Drie vragen over Anderlecht: ‘Buitenlandse eigenaars zijn een probleem’
Met een schuldleniging van 51,5 miljoen euro door Marc Coucke en 42 miljoen vers geld van onder andere voorzitter Wouter Vandenhaute en Geert Duyck (CVC Capital) is de voetbalclub Anderlecht financieel een pak gezonder. Dat vindt Trudo Dejonghe, docent sporteconomie aan de KU Leuven, campus Antwerpen, een goede zaak.
1 Waarom is de herfinanciering een goede zaak?
“Bij Anderlecht komen nu nuchtere mensen aan het roer die een structuur kunnen neerzetten, en niet langer een financieel pistool tegen het hoofd hebben. Mits ze de operationele kosten onder controle houden, doet de club opnieuw mee voor de prijzen. Maar ik ben vooral blij dat het Belgen zijn.”
2 Waarom vindt u die verankering belangrijk?
“Veel kleinere clubs zijn in buitenlandse handen. Die eigenaars zien onze teams vooral als een doorverkoopluik. De nieuwe federale wetgeving, die de RSZ- en fiscale voordelen inperkt, is een gemiste kans. In de praktijk worden de extra bijdrages vooral betaald door de topclubs. In veel andere clubs komt het er wellicht op neer dat meer spelers worden gehuurd. De import van niet-EU’ers met een minimumloon moet dringend worden aangepakt.”
3 Zonder buitenlandse eigenaars vloeit er wel minder geld naar het Belgische voetbal.
“Die kopen meestal de clubs vrij goedkoop, en betalen meestal minimumlonen. Zonder buitenlandse eigenaars gaan sommige kunstmatige clubs wellicht failliet. Maar dan komen we tot een aanvaardbaar aantal profclubs. De echte traditieclubs herrijzen toch.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier