CEO Inge Neven pompt ambitie in VITO: ‘We hebben zoveel oplossingen voor het klimaat’

Inge Neven, CEO van VITO.
Inge Neven, CEO van VITO.
Bert Lauwers
Bert Lauwers redacteur bij Trends

Dat de Vlaamse onderzoeksinstelling VITO eindelijk een duidelijke smoel krijgt, is de verdienste van de gedreven Limburgse Inge Neven, die een jaar geleden CEO werd.

We treffen een gehavende Inge Neven in Mol, waar VITO, voluit de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek, de buur is van het studiecentrum voor kernenergie SCK. De dag ervoor is de sportfanaat zwaar gevallen tijdens een ochtendlijke loopsessie. Maar de met verband gelardeerde CEO verbijt tijdens het gesprek de pijn, en geeft evenmin forfait voor het jaarlijkse personeelsfeest, dat later op de dag wordt georganiseerd en waar ze een toespraak zal houden. “Ik kreeg zelfs te horen dat mijn ongeval perfect is om innovatie te illustreren, want ‘als je nooit op je gezicht gaat, leer je ook niets bij’”, lacht Neven.

De 48-jarige apothekersdochter heeft dan ook genoeg watertjes doorzwommen om zich niet te laten afleiden door fysiek ongemak. Zo was ze vier jaar actief in Afrika als consultant voor een Nederlandse ngo en operationeel directeur bij de groep boven Planet Parfum en Di. Neven zette zich op de kaart als CIO van het Leuvense chiponderzoekscentrum imec, maar liep vooral in de kijker tijdens de pandemie, als baas van de covid-vaccinaties in Brussel. Die mix van ervaringen vormde de opstap naar VITO, waar ze in mei vorig jaar oudgediende Dirk Fransaer opvolgde. Na haar benoeming schakelde Neven meteen enkele versnellingen hoger voor VITO, dat in de schaduw stond van imec en het biotechinstituut VIB.

Wat is gebeurd sinds u hier CEO werd?

INGE NEVEN. “Hier wordt vaak gezegd: ‘er waait een nieuwe wind, maar het is een straffe wind’ (lacht). Ik zit ook zo in mekaar, om vrij snel een analyse te maken. Krijg ik tegenkanting? Ja, uiteraard zijn er mensen die vinden dat het te snel gaat. Er zijn inderdaad veel veranderingen: niet alleen een nieuwe CEO, maar ook een nieuw directiecomité en een nieuwe structuur en strategie. Vroeger werd zeer veel vanuit kleine silo’s gewerkt op onze expertisedomeinen. We hebben nu drie grote units gecreëerd: rond klimaat, duurzame grondstoffen en duurzame leefomgeving. We trekken veel meer de kaart van de samenwerking tussen de groepen, van de kruisbestuiving van kennis en technologie. Men zei me dat VITO veel te breed is. Maar ik zie vooral een ongelofelijke rijkdom, omdat wij werken op alle aspecten die te maken hebben met onze leefomgeving, met duurzaamheid. We komen ook meer naar buiten, zowel naar bedrijven als naar de overheid. En we willen heel nadrukkelijk onze rol opnemen om de bevolking mee in het verhaal te trekken, en uit de doeken doen wat dankzij ons allemaal mogelijk is. Daarom zijn we erg aanwezig op technologiefestivals als dat van FTI in maart, of Love Tomorrow in Boom eind deze maand.”

Trapte u op lange tenen met al die veranderingen? Voelt u tegenkanting?

NEVEN. “Op zich valt dat mee. Ik heb met heel veel mensen gepraat. Ik heb hun gevraagd wat ze zouden doen als ze in mijn schoenen zouden staan. Twee dingen kwamen daaruit. Eén: er moest opnieuw een cafetaria komen (lacht). En twee: er moest meer worden samengewerkt. Het eerste hebben we geregeld, aan het tweede wordt gewerkt.”

‘Het is tijd om de diamant die VITO is, veel meer te tonen aan de buitenwereld’

Bent u ongeduldig?

NEVEN. “(lacht) Absoluut. Als ik één feedback krijg, is het dat wel. We zijn een organisatie met 1.300 mensen, dus dat heeft tijd nodig. Vind ik dat het snel genoeg gaat? Nee. We doen ongelofelijk veel mooi onderzoek, niet alleen in Mol maar ook in Genk, Oostende, Kortrijk en Antwerpen. Maar het blijft te veel bij ons. Ik maak de vergelijking met een mooie ruwe diamant die verscholen ligt in de Kempische bossen. Het is tijd die te gaan ontbloten en polijsten en veel meer te tonen aan de buitenwereld.”

Was VITO te braaf?

NEVEN. “Wij doen veel onderzoek dat kan gebruikt worden door bedrijven, maar dus ook onderzoek voor de overheid. Wij bieden hun evidence based cijfers, wat in een beslissingsproces een meerwaarde kan zijn. Denk maar aan het stikstofdossier, PFAS-normeringen en dergelijke. Die tweespalt is er altijd geweest, en vroeger werd dan gedacht dat we daarom beter niet te zichtbaar zouden zijn, niet te veel boven het maaiveld mochten uitkomen, omdat bedrijven ons daarop zouden kunnen aanspreken. Wel, ik zie dat anders.”

Wat is uw budget?

NEVEN. “Onder de nieuwe beheersovereenkomst is de jaarlijkse dotatie opgetrokken van 55 naar 63 miljoen euro. Daarnaast is er een eenmalig bedrag van 16 miljoen euro, waarvan 6 miljoen voor de pilootprojecten en 10 miljoen voor nieuwe infrastructuur. We zitten voornamelijk op de site van SCK, dat werd gebouwd in de jaren vijftig. Alle gebouwen zijn vrij verouderd. Er zit ook veel asbest in. We staan voor duurzaamheid, dus willen we ook zelf energieneutraal zijn en het goede voorbeeld geven. We zijn ook activiteiten rond materialen en chemisch onderzoek aan het samenbrengen in één groot gebouw, net als de versnipperde laboruimtes. Zo kunnen we meer synergie en nieuwe innovatie creëren. Dat is een eerste stap, want we willen daarin veel verder gaan. Ik steek niet onder stoelen of banken dat de budgetverhoging vertrouwen geeft. Die 63 miljoen is overigens een derde van onze totale inkomsten. Een derde komt van Europese projecten, en dan nog een derde uit contractonderzoek voor bedrijven.”

‘Het is echt jammer dat wat hier gebeurt, nog niet meer wordt gevaloriseerd. We hebben zoveel oplossingen voor de klimaatuitdagingen’

De beheersovereenkomst geldt voor vijf jaar. Waar moet VITO dan staan?

NEVEN. “Ik wil dat we dan onze ministers ons in één adem vernoemen met de andere strategische onderzoekscentra, in de eerste plaats imec, en ook VIB en Flanders Make. Dat is de ambitie, dat we die erkenning krijgen. Ik denk dat de mensen die ons moeten kennen, ons wel kennen en ook waarderen, maar dat volstaat niet. We hebben ook intern geformuleerd dat we tegen 2030 dubbel zo groot willen zijn. We hebben het potentieel om zoveel meer impact te creëren, door meer met de industrie samen te werken en innovatiedomeinen met elkaar te koppelen, en ook op Europees niveau in te spelen op onze maatschappelijke uitdagingen. Het is echt jammer dat wat hier gebeurt, nog niet meer wordt gevaloriseerd. We hebben zoveel oplossingen voor de klimaatuitdagingen. Misschien dat het nu wat naar de achtergrond verdwijnt door de politieke onderhandelingen, maar wij zijn als onderzoeksorganisatie meer dan ooit relevant met wat we doen, om de groene uitdagingen ook economisch haalbaar te maken. We kunnen er zo ook mee voor zorgen dat we onze industrie hier houden, en zo mee onze welvaart en onze toekomst veiligstellen.”

U hebt er zowaar een jaar over gedaan om VITO te doorgronden.

NEVEN. “Heel eerlijk, ik denk niet dat ik VITO al helemaal doorgrond heb. Na een maand of vier kon ik de contouren van de puzzel leggen, maar er komen elke dag nieuwe puzzelstukjes bij. Neem nu nieuw Europees onderzoek naar de impact van het plaatsen van datacenters in de ruimte, waaraan wij hebben meegewerkt. De resultaten zijn zeer hoopgevend. Dat zal een forse investering vergen, maar nadien enorm renderen.

“Er is zoveel meer. Zo zijn we, bijvoorbeeld, voor Europa het referentiecentrum voor de verwerking van data uit satellietbeelden, en hebben we zeer veel expertise in het detecteren van zorgwekkende stoffen, en hoe we die kunnen vervangen. Wij onderzoeken bijvoorbeeld de impact van PFAS op de mens, maar we hebben ook de labocapaciteit om PFAS te detecteren en de waardes ervan vast te stellen, we hebben de kennis voor processen waarmee we PFAS uit de lucht en de grond kunnen halen, én we weten hoe we materialen kunnen ontwikkelen die geen PFAS meer bevatten.

“Of neem onze pilootinstallatie voor het produceren van bio-aromaten voor de bouw uit biomassa, of ons sorteersysteem voor afvalstromen, op basis van AI, dat bijvoorbeeld kan dienen voor het sorteren van ingezamelde batterijen, of ons onderzoek naar nieuwe toepassingen voor algen, of onze carbstones, bouwstenen met CO2 als grondstof. Dat is slechts een van de toepassingen van carbon capture & utilization (CCU, het opslaan en als grondstof gebruiken van CO2, nvdr), waarin we sterk staan. Elke dag opnieuw wordt hier mijn nieuwsgierigheid bevredigd.”

VITO maakt dus ook een verschil in artificiële intelligentie?

NEVEN. “Niet met de ontwikkeling van nieuwe AI-technologie, maar de combinatie van onze expertises maakt dat we heel mooie algoritmes kunnen maken voor bepaalde sectoren. We hebben bijvoorbeeld een geothermiecentrale. Daar zijn we nu op basis van AI en onze kennis van geologie en energie bezig voorspellende modellen te maken voor seismische activiteit. Een ander voorbeeld is onze aardobservatie. We kunnen via satellietbeelden vastleggen welke graangewassen waar staan, wereldwijd. Ook dat is artificiële intelligentie. Ik heb tijdens mijn studies ooit het vak plantkunde gehad. Tijdens het examen moest ik grassen identificeren. Dat was al niet gemakkelijk, laat staan dat je dat doet via beelden die kilometers hoog in de lucht worden genomen. Wij kunnen dat. Op basis daarvan kunnen we modellen ontwikkelen voor klimaatverandering, en op de korte termijn ook weervoorspellingen, om dan te bepalen welk type gewassen je het best op welk tijdstip op welke plaats zou planten, om hongersnood te vermijden.”

Net als imec en VIB heeft VITO ook spin-offs. Vorig jaar waren er twee. En dit jaar?

NEVEN. “Twee of drie. Je kan niet zomaar zeggen: “We gaan zeven spin-offs creëren.” Zo werkt het niet. Je moet eerst je IP-portfolio goed opbouwen en dan zien hoe je dat kan valoriseren. We mogen daar ook geen fetisj van maken, zeggen dat we zoveel nieuwe bedrijven per jaar gaan creëren. Wat winnen we erbij jaarlijks twintig spin-offs met drie man te lanceren? Dan zet ik veel liever in op het opbouwen van een sterke patentenportefeuille en het creëren van één of twee potentiële unicorns.”

Er wordt wereldwijd gewerkt op universele thema’s als waterverbruik, schonere energie en herbruikbare materialen. VITO doet dat ook. Zit niet ieder te veel in zijn eigen hoekje?

NEVEN. “We ontkennen niet dat veel zaken parallel gebeuren. Maar we werken veel samen met andere Europese onderzoeksorganisaties, en met partners in Brazilië, Marokko, Zuid-Afrika en China. Van hen leren we ook heel veel. Die samenwerkingen zoeken we nog veel meer op. Het is moeilijker rechtstreeks samen te werken met, pakweg, een Duits bedrijf, dan via het Fraunhofer-onderzoeksinstituut. Andersom is het voor Fraunhofer ook moeilijker met een Vlaams bedrijf te werken zonder dat wij er iets mee te maken hebben.”

VITO zit midden in het duurzaamheidsverhaal. Wordt de term duurzaamheid ook misbruikt?

NEVEN. “Sowieso. In feite is duurzaamheid een hol en vaag begrip geworden, dat te pas en onpas wordt gebruikt. We zoeken een goede andere term, maar die is nog niet gevonden.”

‘We moeten nog veel meer inzetten op het overtuigen van jongeren om te opteren voor wetenschappelijke studierichtingen’

Wat is de grootste flessenhals voor VITO?

NEVEN. “Talent. De concurrentie is groot, dus gaan we steeds meer internationaal. We tellen 61 nationaliteiten bij VITO. Dat is zeker niet verkeerd, maar het maakt het ook complexer om te managen, mensen te verhuizen en te installeren. Ik hoop dat Vlaanderen nog altijd de ambitie heeft de meest innovatieve regio in Europa te worden. Dus moeten we nog veel meer inzetten op het overtuigen van jongeren om te opteren voor wetenschappelijke studierichtingen.”

VITO wil een adviserende rol bij de vorming van een nieuwe regering.

NEVEN. “We zijn ermee bezig. We hebben een nota opgemaakt en die bezorgd aan de partijen die aan het onderhandelen zijn, en hebben vergaderingen met de betrokken kabinetten. Dat doen we voor het eerst. Ook daar voel je in de organisatie soms de reactie ‘oei, gaan we dat nu wel doen?’ Het komt weer neer op die diamant. We hebben de kennis, en ik zou het doodzonde vinden dat we niet gehoord worden, bijvoorbeeld rond de energietransitie en waterbeleid.”

Toen u als consultant voor een ngo naar Afrika trok, was dat naar eigen zeggen om de wereld te verbeteren.

NEVEN. “Ik heb het opgegeven de hele wereld te proberen veranderen, want ik weet dat ik dat niet kan. Maar als ik enkele steentjes kan verleggen in de rivier, of enkele dammetjes kan opbouwen, zal ik heel fier zijn.”

U vindt van uzelf dat u gulzig en ongeduldig bent. Hoelang ziet u uzelf bij VITO vooraleer een nieuwe uitdaging te zoeken?

NEVEN. “Ik voel inderdaad dat ik moet veranderen, eens ik me begin te vervelen. Maar hier gebeurt zoveel, intern en extern, dat het zeker boeiend zal blijven. Ik weet dat er een aantal jaren zullen overgaan voor die diamant schittert. Vandaag voelt dit aan als de job van mijn leven. De puzzelstukjes vallen in elkaar. Ik ben bio-ingenieur, dus veel van mijn opleiding herken ik hier. Ik heb al vaak spijt gehad dat ik niet harder gestudeerd heb (lacht). Ik was een vluchtige student, goed genoeg voor de examens.”

Als kind had u de bijnaam Pallieter, zeg maar een levensgenieter die graag de dag plukt. Vreemd voor iemand die nu bekendstaat als zeer gedreven.

NEVEN. “Ik ben altijd heel gemakkelijk in de omgang geweest, ook op school. Ik zorgde er gewoon voor dat ik slaagde, zodat er thuis geen klachten waren. Ik heb vroeger veel getennist, en daar had ik wél de drive om het beste uit mezelf te halen. En dan had ik mijn eerste job in consultancy. Ze factureerden toen al 800 euro per dag voor mij, wat ik schandalig veel vond voor een snotter die pas van de schoolbanken kwam. Ik vond dus dat ik heel hard moest werken en sterk presteren om dat te verantwoorden. Ik heb in mijn consultancy-jaren zelfs tegen een burn-out aangezeten, maar ben net op tijd voor het rode licht gestopt. Ik ben toen ook van werk veranderd. Ik ben ervan overtuigd dat een echte burn-out je nooit overvalt, als je een positieve impact hebt, wel als je tegen de bierkaai vecht.”

U hebt na imec overwogen een ijssalon te openen, wat niet bepaald zou passen op uw cv.

NEVEN. “Het was nooit de ambitie dat zelf te doen. Ik had toen mijn ontslag gegeven bij imec, en mijn man verbouwt graag. We hadden een pand, en dachten aan een ijssalon of een koffiebar. Ik zou dat opstarten, maar door iemand anders laten runnen. Uiteindelijk is het een Italiaans restaurant geworden, waar wij verder niets mee te maken hebben. Het was eigenlijk een beetje spielerei.”

Wat doet u in uw vrije tijd?

NEVEN. “Vroeger sportte ik dagelijks, nu doorgaans drie keer per week: lopen en fietsen. En zeker ook reizen, het liefst gecombineerd met fietsen. We gaan over enkele weken naar Kirgizië, om daar met de fiets rond te trekken. Zoiets is voor mij de ultieme ontspanning. Je moet enkel opstaan, weten waar je naartoe gaat en eten, en je hoeft niet na te denken over wat je gaat aantrekken, want je hebt maar één outfit bij. Het leven is zo supersimpel, en je ziet zoveel mooie dingen en andere culturen en mensen… Fantastisch.”

Bio

– Geboren in Zelem, 48 jaar


– 1999: bio-ingenieur KU Leuven; master biosciences, Institut Agro Montpellier; MBA general management, Vlerick Business School


– 2000: consultant ADL


– 2002: consultant KPMG


– 2004: consultant Empact


– 2006: regional controller West- en Centraal Afrika, SNV, Burkina Faso


– 2009: manager SNV, Rwanda


– 2010: supply chain manager Distriplus (Di, Planet Parfum, Club)


– 2012: COO Distriplus


– 2016: Chief of Staff en CIO imec


– 2020: Crisismanager covid-19 Brussel


– 2023: CEO VITO


– Bestuurder Stichting tegen Kanker

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content