De economie van de eurozone heeft in het tweede kwartaal een krimp opgetekend van 12,1 procent in vergelijking met het eerste kwartaal, als gevolg van de coronacrisis. Het gaat om veruit de scherpste daling sinds het begin van de metingen, meldt het Europese statistiekbureau Eurostat.
Het cijfer, dat gebaseerd is op een voorlopige schatting, komt overeen met de gemiddelde verwachting van economen. In het eerste kwartaal was al sprake van een neergang van de economie van het eurogebied met 3,6 procent.
De economie van de Europese Unie als geheel kromp met 11,9 procent ten opzichte van de voorgaande drie maanden. Ook dat was veruit de grootste daling die Eurostat ooit heeft vastgesteld.
België zit met -12,2 procent ongeveer op het Europese gemiddelde. Andere landen zoals Spanje (-18,5 procent) laten nog dramatischere cijfers zien.
De Europese Commissie verwacht voor dit jaar voor de hele eurozone een krimp van het bbp met 8,7 procent. Voor 2021 wordt een herstel met 6,1 procent verwacht.
Het inflatiecijfer steeg in juli tot 0,4 procent, tegen 0,3 procent in juni. Dat is wel nog altijd veraf van de doelstelling van net onder de 2 procent waar de ECB naar streeft. De onderliggende inflatie ligt nu wel op 1,2 procent.
