‘De wet bekijkt ondernemers als bedriegers’
De veelbelovende start-up Small Teaser vroeg in januari het faillissement aan. CEO Ruth Janssens en de technologiejournaliste Magali De Reu leggen in een boek uit waarom falen geen stigma zou mogen zijn.
De beslissing om de stekker uit haar bedrijf te trekken, was al moeilijk genoeg, maar Ruth Janssens schrok er daarna van hoe moeilijk het is een faillissement af te wikkelen. “Faillissementen krijgen een negatieve connotatie, zelfs als alles correct verloopt. Dat komt omdat de Belgische wet vooral focust op het vergoeden van de schuldeisers”, verklaart ze. Een curator moet de activa uit het bedrijf verkopen, maar voor een start-up is dat moeilijker dan voor een klassiek bedrijf. Er zitten heel weinig activa in. Het komt er vooral op aan de waarde van de software goed in te schatten.
Experts moeten nog wennen aan dat soort softwarebedrijven, bleek op de rechtbank. “Het was ongelofelijk moeilijk aan de rechter-commissaris uit te leggen wat het probleem was”, stelt Janssens. “Je zit daar tussen bekende businessmodellen, zoals dat van een bloemenwinkel en een aannemer, maar een technologiestart-up kun je daarmee niet vergelijken, ook niet in een faillissementsprocedure.”
Volgens de zelfstandige technologiejournaliste Magali De Reu staat de wetgeving op faillissementen symbool voor hoe de overheid naar ondernemers kijkt: “Ondernemerschap stimuleren is falen normaliseren, vinden wij. Ondernemers dragen allemaal bij aan de economie, soms meer dan een werknemer. Toch bouwen we amper een pensioen op en hebben we nauwelijks een sociaal vangnet. De wet bekijkt ondernemers als bedriegers. Hoe kunnen de burgers ondernemers als normaal beschouwen als de wet het al niet doet?”
Inkomsten
“Als je een start-up begint en je weet dat je meer kans hebt om te falen dan te slagen, geef je niet je huis als borg voor een banklening”, zegt Ruth Janssens, die van haar investeerders intussen meerdere aanbiedingen heeft gekregen om in andere start-ups te stappen. “Ik heb mezelf van september tot januari niet kunnen uitbetalen, net zoals in de beginfase van Small Teaser. Voor de rest heb ik er niets aan verloren. Ik kon mijn team uitbetalen en ik was zeker fair tegenover mijn investeerders. De kansen die ik nu krijg, zijn zoveel interessanter dan de kansen die ik had gekregen als ik in loondienst was blijven werken.”
Het in 2015 opgerichte Small Teaser ontwikkelde een blogplatform met een ingebouwde advertentieserver, zodat adverteerders heel gericht konden adverteren bij een nichepubliek. “Small Teaser is snel inkomsten beginnen te genereren. De markt was er”, zegt technologiejournaliste en medeauteur Magali De Reu. “Helaas was er ook de aard van het beestje. Voor een b2c-bedrijf (dat zich richt tot particulieren, nvdr) als Small Teaser heb je gewoon veel kapitaal nodig. Het is in België makkelijker een b2b-bedrijf (dat zich richt tot andere bedrijven, nvdr) op te richten. Of je moet je b2c-bedrijf via een andere manier veiligstellen.” De Reu, die in het boek Struikelen in stijl het verhaal van Small Teaser aanvulde met getuigenissen van experts, geeft het voorbeeld van corporate venturing, waarbij een groot bedrijf participeert in de starter.
Zaaikapitaal
Stijn Janssens ontwikkelde de technologie en zijn tweelingzus Ruth liet haar baan bij Kinepolis Group staan om als CEO Small Teaser uit te bouwen. Small Teaser vond onderdak in de Hasseltse Corda Campus en werd begeleid door de accelerator imec.istart. Het haalde 800.000 euro op bij de investeringsmaatschappij LRM, het zaaikapitaalfonds The CoFoundry (zie kader) en vier businessangels. De netwerkorganisatie Startups.be/Scale-ups.eu bekroonde het techbedrijf tot Start-up van het jaar 2017.
Toen Small Teaser in de loop van 2018 aan zijn eerste grote kapitaalronde van 1 miljoen euro werkte, ging het mis. Medeoprichter en technisch brein Stijn Janssens vertrok. Oprichtersteams die pas gaandeweg beseffen dat ze niet dezelfde verwachtingen of visie hebben, zijn een bekend probleem in de wereld van start-ups. Nog een klassiek struikelblok voor veel ondernemers is dat ze soms te lang schaven aan de software, zonder bij klanten te controleren wat die precies nodig hebben. “Onze fout was dat we heel lang nadachten over wat een klant wilde. Maar ontwikkelen kost tijd en geld”, zegt Ruth Janssens. Pech kwam er ook bij. Zo kreeg Small Teaser een cyberaanval te verwerken.
Probleem
De negatieve spiraal waarin Small Teaser verzeild was geraakt, maakte het bedrijf minder interessant voor investeerders. De bestaande investeerders wilden nog vers geld geven, maar de broodnodige nieuwe partijen haakten af. Tot tweemaal toe stelde de ondernemer de beslissing om het faillissement aan te vragen uit. “Ik zie honderden bedrijven failliet gaan met een gigantische put. Dat is niet struikelen in stijl, hé, dat is struikelen in diepe shit. Ik vind dat echt smerig. Ik kan er niet tegen dat bedrijven putten maken en andere bedrijven meesleuren omdat zij de facturen niet meer kunnen betalen.”
Het probleem bij Small Teaser was dat het bedrijf zijn converteerbare leningen niet had geconverteerd. Daardoor stonden die als schuld op de balans en was de schuld groter dan de waarde van het bedrijf. Het bedrijf verkopen was daardoor niet mogelijk.
In januari meldde Ruth Janssens aan haar investeerders, team en gebruikers dat ze het faillissement zou aanvragen. “Ik ben de investeerders superdankbaar voor de manier waarop ze me toen hebben geholpen”, zegt Ruth Janssens. “Uiteindelijk was Small Teaser voor hun puur boekhoudkundig een afgeschreven zaak, maar ze toonden hun menselijke kant. Zo hard als ze waren tijdens het bestaan van het bedrijf, zo zachtaardig heb ik hen daarna leren kennen.” Een paar dagen na de faillissementsaanvraag liep een bericht binnen dat een buitenlands fonds interesse had om te investeren in Small Teaser.
‘Of een juweel schittert, zie je pas nadat het geslepen is’
Bert Van Wassenhove van het zaaikapitaalfonds The CoFoundry, een van de investeerders in Small Teaser, legt uit hoe hij als investeerder kijkt naar start-ups die in moeilijkheden komen. “Je kijkt naar drie elementen. Hoe goed zijn de ondernemer en het team? De voornaamste taak van investeerders is dat in te schatten. Daarnaast kijk je naar de business. Omdat het bij durfkapitaal bijna altijd gaat om nieuwe markten, is het heel moeilijk de business te begrijpen. Wij kunnen het kaf wel van het koren scheiden, maar of het iets wordt of niet, kun je nooit met zekerheid zeggen. Het derde element is de financiële kant van het bedrijf. Als we geloven in de ondernemer en denken dat de business goed zit, dan zijn we bij The CoFoundry geneigd bij te investeren als er financiële problemen komen. Leonard Cohen zong The cutting of the gem has to be finished before you can see whether it shines’ (Of een juweel schittert, zie je pas nadat het geslepen is, nvdr). Je moet zo lang mogelijk doorgaan met de business, tot je zeker weet dat het niet kan werken. Maar bedrijven moeten die zoektocht vaak voortijdig afbreken, omdat ze financieel niet meer voort kunnen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier