Digitalisering in de zorgsector is begonnen

© iStock
Roeland Byl redacteur bij Trends

In de zorgsector staan bedrijven die winstpotentieel zien in zieken, tegenover de financiers van een systeem waarvan de kosten voortdurend stijgen. Schept digitale technologie nieuwe kansen voor zorgondernemers of helpt digitale transformatie de kosten juist te drukken?

De AppleWatch is meer dan een gadget. Het is een schakel in het digitaliseringsproces dat de zorg op zijn kop zet. Bestaande spelers krijgen last van de remmende voorsprong en start-ups grijpen de kansen die zich aandienen in een ontwrichte markt. Voorbeelden van zulke start-ups zijn er al. Denk aan Scanadu dat de Belgische entrepreneur Walter De Brouwer in Silicon Valley heeft opgestart en dat een monitoring device aan de man brengt. Of een recenter voorbeeld: Ouest, een start-up die een groep Vlaamse ondernemers verenigde in een initiatief dat een slimme armband voor senioren commercialiseert.

Volgens digitaliseringsgoeroe Jo Caudron staan we nog maar aan het begin van de digitalisering van de zorg. “De technologie zal het gedragspatroon van mensen veranderen”, zegt hij. “Zo’n wearable maakt het mogelijk gezondheidsparameters op te volgen. Als je ziet dat in het Verenigd Koninkrijk jongeren een korting krijgen op hun autoverzekering als ze hun rijgedrag laten monitoren, dan lijkt het mij los van ethische kwesties niet ondenkbaar dat er een of ander belastingvoordeel komt voor patiënten die zich via een smartwatch laten opvolgen.”

Al is Caudron een technologiejunk, hij staat niet alleen met zijn analyse dat de digitalisering ook de businessmodellen in de zorg zal veranderen. Een andere believer is Eric Nys. Hij leidt bij Deloitte België de divisie Life Sciences & Health Care. Deloitte is een van de consultants die klanten adviseren bij de digitale revolutie. Ze hebben niet enkel oog voor de noden van de industrie. “Onze klanten zitten niet enkel in de farmasector of technologiewereld”, benadrukt Nys. “We adviseren net zogoed publieke agentschappen of overheidsdiensten.”

Patiëntgedreven

De zorgsector is anders dan de rest van de economie. In elke andere industrietak zijn de klant en de koper dezelfde. In de zorg niet. Een patiënt gaat bij een zorgverstrekker, maar die wordt betaald door een verzekeraar of door de publieke ziekteverzekering. Toch is de patiënt de sleutelfactor in de transformatie waar de sector voor staat. Ten eerste omdat hij ouder wordt. Dat brengt met zich dat het aantal chronisch zieken toeneemt. En met hen stijgt ook het aantal doktersbezoeken en dus de kosten.

“De stijging van de kosten maakt dat het huidige zorgmodel sowieso niet houdbaar is”, zegt Nys. “Tegelijk zie je het belang van preventie toenemen. Ik ben optimistisch over de mogelijkheden van miniaturisatie, en wearables maken het mogelijk patiënten op afstand te monitoren. In die trend past bijvoorbeeld de aangekondigde samenwerking tussen Google en Novartis om diabetespatiënten op te volgen via een contactlens. Natuurlijk staat nog niet alles op punt, maar zulke zaken creëren kansen.”

Bovendien is de patiënt vragende partij om een actieve rol te spelen in de regie van zijn eigen gezondheidszorg. Sinds de komst van het internet is de geïnformeerde patiënt opgestaan en merken artsen dat ze hun aanpak moeten bijstellen. “Patiënten willen zelf mee beslissen”, zegt Nys. “Ze worden ook meer consumenten dan patiënten. En het internet helpt hen daarbij.”

“Laat ons eerst leren te stappen alvorens we proberen te lopen”, nuanceert Frank Robben, de overheidsmanager die al ruim vijf jaar het eHealth-project van de federale overheid leidt. “Ik ben geen dokter, maar ik geloof dat telemonitoring verder moet gaan dan een stappenteller of een systeem dat je hartritme meet tijdens het joggen. We hebben systemen nodig waar de patiënt zelf een aantal zaken in de gaten kan houden, gekoppeld aan artificiële intelligentie die gegevens al interpreteert voor ze bij de zorgverstrekkkers komen. Zo niet dreigen huisartsen, die gemiddeld zowat 300 chronische patiënten hebben, overstelpt te worden met automatische berichten. Dat is niet haalbaar.”

Remmende factoren

De toekomst is nog niet vandaag, beseffen ook Nys en Caudron. “Voorspellingen zijn altijd nattevingerwerk”, zegt Caudron. “Maar als je kijkt naar de manier waarop mobiele toestellen de wereld in enkele jaren hebben veroverd, zou het mij niet verwonderen mochten de smartwatches de gezondheidscultuur in één decennium op zijn kop zetten.”

Robben bevestigt dat er tendensen zijn waar niemand het nut van in twijfel trekt. “De voordelen van een multidisciplinaire en transmurale aanpak zijn aanvaard”, zegt hij. “Dat zorginstellingen en zorgverstrekkers vlot moeten kunnen samenwerken spreekt voor zich, maar het eerste wat dan wel moet gebeuren, is dat al die mensen ook over de juiste gegevens beschikken.”

En die gegevensuitwisseling is net de ruggengraat van het eHealth-platform. 7 tot 8 procent van de Belgen heeft al de toestemming gegeven voor het gebruik van zijn gegevens. “Dat is relatief weinig, maar het is belangrijk dat het vertrouwen van gebruikers en patiënten in het systeem behouden blijft. Als je dat forceert, geraakt het systeem in diskrediet. Zelfs vandaag worden we al geregeld verweten dat we te snel gaan”, aldus Robben.

De dienst van Robben is een organisatie van 30 mensen. Grotendeels informatici, met een aparte missie. “Een aantal jaar geleden was er geen organisatie als de onze”, zegt hij. “Ik stel vast dat de Scandinavische landen verder staan, maar die hebben dan ook een model van gezondheidszorg waarin veel minder keuzevrijheid is. Dat maakt het makkelijker. Vergeleken met onze buurlanden zijn we aan een inhaalbeweging bezig. Per jaar tellen we nu al 200 miljoen uitwisselingen. Van de eHealthbox, onze beveiligde elektronische brievenbus, maken elke dag al 4500 artsen gebruik. Beschikbaarheid en performantie zijn geen issue meer.”

Toch zijn er nog barrières. Zo is het privacyvraagstuk belangrijk: wie heeft toegang tot welke gezondheidsgegevens? En waarvoor mogen ze worden gebruikt? Robben: “We zijn het erover eens dat enkel mensen die met patiënten een therapeutische relatie hebben, toegang krijgen tot de gegevens. Bovendien moet niet iedereen alles zien. Maar er zijn nog remmende factoren. Voor je over evidence based medicine kunt spreken, moeten gegevens op gecoördineerde, gestructureerde en semantisch verstaanbare manier beschikbaar zijn. Wie iets consulteert, moet hetzelfde begrijpen als wat degene die het erin heeft gestoken, bedoelde. Dat is in de zorg soms een probleem. Een huisarts kijkt anders dan een specialist. De huisarts zal eerder symptomen opnemen in een medisch dossier; een specialist heeft het niet over koorts, hoest of fluimen, maar stelt vast of je longontsteking hebt.”

Eigenlijk opteert de overheid met het eHealth-platform voor een geleidelijke weg. “De technologie evolueert nog. Het is zinvoller een richting aan te geven en intussen trachten de problemen op te lossen die de gegevensuitwisseling in de digitale zorg bemoeilijken. Ik heb 25 jaar geleden de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid opgericht. Van de 800 papieren processen die er toen waren, hebben we er drie op de vier kunnen afschaffen. De rest hebben we geïnformatiseerd. Toen ik vijf jaar geleden werd gevraagd e-health aan te pakken, heb ik besloten dat op dezelfde manier te doen. Je kunt de digitale transformatie proberen aan te sturen, maar het is veel beter mensen met goede ideeën een omgeving te bieden zonder technische, juridische en privacybarrières. Wij nemen de remmen weg, zij kunnen de opportuniteiten grijpen.”

Niet echt kostenbesparend

Ooit zullen de businessmodellen in de zorg veranderen. Zegt Nys: “Los van de barrières is er een heel pak informatie over uw gezondheid die direct naar uw arts kan gaan. Nu gaat een patiënt misschien wel elke week op doktersvisite of naar het ziekenhuis. Dankzij de technologie is het denkbaar dat chronische ziektes beter op afstand kunnen worden opgevolgd en dat die patiënt minder naar het ziekenhuis hoeft en dus kostenefficiënter wordt behandeld.”

Dat wil nog niet zeggen dat een digitale zorg ook voor kostenbesparingen zal zorgen. Zegt Caudron: “Het is eerder een kwestie van het verschuiven van de middelen. De balans tussen curatieve en preventieve zorg wijzigt. En de technologie heeft een ondersteunende rol. In andere sectoren zie je vaak dat de klassieke spelers te hard op hun kernactiviteit focussen en nieuwe platformspelers zoals Apple en Google de grote winnaars zijn. Ik denk dat vooral wie met een start-upmentaliteit naar de veranderende toekomst kijkt, de beste kaarten heeft.”

Voor de overheid is meer kostenefficiëntie welkom. Dat is een bijkomende motivatie voor de toekomst van het eHealth-platform. De technologie helpt dubbele radiologiekosten te vermijden, geeft artsen toegang tot diagnoses wanneer ze die nodig hebben, vandaag is al een anonieme second opinion mogelijk en ook de terugbetaling van de kosten kan vlotter.

Elke revolutie maakt slachtoffers. Zo zal het ook zijn met de digitalisering van de zorg. Worden artsen straks overbodig? Hoewel een arts uiteindelijk volgens een beslissingsboom diagnoses velt, doet hij tegelijk een interpretatie op basis van ervaring. Het lijkt vanzelfsprekend dat die praktijk niet meteen verdwijnt. “Maar we moeten misschien wel de manier waarop we artsen vergoeden, herzien”, zegt Nys. “Nu worden die betaald als ze een patiënt zien, maar als hun rol verandert moeten we ook de nomenclatuur onder de loep nemen.”

En de ziekenfondsen? Robben: “Informatica is een middel, geen doel. We moeten processen maken zodat ze in een bepaalde omgeving optimaal werken. De ziekenfondsen horen bij die omgeving. We moeten dus maken dat zij hun activiteiten kunnen moderniseren. Kijk naar de SIS-kaart. Die kaart was een van de realisaties bij de kruispuntbank Sociale Zekerheid. Vandaag wordt ze vervangen. Maakt mij dat droevig? Neen, want toen we de kaart introduceerden was er geen internet. Nu is dat er wel. Het heeft vandaag geen zin gegevens op een kaart te bewaren als je zo ook via een databank kunt ophalen. Weten of een patiënt is verzekerd, of hij voorafgaandelijke toestemming heeft voor geneesmiddelen uit Hoofdstuk IV, dat kan nu gewoon via zijn e-ID en ons eHealth-platform. Ook het rondzeulen met groene documenten om terugbetaling van het ziekenfonds te bekomen, hoort hopelijk weldra tot het verleden. Het spreekt voor zich dat de ziekenfondsen de komende jaren inhoudelijk moeten evolueren. Maar daar werken ze ook aan. Het is zoals met de sociaal secretariaten. Die zijn ook van een paperassenbuffer in de sociale zekerheid geëvolueerd tot dienstenleveranciers waaraan bedrijven hun hr-administratie kunnen uitbesteden.”

Partner Content