De lastige laatste dans van Paul Stoffels: ‘Natuurlijk is Galapagos een grote ontgoocheling voor de markt’

PAUL STOFFELS. "Ik geloof dat we een wereldwijde speler kunnen worden in CAR-T-celtherapie."
Bert Lauwers
Bert Lauwers redacteur bij Trends

Paul Stoffels, lang een van ‘s werelds machtigste mannen in de biofarma, probeert in de herfst van zijn carrière het biotechbedrijf Galapagos uit het dal te sleuren. Tijd is zijn grootste vijand. De kritiek neemt hij er noodgedwongen bij. “Ik heb al lang een brede rug. “

Paul Stoffels verraste twee jaar geleden door CEO te worden van de beursgenoteerde Belgisch-Nederlandse biotechgroep Galapagos, toen die in de hoek zat waar de klappen vallen. Dat de 62-jarige Kempenaar die opdracht aanvaardde, was vooral het gevolg van zijn historische band met Galapagos, want hij had het bedrijf in 1999 mee opgericht. Stoffels stippelde een volledig nieuwe koers uit voor Galapagos. Zo verkocht hij de Europese rechten op het reumamedicijn Jyseleca, lang het kroonjuweel van Galapagos, aan het Italiaanse Alfasigma. Daardoor verkastte meteen ook een commerciële organisatie van zowat 400 werknemers. Voorts zette Stoffels het onderzoek naar long- en nieraandoeningen stop, om zich te focussen op de CAR-T-celtherapie, een gepersonaliseerde vorm van kankerbehandeling waarbij witte bloedcellen (T-cellen) van de patiënt in een gespecialiseerd lab worden voorzien van een CAR-receptoreiwit. Dat heeft onder meer geleid tot de overname van het Nederlandse CellPoint en het Amerikaanse Abound Bio, en tot een samenwerking met Thermo Fisher Scientific.

Om het bedrijf wetenschappelijk en strategisch opnieuw op de rails te krijgen, hoeft Stoffels zich financieel nauwelijks zorgen te maken. Vijf jaar geleden investeerde het Amerikaanse Gilead 4,5 miljard euro in Galapagos en beloofde het om tien jaar lang geen overnamebod te doen. Nu staat nog altijd ruim 3,5 miljard euro op de bankrekening. Gelukkig, want ten vroegste in 2028 zou een eerste medicijn van Galapagos op de markt kunnen komen.

Geduld vragen aan de aandeelhouders, die met lede ogen de gestage koersval van Galapagos hebben moeten aanschouwen, valt evenwel niet in goede aarde, en zelfs een farma-icoon als Stoffels heeft al een portie kritiek moeten slikken. Nochtans heeft hij in zijn topcarrière al ten overvloede bewezen dat hij weet hoe hij medicijnen moet ontwikkelen. Onder zijn leiding ontwikkelde het Amerikaanse J&J, het moederhuis van Janssen Pharmaceutica, tientallen medicijnen. Daar wil hij bij Galapagos een vervolg aan breien.

Hoe dicht stond Galapagos bij de afgrond toen u hier arriveerde?

PAUL STOFFELS. “Ik ben dit bedrijf in een vrij serieuze crisis beginnen leiden. Wetenschappelijk moest een nieuw traject worden opgestart. Alle geneesmiddelen die toen op de agenda stonden of in de pijplijn zaten, zouden ten vroegste binnen tien jaar op de markt komen. Dat kon natuurlijk niet voor een bedrijf dat uiteindelijk financieel onafhankelijk moest worden met zijn producten. Het werd dus een wetenschappelijke en strategische reset. En toen zijn we beginnen bouwen aan alle elementen om weer een pijplijn bij elkaar te krijgen. Gelukkig hadden wij dankzij Gilead de cash om dat te doen. Andere bedrijven in onze situatie zouden gewoon van de aardbodem zijn verdwenen.”

‘Galapagos is nog de firmanaam, maar zowel de mensen, het leiderschap als de technologie zijn veranderd’

Hoeveel mensen werken nu bij Galapagos?

STOFFELS. “Toen ik arriveerde, waren we met 1.300. Dat is gezakt tot 600, vooral door de verkoop van de organisatie rond Jyseleca. Maar we hebben helaas toch een honderdtal mensen moeten ontslaan. Intussen hebben we wel al opnieuw 100 mensen aangeworven in oncologie, en dat aantal blijft stijgen. Dus we zijn nu met 700, van wie 320 in Mechelen.”

Misschien symbolisch voor de nieuwe realiteit: in de gouden periode, een handvol jaren geleden, kreeg Galapagos groen licht voor de constructie van een imposant nieuw hoofdkwartier in Mechelen. De graafwerken waren al uitgevoerd. Maar daar bleef het sindsdien bij. Komt dat gebouw er ooit?

STOFFELS. “De werfput is er nog altijd, maar het hoofdkwartier zal niet worden gebouwd. We zijn een kleinere organisatie geworden, dus heeft het niet veel zin een heel groot researchgebouw neer te poten. We bekijken de opties voor dat terrein, dus verkopen of het tijdelijk houden.”

Galapagos moet vechten tegen de perceptie van vergane glorie. De aandelenkoers piekte ooit boven 250 euro, maar kampeert nu al een stuk onder 30. De markt heeft geen geduld meer.

STOFFELS. “Natuurlijk zijn wij een grote ontgoocheling voor de markt. Ik heb heel veel investeerders bezocht in Amerika en hun reactie was heel duidelijk: eerst laten zien wat je kan, en dan worden we weer je partner. We zitten nu eenmaal met die negatieve gebeurtenissen in het verleden. Wat ook weegt, is dat Gilead in ruil voor zijn geld rechten op onze geneesmiddelen heeft verworven. Als een product in de klinische fase III raakt, kan Gilead de rechten erop overnemen. Bovendien kan Galapagos door de deal met Gilead niet worden overgenomen tot het einde van dit decennium. De meeste biotechbedrijven krijgen een overnamepremie verrekend in hun aandelenkoers, wij niet.

“De constructie met Gilead heeft uiteraard ook een heel sterke kant. We delen de kosten, maar splitsen ook de winst als er een geneesmiddel op de markt komt. Wij hoeven er zelf geen honderden miljoenen in te steken, want het kost 500 miljoen tot 1 miljard dollar om een commercialisatie in Amerika op te zetten. Ik zou daar niet meer aan willen beginnen als klein bedrijf in Europa. Ik wil er trouwens op wijzen dat de afgelopen twee jaar vrijwel geen enkel biotechbedrijf goed gefinancierd raakte. Heel veel geld is uit de markt verdwenen. Dat probleem hebben wij niet.”

‘De afgelopen twee jaar raakte vrijwel geen enkel biotechbedrijf goed gefinancierd. Dat probleem hebben wij niet’

Kan Galapagos in zijn oude glorie worden hersteld?

STOFFELS. “Galapagos is nog de firmanaam, maar zowel de mensen, het leiderschap als de technologie zijn veranderd. De weg is nog lang, maar dit is potentieel een heel sterk bedrijf. Ik geloof dat we een wereldwijde speler kunnen worden in CAR-T-celtherapie.”

Hoe zeker bent u dat het zal lukken?

STOFFELS. “Hoe zeker ben ik dat dit lukt? Het is geen walk in the park, maar ik weet nu al dat het medisch lukt. We moeten dat platform uitrollen en de volgende klinische studies doen. We hebben al heel goede klinische data voor enkele zeer zware ziektes waarvoor vandaag nog geen remedie is.”

De marktperceptie is ‘eerst zien’. Trek u zich dat aan?

STOFFELS. “Jawel, maar de perceptie zal verbeteren. Vandaag zijn we op goede weg in Europa. We hebben de toelating voor onze klinische studies. We boeken vooruitgang met de Europese autoriteiten, maar de ultieme validatie is de Amerikaanse markt. Als we een paar goede trajecten afleggen met onze klinische studies in Amerika, zijn we vertrokken.”

Wanneer komt het eerste geneesmiddel op de markt?

STOFFELS. “Wij mikken nu op 2028. Omdat het gaat over een levensreddend geneesmiddel en we nu al zulke goede data hebben, verwacht ik dat we het snelle goedkeuringspad van de FDA kunnen volgen en dat ook in Europa de goedkeuringsautoriteiten er open voor staan om snel te gaan. En simultaan moeten we het platform uitbouwen dat we via CellPoint hebben verworven.”

Zou u de baan hebben aanvaard als u had geweten dat het stermedicijn Jyseleca zou moeten verdwijnen?

STOFFELS. “Ik wist dat het een moeilijke zaak zou worden om een commerciële business op één product te doen draaien. Ik had gehoopt dat we veel sneller een tweede product zouden kunnen lanceren. Maar ik ben enorm aangemoedigd door wat er nu is. We hebben al drie producten in oncologie in de kliniek (om te testen op patiënten, nvdr) en we hebben een technologieplatform met heel goede resultaten.”

‘Ik heb met mijn teams in mijn carrière 25 nieuwe geneesmiddelen ontwikkeld. Er nog een paar proberen bij op te zetten, is mijn persoonlijke missie’

Hebt u soms spijt dat u hieraan bent begonnen? U had kunnen opteren voor een comfortabeler leven in raden van bestuur of met consultancy-opdrachten.

STOFFELS. “Ik wilde na J&J inderdaad stoppen met het operationele. Ik ben zelf niet achter die baan aangegaan. Maar ik ben co-founder van Galapagos en kende natuurlijk Onno (voormalig CEO Onno van de Stolpe, nvdr) en Rajesh Parekh, die toen voorzitter was. De mensen hier wisten allemaal dat ik na mijn pensioen bij J&J wilde terugkeren naar België. Ze hebben me overtuigd om in te stappen als crisismanager. En nu ben ik het weer recht aan het zetten. Daarbij hoort ook heel goede mensen aanwerven, zodat het ook zonder mij zal kunnen. Ik ga hier niet tot mijn zeventigste doorgaan. Ik heb intussen een heel sterk team, waarvan de meesten zelf al een geneesmiddel mee ontwikkeld hebben.”

U kunt ook niet meer terug?

STOFFELS. “Zo is dat. Ik zie mijn rol als een leider die voor mijn team gaat staan. Ik zeg hen ‘you take the risk. I take the blame’. Ik heb dat zelf meegemaakt met Paul Janssen. Zelfs nadat hij met pensioen was gegaan maar toch nog een klein onderzoekslabo had, is hij mij blijven mentoren. Ik heb heel veel van hem geleerd, ook over empowerment, mensen stimuleren om een visie te ontwikkelen over hoe een ziekte kan worden bestreden.”

U moet dus een brede rug en een olifantenvel hebben?

STOFFELS. “Ja, maar die brede rug heb ik al lang, net als de passie voor wat ik doe. Ik heb met mijn teams in mijn carrière 25 nieuwe geneesmiddelen ontwikkeld. Zeven staan op de lijst van essentiële geneesmiddelen van de Wereldgezondheidsorganisatie. Er nog een paar proberen bij op te zetten, is mijn persoonlijke missie.”

Welke lessen kreeg u mee van uw ouders?

STOFFELS. “Dat je ook op de wereld bent om goed te doen voor de anderen. Je kunt dan wel goed voor jezelf zorgen, maar je moet ook zorgen dat je dat balanceert met goed zijn voor de wereld en het klimaat. Mijn vader is zelf in 1958 bij Janssen gestart en is er tot zijn pensioen gebleven, als hoofd van de productie. Dat was een wereldwijde baan. Maar dat is niet de reden waarom ik daar ben beland. Ik kwam terug uit Afrika en Paul Janssen vroeg: ‘Gij weet veel van hiv, dus kom mij helpen om klinisch onderzoek te doen.’ Ik raakte bijzonder gefascineerd door hem. De manier waarop hij werkte en met mensen omging, motiveerde mij enorm. Hoe hij verschillende complementaire brains met kennis over toxicologie, farmacologie en chemie bijeenbracht aan zijn ronde tafel. Hij vergaderde altijd met zeven of acht mensen en vroeg voortdurend: ‘Wat denkt gij? En gij?’ En zo ging hij die tafel af.”

En dat zijn lessen die u ook hebt toegepast?

STOFFELS. “Ja, maar de breincapaciteit van Paul Janssen was een heel stuk groter dan de mijne. Die kon converseren en toespraken houden in het Italiaans, Spaans, Frans, Engels, Latijn en Nederlands. Hij had overigens een geweldig systeem om snel alle wetenschappelijke literatuur te scannen. Elke dag moesten wij een stapel wetenschappelijke lectuur lezen, en vervolgens bij hem komen om het uit te leggen. Zo was elk nieuw onderzoek naar hiv voor mij. Dan ging ik naar zijn bureau en zei hij: ‘Leg mij dat eens uit, hoe hebben ze dat gedaan?’ Dat was voor hem een heel snelle manier om wetenschappelijk op de hoogte te blijven. En zo wist hij ook meteen dat ik of mijn collega’s op de hoogte waren van alle nieuwe ontwikkelingen in ons domein.”

Over Janssen gesproken, u hebt dat vele jaren mee onder uw hoede gehad, vanuit de Verenigde Staten. Hebt u nog veel contact met Janssen Pharmaceutica in Beerse?

STOFFELS. “Ik probeer dat te vermijden. Ik ben niet actief op zoek naar contact, omdat ik een ander bedrijf leid. Al ken ik daar nog heel veel mensen, en appreciëren ze me nog altijd zeer sterk. Maar tegelijk moet ik die periode afsluiten. Er zijn trouwens ook bij Janssen herstructureringen gebeurd waarbij heel goede mensen zijn vertrokken, omdat bepaalde activiteiten afgebouwd werden. Heel wat van die mensen zitten nu bij ons.”

