Tijdens een informele babbel met journalisten zei Proximus-topvrouw Dominique Leroy dat Proximus maar 50 procent van de Belgische woningen rendabel op glasvezel kan aansluiten. Voor de rest zijn partners nodig.
Vlaams minister van Innovatie Philippe Muyters beloofde begin oktober om heel Vlaanderen goedkoop gigabit-glasvezel te bezorgen, desnoods door de aanleg zelf te organiseren. CEO Dominique Leroy van Proximus vertelde journalisten in de marge van de kwartaalresultaten hoe ze hem wil antwoorden.
“Het heeft geen zin om twee glasvezels naast elkaar te trekken in de steden. Dat is het geld van de burger gebruiken om iets te doen dat al bestaat. Wij zijn nu met ons netwerk begonnen. Het is onze core business. Onze plannen zijn goedgekeurd. Wij gaan ermee door. Zouden we kunnen samenwerken? In veel landen leggen operatoren glasvezel aan waar je een opbrengst kan verwachten. In grote en kleine steden, bijvoorbeeld. In meer rurale gebieden wordt dan aan co-investering gedaan, met de hulp van het publiek en van privé-investeerders. Ik zie minister Muyters binnenkort en dat is de boodschap waarmee ik kom. Ik kan best begrijpen dat een regio vindt dat een dekking van 50 procent niet voldoende is. Dan wil ik een manier vinden om het brengen naar 80 procent of zo. Een stuk wordt dan gebouwd door Proximus en een stuk samen door bijvoorbeeld de Vlaamse Regio, Fluvius en Proximus”.
De 50 procent van de Belgische woningen die u glasvezel wil geven zijn dus de enige die rendabel aansluitbaar zijn?
LEROY: Wij zijn een beursgenoteerd bedrijf. Wij hebben gekeken waar wij de zeer zware investeringen kunnen doen: bevolkingsdichtheid, ons marktaandeel, het type van klanten, enzovoort. Wij zijn inderdaad uitgekomen op 50 procent. Misschien zijn er binnen 10 jaar andere types van technologie die ons toelaten om verder te gaan.
Gaat uw netwerk open voor concurrenten?
LEROY: “Wij willen dat glasvezelnetwerk absoluut niet voor onszelf houden. Kijk naar de business case. Met het marktaandeel dat we hebben, zeker in Vlaanderen, kunnen we zo’n netwerk niet louter met Proximus-klanten rentabiliseren. We moeten het kunnen openstellen voor anderen. Wij hebben onlangs met EDPnet (een kleine operator uit Sint-Niklaas, nvdr) zo’n akkoord gesloten. Wij willen ook andere partijen hebben die hun diensten gaan afwikkelen op onze glasvezel. Het enige discussiepunt is hoe we dat netwerk openstellen. Dat draait rond de manier van aanleggen en rond de prijs. Wat goed is in deze discussie, is dat Vlaanderen beseft dat digitale infrastructuur cruciaal is voor de toekomst van de regio. Daar zijn we gelukkig mee”.
