Loris Beerten

‘Door je eigen ontwikkelingen angstvallig voor jezelf te houden straf je enkel de consument’

Loris Beerten hoofd Technical Product Management bij Samsung Benelux

Bedrijven die mekaar vroeger enkel als concurrenten zagen moeten beseffen dat ze een gezamenlijk doel nastreven, en moeten kijken waar ze aan hetzelfde zeel kunnen trekken. Dat zegt Loris Beerten, hoofd technical product management bij Samsung Benelux.

Je zou haast denken dat het Autosalon van Brussel dit jaar zijn tenten had opgeslagen in Las Vegas, als je de foto’s van CES (Consumer Electronics Show, de grootste technologiebeurs ter wereld) in Las Vegas van begin deze maand hebt bekeken.

Heel wat vooraanstaande automerken presenteerden er hun laatste technologische innovaties, en omgekeerd engageerden heel wat technologiebedrijven zich rond oplossingen die een toekomst met volledig autonome voertuigen een stap dichterbij brengen.

Sector-overschrijdende, wereldwijde standaarden en nauwe samenwerking op twee vlakken – 5G-connectiviteit en het Internet of Things (IoT) – zijn daarbij van het uiterste belang. De jaren 80, met de formaatoorlog rond videocassettes, liggen ver achter ons. In 2018 is er geen plaats meer voor dergelijke kleingeestigheid.

5G

5G, als opvolger van 4G de 5de generatie connectiviteitsnormen, is van onschatbaar belang voor zelfrijdende voertuigen. 5G-technologieën steunen op drie pijlers: verhoogde bandbreedte, geen vertraging, en massaconnectiviteit. Verhoogde bandbreedte ondersteunt de gigantische gegevensoverdracht die autonoom rijden vergt.

Voor de mens gaat rijden als vanzelf; vaak vergeten we met hoeveel zaken (in computertaal: datapunten) we onbewust rekening houden. Zwakke weggebruikers, de staat van het wegdek, bandendruk. Al die gegevens moeten ook allemaal tegelijkertijd door de zelfrijdende auto in rekening kunnen worden genomen.

Ook vertraging (of latency) is uit den boze. De kans op slagen van 5G staat of valt met de snelheid waarmee allerlei sensoren informatie kunnen doorspelen. In het verkeer is iedere milliseconde vertraging in reactietijd er één te veel.

Door je eigen ontwikkelingen angstvallig voor jezelf te houden straf je enkel de consument

Zelfrijdende auto’s zullen vliegensvlug veranderende situaties moeten kunnen detecteren en er gepast op inspelen. Tot slot is er ook nog massaconnectiviteit. In het verkeer en in files zullen een hoop wagens tegelijkertijd tegen elkaar moeten kunnen ‘praten’, willen we ongevallen vermijden. Bestaande netwerken zijn daar hoegenaamd niet op berekend.

Het leven van de consument zo eenvoudig mogelijk maken

De autonome wagen is misschien wel het voorbeeld bij uitstek van hoe geconnecteerde, slimme apparaten echt het verschil kunnen maken in het leven van de consument. Op CES waren we daarover met Samsung klaar en duidelijk: het internet of things moet C.

Fabrikanten en dienstverleners doen er in het belang van die consument goed aan over bedrijfsgrenzen heen te kijken. De paardenbril moet af: het heeft immers geen zin dat je honderd-en-één apps moet installeren om evenveel geconnecteerde toestellen te bedienen. Open standaarden zijn nodig om alle apparaten compatibel te maken met elkaar. Het spreekt voor zich dat de zelfrijdende wagen van het ene merk zal moeten kunnen communiceren met die van een ander merk, wil je ongelukken vermijden.

Door je eigen ontwikkelingen angstvallig voor jezelf te houden straf je enkel de consument. Dat is waarom we bij Samsung sterk geloven in open innovatie en initiatieven als de Open Connectivity Foundation, waarin wordt gestreefd naar algemene standaarden voor IoT. Enkel zo kunnen het IoT en de zelfrijdende wagen tot volle wasdom komen.

U leest het: open innovatie is broodnodig. Initiatieven als IoT, maar ook 5G, ontwikkelen zich nu al bovengemiddeld snel, net omdat veel spelers op zijn minst een deel van hun technologieën via open source beschikbaar stellen. Met de lancering van DRVLINE, een open, modulair en schaalbaar platform dat spelers vanuit een waaier aan sectoren samenbrengt rond ontwikkeling van zelfrijdende technologie, proberen we alvast het goede voorbeeld te geven.

Bedrijven die mekaar vroeger enkel als concurrenten zagen moeten beseffen dat ze een gezamenlijk doel nastreven, en moeten kijken waar ze aan hetzelfde zeel kunnen trekken. “Coopetition” (coöperatieve competitie), waarbij je grootste concurrent tegelijk je grootste bondgenoot kan zijn, zal de norm moeten worden, willen we binnen enkele jaren zorgeloos onze voeten op het dashboard van een volledig autonome wagen kunnen leggen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content