Waarom bent u dan niet vroeger vertrokken bij J&J?

STOFFELS. “Ik wilde nog diverse geneesmiddelen afleveren, zoals een zeer langwerkend medicijn tegen schizofrenie of ons langwerkend product tegen hiv. Ik had er zó lang aan gewerkt dat ik dat absoluut wilde meemaken. Maar ik heb soms spijt dat ik niet vroeger ben teruggekeerd uit Amerika. Ik was er vijftien jaar, een heel zwaar belastende tijd door het vele wereldwijde reizen. Als je ouder wordt, is de jetlag zeer lastig.”

‘Ik heb soms spijt dat ik niet vroeger ben teruggekeerd uit Amerika’

Bent u bang voor het zwarte gat?

STOFFELS. (Schudt het hoofd) “Ik heb nog heel wat andere dingen waar ik plezier aan beleef. Ik ben bezig met muziek en steun ook anderen daarin. Ik focus op orgel, omdat dat mijn passie is en ik dat instrument in ere wil houden. Zo heb ik een fonds bij de Koning Boudewijnstichting waarmee ik de opname en de productie van de eerste cd’s van jonge organisten sponsor. Wij sponsoren ook orgelconcerten, zodat de toegangsprijs democratisch is en goede muzikanten kunnen komen, en ik heb ook de restauratie van een aantal orgels gesponsord.”

Wat wilde u doen als kind?

STOFFELS. “Muzikant, meer bepaald pianist en organist. Dat was tijdens mijn humaniora. Maar toen ik ouder werd, leek me dat toch te beperkend. Ik had heel wat familieleden die in Afrika waren geweest of er nog waren, en besefte dat als ik een verschil wilde maken in de wereld, ik een echt nuttig vak moest kiezen. Dat kon landbouwingenieur zijn, om mee te zorgen voor voedselvoorziening, of geneeskunde. Door heel hard te werken ben ik arts geworden. Tijdens mijn doctoraat trok ik elk jaar naar Congo, waar ik mijn passie voor tropische ziekten heb ontwikkeld. Ik ben jaren in Congo en Rwanda gebleven, en nadien bij Paul Janssen begonnen om mee te werken aan een medicijn tegen hiv” (Stoffels zou later drie van de belangrijkste aidsremmers mee helpen ontwikkelen, nvdr).

Hoe financierde u die reizen naar Afrika?

STOFFELS. “Ik speelde bij een groepje, De Floeren Aap (lacht). Ik was ook organist in de kerk en speelde veel diensten in Hoogstraten en Rijkevorsel. Maar ik speelde ook in de gevangenis, op huwelijken of begrafenissen. Met al die optredens kon ik mijn reizen betalen.”

Welke droom koestert u nog?

STOFFELS. “Ik droom van meer tijd, om opnieuw wat meer naar Afrika te reizen. Ik heb daar nog heel goede connecties en vrienden, en word heel vaak uitgenodigd. Maar Galapagos verhindert me nu om te gaan. En ik wil ook meer tijd voor onze acht kleinkinderen, en voor muziek.”

Dus wanneer geeft u het roer uit handen, want als het eerste product pas in 2028 op de markt kan komen, wachten u nog vier zware jaren?

STOFFELS. “Ik zal wel zien wanneer dat het juiste moment is. Nu ben ik voorzitter en dagelijks heel actief als CEO. Maar op zeker moment zal ik de juiste stap doen, ook omdat ik moet denken aan mijn gezondheid. Maar een termijn daarvoor heb ik nog niet in het hoofd. Dat mag en kan ook niet.”

Maar voor u is de cirkel al rond?

STOFFELS. “Ik ben co-founder van Galapagos en heb inderdaad het rondje gedraaid van hier naar Amerika en terug naar Mechelen. Maar wanneer is het leven rond? Als je doodgaat zeker?” z

Bio

Geboren in 1962 in Turnhout

Studie geneeskunde en tropische ziekten in Hasselt en Antwerpen


Werkt vier jaar als hiv-onderzoeker in Afrika


1990: leidt hiv-onderzoek voor Janssen Pharma


1993: directeur O&O voor infectieziekten en dermatologie


1995: verlaat Janssen Pharma, richt met Rudi Pauwels Virco op


1997: voorzitter Tibotec


2001: CEO Tibotec-Virco


2002: na verkoop van Tibotec-Virco, verantwoordelijke virologie bij J&J


2009: global head pharmaceutical R&D, J&J


2011: worldwide chairman Pharmaceuticals, J&J


2012: CSO en vice chairman of the executive committee, J&J


April 2022: CEO Galapagos

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content