Duurzaam investeren loont: Solvay wint de Belgian Business Award for the Environment
Het chemiebedrijf Solvay wint de Belgian Business Award for the Environment. De Belgische multinational werd bekroond voor zijn duurzaamheidsaanpak.
Hoe kwantificeer je duurzaamheid? Het is een probleem waar veel goedmenende bedrijfsleiders zich het hoofd over breken. Onder andere het B Team van Richard Branson (Virgin-groep) en Jochen Zeitz (ex-CEO Puma, nu directeur Kering) proberen met hun Plan B de waarde van milieu- en andere factoren boekhoudkundig te verwerken, en de manier van zakendoen fundamenteel te veranderen.
De focus van Solvay ligt op het beheer van zijn productportfolio. Het ontwikkelde daarvoor de Sustainable Portfolio Management-methodologie (SPM). Die komt erop neer dat alle producten die Solvay maakt, worden afgezet op twee dimensies: het risico dat is verbonden aan de milieu-impact, zeg maar de ecologische voetafdruk, van de productie; en de mate waarin de markt waarin het product wordt gebruikt, inspeelt op de duurzame oplossingen die klanten zoeken.
“De productie van sigarettenfilters scoort bijvoorbeeld vrij goed op de eerste”, weet Michel Washer, deputy chief sustainability officer. “We gebruiken FSC-hout, met een zeer milieuvriendelijk productieproces. Maar het scoort uiteraard vrij slecht op de duurzaamheid van de marktomgeving.”
Behalve de producten worden ook onderzoek en innovatie, investeringen en overname- en fusieprojecten met SPM onder de loep genomen. De resultaten worden bekeken in het directiecomité, met feedback naar de afdelingen om hen te helpen bij het bepalen van hun strategie.
De SPM-methodologie mikt op hanteerbaarheid, op het best mogelijke compromis tussen informatiegaring en werklast. Als een product in twee OESO-landen verboden is, dan zal het slecht scoren. “Wij vragen ons niet af of dat verbod terecht is, we stellen het vast, en beschouwen het als een signaal van de markt. SPM geeft praktisch advies, zonder de kosten en de duurtijd van een levenscyclusanalyse.”
Een basisdoorlichting begint bij een klassieke ecoprofiel-berekening, volgens de ISO-kwaliteitsnormen. De ecologische impact wordt in geld omgezet, opgeteld en vergeleken met de gemiddelde verkoopprijs van het product. In de berekeningen hanteert Solvay een vrij hoge CO2-prijs, waarmee het vooruitloopt op zowel de wettelijke normen als de marktprijs voor CO2. Het idee daarbij is niet zozeer marktprijseffecten op korte termijn te reflecteren, maar duurzaamheidsthema’s. “Drie experts helpen ons nu bij de rapportering.”
15 procent in gevarenzone
Elke businessunit moet ten laatste binnen drie jaar op duurzaamheid zijn gescreend. Nu heeft Solvay 88 procent van zijn producten geanalyseerd. Grofweg 15 procent daarvan bevindt zich in de gevarenzone, 60 procent scoort gemiddeld, en 25 procent scoort goed. Die 25 procent was in 2014 goed voor 31 procent van de omzet.
Wat de jury bijzonder apprecieerde aan het dossier, is dat ecologische argumenten en de visie op de energietransitie vervolgens worden gehanteerd voor een (des-)investeringsstrategie. Activiteiten in de gevarenzone zullen moeilijker een investeringsdossier goedgekeurd krijgen. Want, legt Washer uit, “de SPM-beoordeling is slechts één aspect. Om middelen toe te wijzen, kijken we uiteraard ook naar de mogelijkheden die we als groep hebben om waarde te creëren met onze producten, en het groeipotentieel van de betreffende markt.”
De achterliggende motivatie heeft uiteraard ook te maken met risicobeheer: vervuilende activiteiten kunnen mogelijk forse schadeclaims opleveren. Door die van de hand te doen of stop te zetten, vermijdt het bedrijf die, en vergroent het zichzelf. Toch laat de methodologie geen greenwashing toe: producten waarvan de milieukosten of de ecologische voetafdruk te hoog zijn, krijgen nooit een grijs label, en krijgen moeilijker extra investeringsbudgetten. “Al blijft er een reality check: misschien is ons product niet ideaal, maar is er gewoon geen betere oplossing.”
Solvay werkte vrij lang aan de SPM-methodologie. Tijdens een vergadering in 2004 werd geopperd dat de milieu-impact moest worden berekend. Samen met de adviesbureaus TNO en Arthur D. Little werd de aanpak in 2009 in een bruikbaar instrument omgezet, dat sindsdien continu werd verbeterd om de toepassingen meer accuraat en betrouwbaar te maken. Na de overname van de Franse chemiegroep Rhodia in 2011 kwamen de zaken in een stroomversnelling. “We hebben toen de bestaande systemen van beide groepen gelijkgetrokken.”
De doorlichting leverde soms verrassende resultaten op. De divisie Home & personal care scoorde bijvoorbeeld minder goed dan de olie- en gastak. Washer: “Daar vervangen we giftige producten, terwijl we dat in de andere tak niet doen. Als sustainability officer heb ik geen macht om zaken op te leggen, maar we leggen de analyse van alle gescreende producten wel op de tafel van het directiecomité. Het is een van de redenen waarom Solvay uit pvc is gestapt.”
Voor Washer is de prijs een beloning voor de aanpak. “Voor de buitenwereld is Solvay een multinational. Dat is al slecht, en nog erger: een multinational in de chemie. Maar we willen als chemiebedrijf ook bijdragen aan de oplossingen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier