog bijzonder groot. Terug naar het verleden kan en hoeft niet, maar ik pleit voor een gemengde economie, waarbij overheid en privésector elkaar versterken. De overheid moet een coördinerende en marktoriënterende rol spelen.”
Kunt u dat toepassen op de transitie naar een duurzame economie?
BEZEMER. “De overheid moet bijvoorbeeld bepalen welke infrastructuur er komt, welke nieuwe energiebronnen aangemoedigd worden, hoe er meer laadpalen en zonnepanelen kunnen komen en op welke termijn. Ik merk op nationaal niveau bij de politici een grote terughoudendheid om die krijtlijnen vast te leggen. Je ziet een gebrek aan visie en daadkracht. Die is er op het niveau van de Europese Unie wel, maar Europa heeft vrijwel geen budget en is op klimaatvlak sterk afhankelijk van wat de nationale staten doen of niet doen.”
Kunnen de banken geen druk uitoefenen, bijvoorbeeld door duurzaamheidsvoorwaarden te koppelen aan kredieten?
BEZEMER. “Natuurlijk kunnen ze moediger zijn dan vandaag het geval is, maar dat vergt een complete heroriëntering van hun kredietportefeuille. Zolang hypotheken winstgevender en minder risicovol zijn, zullen banken niet geneigd zijn snel te schakelen. Wat ze financieren aan duurzame projecten blijft voorlopig, ondanks alle pr-lawaai, vrij bescheiden. Ik geloof niet dat we via de financiële sector en bij uitbreiding de financiële markten snel een duurzame economie vorm kunnen geven.”
Er worden toch steeds meer green bonds geplaatst en duurzame beleggingsfondsen verkocht?
BEZEMER. “We denken dat we goed bezig zijn omdat green bonds in de lift zitten. Maar uiteindelijk maken ze nog maar 1 procent van de obligatiemarkt uit en is de materiële impact ervan eigenlijk niet vast te stellen. Wij doen momenteel onderzoek en daaruit blijkt dat er nauwelijks een verband te zien is tussen de uitgifte van groene obligaties en de uitstoot van CO2. Het gevaar is: we maken onszelf wijs maken dat we heel hard bezig zijn met verduurzaming, terwijl we enkel bezig zijn met de creatie van financiële producten met een groen label. We zijn zo gefixeerd op financiële waarde dat we het duurzaamheidsvraagstuk op een te omslachtige, complexe manier aanpakken.”
We zijn de voorbije decennia gaan geloven dat elk optreden van de overheid marktverstorend zou werken. Maar dat is niet zo.
Kan de Europese Centrale Bank (ECB) een actievere rol spelen om groene investeringen aan te moedigen?
BEZEMER. “Ik vrees dat we dan weer moeten rekenen op onzekere, indirecte effecten. Het is niet omdat de ECB plots enkel groene obligaties of kredieten zou opkopen, dat dit veel verschil gaat maken.”
Hoe moeten we het dan wel aanpakken?
BEZEMER. “Er moet veel meer worden gekeken naar de concrete materiële impact van beleidsmaatregelen. Ik refereer graag naar het boekje dat John Maynard Keynes in de winter van 1939 schreef: How to Pay for the War. Keynes legde heel concreet uit hoe de Britse economie aangepast moet worden met maar één doel voor ogen: overleven en overwinnen. Zo fundamenteel moeten we nu ook denken om de klimaatcrisis het hoofd te bieden.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier