CEO Jean-Christophe Tellier: ‘UCB is niet te koop’

© Jelle Vermeersch
Bert Lauwers
Bert Lauwers redacteur bij Trends

De Fransman Jean-Christophe Tellier is sinds begin dit jaar de nieuwe topman van het biofarmabedrijf UCB. Voor het eerst geeft hij een inkijk in zijn strategie en in zichzelf.

De Fransman Jean-Christophe Tellier is sinds begin dit jaar de nieuwe topman van het biofarmabedrijf UCB. Voor het eerst geeft hij een inkijk in zijn strategie en in zichzelf.

De 55-jarige Jean-Christophe Tellier beleefde in november al heel even zijn vuurdoop voor de media. Voor die gelegenheid werd hij nog geflankeerd door zijn voorganger en landgenoot Roch Doliveux. Die had UCB in de tien jaar daarvoor door lastige tijden geloodst. Hij sloot gewaagde miljardendeals met de overname van het Britse biotechbedrijf Celltech en het Duitse Schwarz Pharma. Die leverden het trio geneesmiddelen _ Cimzia, Vimpat en Neupro _ dat nu het mooie weer maakt bij UCB. Doliveux deed UCB ook resoluut kiezen voor geneesmiddelen tegen ernstige ziekten waarin minder concurrenten actief zijn. Vorig jaar kon Tellier zich nog klaarstomen onder de vleugels van Doliveux. Sinds begin dit jaar staat hij er alleen voor om de volgende generatie verkooptoppers veilig te doen landen. In zijn maideninterview geeft Tellier meteen een duidelijke boodschap voor de grote farmaconcerns die nieuwsgierig snuffelen aan UCB, omdat ze er een uitstekende overnameprooi in zien. “UCB is niet te koop.”

U treedt in de voetsporen van twee monumenten. Georges Jacobs ontdeed UCB van de chemieactiviteiten waarop het oorspronkelijk was gebouwd. Ook Roch Doliveux heeft UCB lang en succesvol geleid, en heeft het bedrijf getransformeerd met gedurfde strategische keuzes.

JEAN-CHRISTOPHE TELLIER. “De lat ligt hoog. Ik heb al gezegd dat het eerst een beetje beangstigend leek om Roch op te volgen. Als je iemand opvolgt die de bal mis heeft geslagen, is het gemakkelijker, omdat ze dan snel zien wat je opbouwt. Maar goed, als de mensen me vragen wat het me doet om CEO te zijn sinds januari, dan zeg ik: totaal niets. Angst is een slechte raadgever. Door bang te zijn voorkom je het gevaar niet. Als je jezelf inprent dat je op je tellen moet passen, ben je dood.

“Trouwens, de dag dat ze zich hier niet meer comfortabel voelen met mij, zal ik moeten opstappen. Dat is nu eenmaal het leven. Maar we zitten met lange cycli om nieuwe medicijnen te ontwikkelen. Een farmabedrijf kun je niet managen door snel van baas te wisselen. Zo ga je als bedrijf recht de muur in.”

Er worden gekke prijzen betaald voor overnames. Grote spelers houden ook UCB in het vizier. Maakt dat u nerveus?

TELLIER. “Nee, omdat we gelukkig een referentieaandeelhouder hebben (de holding Tubize, nvdr) en omdat we ons intern hebben verzekerd van de nodige successen. Daardoor kunnen we zeggen dat UCB niet te koop is. We kunnen aan onze aandeelhouders groei op lange termijn verzekeren, waardoor het voor hen waardevoller is dat we als onafhankelijk bedrijf voortgaan dan te verwateren in een grotere groep.”

UCB heeft geen behoefte meer aan een Celltech of een Schwarz, de grote overnames onder het bewind van Doliveux?

TELLIER. “UCB heeft alle werktuigen in handen voor organische groei, zonder dat het zijn toevlucht moet zoeken tot acquisities.”

Zou het dat überhaupt nog kunnen? Er worden gekke prijzen gevraagd, en betaald.

TELLIER. “Dat komt ons inderdaad goed uit, want het zou fortuinen kosten.”

En UCB kan zich dat niet permitteren?

TELLIER. “Dat hangt ervan af, maar UCB moet eerst en vooral zoeken naar molecules die onze portefeuille van producten aanvullen. Zeg nooit nooit, maar nogmaals: strategisch gezien hebben we alles wat we nodig hebben om de volgende jaren succesvol te zijn in de therapeutische domeinen waarin we actief willen zijn. UCB hoeft dus zeker geen overnames te doen.”

U beschikt over een oorlogskas?

TELLIER. “We absorberen momenteel nog de schuld uit het verleden. Bovendien impliceert onze strategie voor interne innovatie dat we voor investeringen in onderzoek en ontwikkeling aanzienlijk boven het sectorgemiddelde gaan. Terwijl gemiddeld 18 tot 20 procent van de omzet in onderzoek en ontwikkeling wordt geïnvesteerd, zitten wij aan 28 procent. Die cash kun je niet gebruiken voor externe groei.”

U leest het volledige interview met Jean-Christophe Tellier deze week in Trends.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content