Dit zijn de winnende sectoren van de coronageneratie

De winnaars van de coronageneratie.
De winnaars van de coronageneratie.
Wolfgang Riepl
Wolfgang Riepl redacteur bij Trends

In maart 2020 viel de economie door de uitbraak van de coronapandemie zo goed als stil. Toch werden dat jaar maar liefst 120.922 ondernemingen opgericht. Wie zijn de winnaars van de coronageneratiebedrijven?

Van de 120.922 ondernemingen die in het coronajaar 2020 zijn opgericht, is zowat twee derde nog actief. Vlaanderen leverde met 72.400 starters het leeuwendeel van die nieuwkomers. Toch zijn er iets meer blijvers in het Brussels en het Waals Gewest: terwijl in Vlaanderen 64 procent van die ondernemingen nog altijd in bedrijf is, bedraagt dat percentage in de andere gewesten 67 procent (zie tabel Startende bedrijven in 2020). Dat blijkt uit data van de financieel-economische databanken Trends Top en Trends Business Information. (Lees verder onder de tabel)

De top 25 van de starters die tot nu de meeste toegevoegde waarde hebben gecreëerd vindt u hier. De ondernemingen werden ook per sector geanalyseerd. Daaruit blijkt dat de pandemie bepaalde onderliggende economische trends nog heeft versterkt. De sectoren waar de meeste starters hebben overleefd of afgehaakt, geven een idee van welke soorten ondernemingen de meeste kans op slagen hebben en welke niet.

Gezondheidszorg

Vooraan in de top tien van de sectoren waarvan de meeste starters overeind zijn gebleven, staan verscheidene financiële beroepen, zoals verzekeringsagenten en makelaars (zie tabel Gestart in 2020: de blijvers en de afvallers). Het nummer drie is de categorie ‘menselijke gezondheidszorg’. Die bedrijven duiken ook op in onze top 25 van de sterkste groeiers.

“Dat er starters en blijvers in de gezondheidssector zijn, is positief”, zegt Tommy Browaeys, de uitgever van Trends Top. “Maar dat betekent nog niet dat de tekorten weggewerkt zijn. We kennen allemaal de verhalen van patiënten die in de kou staan of lang moeten wachten op zorg. De sterke positie van die categorie sluit ook aan bij een andere trend in de gezondheidszorg die al langer zichtbaar is. Huisartsen, specialisten, tandartsen en kinesisten verenigen zich steeds vaker in groepspraktijken.”

Landbouw houdt stand

Ietwat verrassend lijkt de stevige plaats van de categorie land- en tuinbouw en veeteelt op stek vier. Nochtans daalt het aantal landbouwbedrijven in ons land al jaren. Het beroep is bovendien uitdagend door de vele investeringen die vereist zijn en de strikte wetgeving inzake milieuzorg en voedselveiligheid.

Landbouwbedrijven gaan zelden over de kop. Het faillissementspercentage bedraagt nog geen 0,1 procent.

Toch gaan landbouwbedrijven zelden over de kop. Het faillissementspercentage bedraagt nog geen 0,1 procent. Pascal Flisch, analist bij de financieel-economische gegevensbank Trends Business Information, ziet een verklaring: “De landbouwsector telt meer zelfstandigen dan rechtspersonen. Twee derde van de ondernemingen zijn zelfstandigen, en die gaan zelden failliet. Het gaat bovendien vaak om kapitaalintensieve ondernemingen, met gebouwen, zwaar materiaal, machines en landbouwgronden in eigendom. Zo blijven die ondernemingen min of meer solvabel. Een stuk grond is altijd iets waard, zelfs in de meest afgelegen uithoeken van Vlaanderen.”

Groeien met de Oosterweelverbinding

De hekkensluiter in onze lijst van blijvers zijn spelers in infrastructuurwerken, die onder meer bruggen, tunnels, wegen en spoorwegen bouwen. Ook baggeraars behoren tot die categorie. De woningbouw gaat dan wel al enkele jaren gebukt onder een diepe crisis, ondanks de hoge woningnood, maar dat geldt niet voor deze subsector. Het is het enige segment in de bouw dat in 2024 is gegroeid, met 4,1 procent. Dat had te maken met een aantal grote infrastructuurprojecten, zoals de Oosterweelverbinding, de sluis van Terneuzen en lokale investeringen voor de gemeenteraadsverkiezingen van vorig najaar. Nu die verkiezingen voorbij zijn, wordt dit jaar een vertraging van de investeringen verwacht.

‘Dat er starters en blijvers in de gezondheidssector zijn, is positief. Maar dat betekent nog niet dat de tekorten weggewerkt zijn’

‘Onze economie wordt niet groter’

Pascal Flisch is niet onverdeeld gelukkig met de top tien van de blijvers. “Op de audiovisuele productiehuizen na zijn er niet echt productieve ondernemingen bij. Geen industrie dus. We creëren te weinig zulke bedrijven en hun overlevingsgraad blijkt niet bijzonder hoog. De top tien bevat evenmin exporterende sectoren. Dat is niet goed voor onze handelsbalans. Onze economie teert te veel op de eigen centen. De top tien bestaat vooral uit tussenpersonen, ondersteunende activiteiten, zorg en vrije tijd. Die recycleren bestaand geld, maar maken onze economie niet groter.”

Partner Content