Frank Beckx

‘Chemie- en farmasector heeft behoefte aan meer jong STEM-talent’

Frank Beckx gedelegeerd bestuurder essenscia vlaanderen

Het onderwijs en het bedrijfsleven moeten nog vaker de handen in elkaar slaan om opleidingen zo goed mogelijk te laten aansluiten op de noden van de arbeidsmarkt. Dat zegt Frank Beckx, gedelegeerd bestuurder van essenscia vlaanderen.

Vlaamse ondernemingen uit de chemie-, de kunststoffen-, de farma- en de biotechsector hebben vandaag meer dan 800 vacatures. Het is uiteraard goed nieuws dat acht op de tien sectorbedrijven jobs in de aanbieding hebben, zeker als meer dan de helft van die vacatures openstaat voor pas afgestudeerden zonder specifieke werkervaring. Dat bedrijven een almaar hoger opleidingsniveau verwachten, betekent anderzijds wel een grote uitdaging voor ons onderwijssysteem.

Jobs, jobs, jobs. Dat is vandaag ook de mantra in de chemie en farma. Hoewel de sector vorig jaar zowat 2500 nieuwe medewerkers heeft aangeworven, staan er op dit moment nog altijd meer dan 800 vacatures open. Dat blijkt uit de Jobbarometer van de sectorfederatie essenscia vlaanderen, een jaarlijkse enquête naar tewerkstellingstrends waaraan vorige maand 141 sectorbedrijven deelnamen.

De resultaten tonen vier interessante trends aan. In de eerste plaats ligt het aantal vacatures in de sector dit jaar merkelijk hoger dan op hetzelfde tijdstip vorig jaar: 801 tegenover 543. Ten tweede blijkt dat voor 56 procent van de vacatures geen specifieke werkervaring is vereist, wat kansen biedt voor jongeren die deze week afstuderen. Derde vaststelling: bij de openstaande vacatures gaat het net iets vaker om nieuwe jobs (51 procent) dan om aanwervingen om de uitstroom van oudere werknemers op te vangen (49 procent). Tot slot blijkt dat zowat twee derde van de vacatures bestemd is voor hooggeschoolden, met minimaal een bachelordiploma, met een toenemend aantal functies in onderzoek en ontwikkeling.

Die cijfers zijn eerst en vooral opnieuw een indicatie dat het goed gaat met de chemie- en farmasector in Vlaanderen. Bedrijven investeren en creëren banen. Vorig jaar noteerde de sector een recordbedrag van ruim anderhalf miljard euro aan investeringen. Ook de voorbije weken en maanden maakten heel wat ondernemingen, zowel kmo’s als internationale bedrijven, nieuwe investeringsplannen bekend. Vlaanderen blijft met andere woorden toonaangevend in deze toekomstgerichte industrie. In omzet per inwoner zijn we het nummer een in de wereld voor chemie en kunststoffen en we staan aan de Europese top in de ontwikkeling en export van nieuwe geneesmiddelen.

Die recente investeringsgolf leidt ook tot jobcreatie. In 2016 was de sector goed voor 60.200 directe jobs, een stijging met bijna 500 jobs ten opzichte van het jaar voordien, en bijna 100.000 indirecte jobs in Vlaanderen. En ook vandaag biedt de chemie en farma dus nog heel wat jobkansen. Een diepgaande analyse van de openstaande vacatures legt echter een duidelijke verschuiving bloot in de richting van hogere profielen.

Chemie- en farmasector heeft behoefte aan meer jong STEM-talent

Zo is een derde van de vacatures bestemd voor masters, voornamelijk industrieel en burgerlijk ingenieurs. Ook bio-ingenieurs en (farmaceutische) wetenschappers zijn erg in trek. Professionele bachelors (27 procent) liggen goed in de markt, vooral voor technische functies in productie en onderhoud, maar ook steeds meer voor ondersteunende wetenschappelijke functies in de labo’s van farma- en biotechbedrijven. Doctors zijn vooral gegeerd voor O&O-functies, die goed zijn voor 10 procent van het aantal vacatures. Het aandeel vacatures voor tso-profielen is tegenover vorig jaar dan weer afgenomen van 41 naar 29 procent. Drie kwart van de vacatures op tso-niveau betreft jobs in de productie. Voor de rest gaat het in hoofdzaak om onderhoudsfuncties. Vooral onderhoudstechnicus wordt meer en meer een knelpuntberoep.

Kennis is en blijft voornaamste grondstof

Conclusie? De vraag naar hooggekwalificeerd personeel onderstreept nogmaals dat kennis onze voornaamste grondstof is en blijft. Het blijkt ook vaak een doorslaggevend argument wanneer buitenlandse bedrijven beslissen om in Vlaanderen te investeren. Het hoge kwaliteitsniveau van ons onderwijs op peil houden en nog meer jongens en meisjes overtuigen met volle goesting voor een wetenschappelijke of technische STEM-studie (science, technology, engineering, mathematics) te kiezen, blijven daarom twee cruciale uitdagingen om de toekomstige instroom van jong talent te verzekeren. Net zoals we de komst van de industrie 4.0 moeten aangrijpen als een unieke opportuniteit, waarbij we de toenemende digitalisering moeten zien als een manier om jobs efficiënter, zinvoller en duurzamer te maken.

Dankzij de technische expertise van de medewerkers en de sterke basisopleidingen zijn verscheidene chemie- en farmabedrijven in Vlaanderen uitgegroeid tot lead plants of toonaangevende vestigingen in hun internationale groep. Het komt er nu op aan voort te bouwen op dat fundament en klaar te zijn voor de demografische revolutie die stilaan op volle toeren draait. Om alleen al de uitstroom van oudere werknemers op te vangen, heeft de chemie- en farmasector jaarlijks behoefte aan 2000 nieuwe medewerkers. Enkel door intensief samen te werken kunnen het onderwijs en het bedrijfsleven een evenwichtig antwoord vinden op het spanningsveld tussen de vergrijzing van de werknemerspopulatie en de krapte van technische en wetenschappelijke profielen op de arbeidsmarkt.

Teamwork

We moeten daarom praktijkgerichte leermethoden stimuleren, op alle onderwijsniveaus, en het belang van sociale vaardigheden meer naar voren schuiven, zowel in de manier van lesgeven als in de beoordeling van leerlingen. Technische basiskennis blijft vanzelfsprekend de hoeksteen van elke STEM-studie, maar we mogen niet de fout maken het belang van communicatie en samenwerking te onderschatten. Ook voor technische beroepen en wetenschappelijk onderzoeker zijn teamwork in een internationale en multidisciplinaire context dagelijkse kost, vaak zelfs in een virtuele omgeving. Technische kennis volstaat niet langer, het zijn de soft skills die het verschil maken.

Duaal leren kan een deel van de oplossing zijn. Het voorbije schooljaar zijn zes studierichtingen gestart met een opleiding duaal leren, een nieuwe onderwijsvorm waarbij de klemtoon ligt op leren op de werkvloer. Het proefproject voor de Se-n-Se-studierichting Chemische Procestechnieken (secundair na secundair, het vroegere 7de jaar tso) was erg succesvol dankzij de inzet en het engagement van de drie deelnemende scholen en dertien chemiebedrijven. Voor de 25 geslaagde leerlingen, die 15 weken van hun opleiding al doende leren in een chemiebedrijf, is het duidelijk dat duaal leren de inhoud van de opleiding versterkt en hun kansen op de arbeidsmarkt verhoogt. Flexibiliteit, zelfstandigheid en leergierigheid zijn hierbij de sleutelwoorden.

Onderwijs en bedrijfsleven moeten vaker samenwerken

Het onderwijs en het bedrijfsleven moeten met andere woorden nog vaker de handen in elkaar slaan om opleidingen zo goed mogelijk te laten aansluiten op de noden van de arbeidsmarkt. Duaal leren mag dus zeker geen tweede keuze zijn of een vangnet van het watervalsysteem, integendeel. Duaal leren moet een bewuste en positieve keuze zijn van de student en de ouders, een voorbeeld van een praktijkgerichte STEM-opleiding, een springplank naar een inspirerende job als procesoperator in de chemie. Kiezen voor duaal leren is niet altijd de makkelijkste weg, maar het is zeker wel de boeiendste weg. Laat ons daarom nadenken om duaal leren op termijn ook toe te passen in het hoger onderwijs, op bachelor- en masterniveau. Zodanig dat ook onze toekomstige ingenieurs al tijdens hun studietijd ontdekken hoe ze later het verschil kunnen maken op de werkvloer.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content