Consulent Deloitte over de jongste trends in de autosector: ‘De consument is bang van de tablet op wielen’
Zelfrijdende wagens, connectiviteit, digitalisering, elektrificatie. Voor veel consumenten gaat de revolutie in autoland te snel. Dat blijkt uit het jaarlijkse onderzoek van de consulent Deloitte. “De consument gelooft in de doorbraak van de elektrische wagen. Maar van de digitalisering en de zelfrijdende wagen is hij nog bang”, stelt Eric Desomer vast.
Elk jaar peilt Deloitte bij 35.000 consumenten in twintig landen naar hun wensen en verlangens voor de autowereld. Voor België is Eric Desomer, automotive sector leader bij de consulent, verantwoordelijk voor de enquête via de Deloitte Global Automotive Consumer Study. “We peilden naar vier grote trends. Alles wat te maken heeft met zelfrijdende auto’s; nieuwe vormen van mobiliteit; elektrische wagens; en connectiviteit, digitalisering en datamanagement. Voor autoproducenten betekenen die vier trends gigantisch zware investeringen en een enorme gok. De traditionele autoproducent bouwt niet alleen wagens, hij moet ook investeren in de toekomst, wil hij niet hopeloos achterop raken. Hij moet kiezen in welke trend hij het meest wil investeren, of misschien investeert hij wel in alle vier tegelijk. Het verklaart ook de grote fusies, zoals onlangs nog die van Fiat Chrysler en PSA Peugeot Citroën. De investeringen zijn zo groot dat autobouwers ze niet langer alleen kunnen financieren.”
De autoproducent moet gigantisch veel investeren in digitalisering, maar de consument wil er niet of nauwelijks voor betalen
Maar volgt de consument wel?
ERIC DESOMER. “Voor elektrische wagens lijkt de keuze duidelijk: de consument is ervan overtuigd dat ze aan belang zullen winnen. Dat geldt voor zowel volledig elektrische als hybride wagens. Enkele jaren geleden twijfelde de consument nog volop of die elektrische wagens zouden doorbreken. Die scepsis is er nog altijd voor zelfrijdende wagens. Het zal nog enkele jaren duren vooraleer er volledig autonome wagens op onze wegen rijden.”
Waarom breken elektrische wagens nu plots wel door?
DESOMER. “De belangstelling voor alternatieve aandrijftechnieken blijft groeien, ook in de Verenigde Staten. Bij de vermindering van de uitstoot speelt zeker de regelgeving mee. Maar elektrische auto’s hebben ook lagere operationele kosten dan traditionele wagens. Hét probleem blijft de actieradius, al volstaat het vermogen van de batterijen tegenwoordig voor het aantal kilometers dat bestuurders afleggen. Er is een verschil tussen de perceptie en de realiteit. Vooral oudere chauffeurs hebben het daar moeilijk mee. Jongeren hebben geen moeite met een actieradius van 300 kilometer. Nog goed nieuws is het realistische verwachtingspatroon over de oplaadsnelheid van de laadpalen. De meerderheid van onze bestuurders vindt een wachttijd van een halfuur heel normaal.”
Hoe belangrijk blijven traditionele aandrijftechnieken?
DESOMER. “De trend op lange termijn wijst overduidelijk steeds meer in de richting van elektrische en hybride motoren. Maar de brandstofprijzen doen consumenten ook twee keer nadenken. Hoe lager die brandstofprijs, hoe trager de trend richting elektrische en hybride wagens gaat.”
De consument heeft het niet zo begrepen op ‘computers op wielen’?
DESOMER. “Het beeld is wat dubbelzinnig. De consument is daar zeker benieuwd naar. Meer dan de helft verwacht meer voordelen door de toenemende connectiviteit. Tegelijk is er nog de huiver voor digitalisering en geconnecteerde wagens. De consument wil duidelijkheid over wat met de geregistreerde data gebeurt. Dan hebben we het niet over de technische gegevens, zoals het rijgedrag of het brandstofverbruik. Helemaal bovenaan staat de verwerking van persoonlijke en biometrische gegevens, zoals wat de bestuurder doet met zijn smartphone en apps in de wagen, zijn hartslag of fysieke conditie. Ook de opslag van de verplaatsingen is een probleem. Een belangrijk thema is dus het beheer van al die data. Terwijl je voor een goed gestuurd verkeersbeleid eigenlijk naar één platform zou moeten gaan, met alle mogelijke gegevens: over de individuele auto, het openbaar vervoer, de parking, de densiteit van het verkeer.”
De consument wil duidelijkheid over wat gebeurt met de data die zijn geconnecteerde wagen registreert
Wie van die spelers vertrouwt de consument nog het meest?
DESOMER. “Er is geen duidelijke winnaar. Er is wel duidelijk vraag naar meer regelgeving. Bovendien willen consumenten niet te veel betalen voor die digitale dienstverlening. De meerderheid heeft voor een totaal dienstenpakket maximaal 1200 euro over. De autoproducent zit dus met een dilemma. Hij moet gigantisch veel investeren in de digitalisering, terwijl de consument er niet of nauwelijks voor wil betalen. Dat geldt eigenlijk ook voor elektrische wagens. De grote meerderheid van de Belgen wil maximaal 30.000 euro uitgeven voor een elektrische wagen.”
Vertrouwt de consument zelfrijdende wagens?
DESOMER. “Iedereen denkt dat die eraan komen. Maar kijk dan naar de percentages. In België is de helft van de bestuurders ervan overtuigd dat die wagens onveilig zijn. Idem dito in Duitsland. Maar daar groeit het vertrouwen nog een beetje, terwijl het in China en India achteruitboert. Die angst is al even groot voor zelfrijdende bussen of vrachtwagens. Het zal dus nog jaren duren voor zelfrijdende wagens doorbreken. Voor 2030 zie ik ze niet op de weg rijden. Want de consument is bang.”
Wie wordt de winnaar in nieuwe technologieën?
DESOMER. “Dat is nog niet duidelijk. De elektrische autoproducent Tesla, de traditionele autoproducenten, en technologiebedrijven zoals Apple en Google stonden tot vorig jaar vooraan. Maar de meeste ongevallen gebeurden met hun wagens. Die drie staan nu ongeveer op hetzelfde niveau van geloofwaardigheid.”
Klopt het dat jongeren minder interesse hebben in een eigen auto?
DESOMER. “Uit onze enquête blijkt dat een derde van de jongeren de wagen aan de kant wil laten. Sommigen twijfelen of ze überhaupt nog een auto moeten hebben. Een mobiliteitsbudget wordt belangrijker dan een individuele wagen.”
Al jaren wordt de dood van de autodealers aangekondigd. Maar uit uw onderzoek blijkt dat de appetijt voor onlineverkoop daalt.
DESOMER. “Slechts 9 procent van de bestuurders wil zijn auto online kopen. Dat cijfer komt van 13 procent. De dealer blijft de ultieme vertrouwenscheck voor alle informatie die een koper elders bijeengesprokkeld heeft. De dealer kent alle functies en onderdelen van de wagen. De ‘tablets op wielen’ zijn zo nieuw en complex, dat enkel de dealer dat allemaal nog kan uitleggen. Het aantal dealers daalt uiteraard door de consolidatie in de sector.
“Maar dienstverlening blijft uiterst belangrijk. De koper wil een totaalervaring: niet enkel de aankoop, maar ook de dienstverlening door de dealer. En dat is niet enkel het onderhoud, ook al verdient de autoproducent vandaag meer aan het onderhoud dan aan de verkoop van de wagen. Wees dus maar zeker: de autodealers hebben nog een toekomst.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier