Carl Dewulf (CEO familiebedrijf LVD): ‘Innovatie is de beste verdediging’

De machinebouwer LVD is al jaren actief in Europa, de Verenigde Staten en China. Een deal met Kawasaki voegt Japan aan dat lijstje toe. Maar een multinational? “Noem ons liever een internationale groep van wendbare kmo’s”, zegt CEO Carl Dewulf.

LVD heeft een deal met het Japanse Kawasaki beet. Het is een van de belangrijkste contracten uit de geschiedenis van de West-Vlaamse machinebouwer.

“In 2014 hadden we ons voorgenomen in meer sectoren aan de slag te gaan”, zegt CEO Carl Dewulf. “De luchtvaart stond met stip genoteerd. Dit megaorder bij een Japanse technologiereus komt daaruit voort.”

“De deal houdt de levering van een Synchro-Form-pers aan Kawasaki Heavy Industries (KHI) in”, legt Dewulf uit.

“Die zal KHI inzetten om grote panelen te plooien voor de romp van de nieuwste generatie Boeings (zie kader). De eerste proefmachine werd aangekocht en nu bekijken we de rest van de markt. In deze sector kan je maar overleven als je jaar na jaar uitpakt met innovatie. We verkopen niet alleen machines, maar integrale oplossingen voor een optimale productieflow. We bieden ook meer en meer geautomatiseerde oplossingen aan. Je mag LVD zelfs een software- en roboticabedrijf noemen.”

Als machinebouwer bevindt LVD zich in een cyclische markt. Hoe schat u de conjunctuur in?

CARL DEWULF. “De voorbije twee jaar ging het hard in Europa. Enkele landen deden beter dan het gemiddelde: Duitsland, Nederland, Frankrijk en Italië. In Frankrijk is dat het gevolg van de wet-Macron. Ook in Italië konden de bedrijven verhoogde afschrijvingen op hun investeringsgoederen doen, wat leidde tot meer aankopen. Dat is misschien een goede tip voor de Belgische regering om de economie nog meer aan te zwengelen.

“LVD wil dat zijn klanten de nieuwste ontwikkelingen in plaatbewerking kunnen gebruiken. Synchro-Form werd tijdens de jongste Euroblech-beurs bekroond als het meest innovatieve product in de categorie metaalomvorming. Het is het bewijs dat onze jarenlange O&O-inspanningen lonen. We waken er constant over niet alle eieren in een mand te leggen. Als we in twaalf sectoren van de industrie actief zijn, dan heeft dat zijn reden.”

LVD heeft zopas een derde fabriek overgenomen in Slowakije. Wat dreef LVD richting Oost-Europa?

DEWULF. “Voor de val van de Muur waren we al actief in Joegoslavië (nu Bosnië). Door de burgeroorlog verloren we een grote productie-eenheid. We moesten dus nieuwe partners in Oost-Europa zoeken. Eerst deden we een beroep op een toeleverancier in Tsjechië. Midden de jaren negentig hebben we de hand gelegd op machinebouwers in Slowakije en in Roemenië. In 2011 hebben we in Slowakije een nieuwe fabriek gebouwd. Vandaag zijn we in het stadje Tornala met bijna 370 werknemers veruit het belangrijkste bedrijf. Van daaruit kunnen we Centraal-Europa goed bedienen.”

Heeft dat ook te maken met het het gebrek aan geschikte werknemers in Vlaanderen?

DEWULF. “Dat probleem is er al sinds de jaren tachtig. Hoewel de VDAB lovenswaardige pogingen doet om aandacht te besteden aan de knelpuntberoepen, blijft het moeilijk om alle vacatures ingevuld te krijgen. We proberen zowel hier als in Slowakije de juiste mensen aan te trekken en hebben een interne technische school opgericht. In Gullegem zitten we dicht bij de Franse grens. Ook daar werven we een actief aan. De Fransen zijn goed voor een tiende van ons personeel.”

“De lagere loonkosten in Slowakije spelen uiteraard ook een rol. De productiviteit is er even goed en de mensen zijn gemotiveerd. Er is een positief ondernemingsklimaat, beter dan we hadden gedacht.

LVD is wereldwijd actief en toch wilt u het bedrijf geen multinational noemen.

DEWULF. “Noem ons liever een internationale groep van twintig kmo’s. Dat strookt beter met onze ambitie wendbaar te zijn. Onze eerste opdracht is nog altijd inspelen op de behoeften van de klant, veeleer dan ons eigen ding te doen. Onze hele organisatie, van engineering over productie tot marketing, is gefocust op wat de markt vraagt.

“De wereld verandert razendsnel. Wie zegt dat we over tien jaar nog machines van Europa naar Azië exporteren? Je moet daar nu al op voorbereid zijn. Daarom hebben we een wereldwijde strategie uitgerold, met vier fabrieken in Europa, een in de Verenigde Staten en twee in China.”

Hoe is uw ervaring met China?

JEAN-PIERRE LEFEBVRE (VOORZITTER LVD). “China is erg belangrijk. Maar het is er altijd een beetje vallen en opstaan. We hebben er al het een en ander meegemaakt. Een Chinees bedrijf heeft ons eens uitgenodigd om te praten over een joint venture. Toen we er aankwamen, bleek dat ze een van onze machines helemaal uit elkaar hadden gehaald. En ze kregen ze niet meer in elkaar. Een joint venture dan maar, moeten ze gedacht hebben.

“LVD brengt machines op de markt met zoveel mechatronica en software aan boord, dat ze bijna niet meer te kopiëren zijn. Dat geldt ook voor de processen van de machines. China blijft cruciaal. Hun copyright moeten we er dan maar bij nemen. Ik denk dat aanhoudende innovatie de beste verdediging is tegen kopiëren.”

Europa heeft nog altijd geen handelsakkoord met de Verenigde Staten. Laat dat zich voelen in uw Amerikaanse activiteiten?

DEWULF. “In de VS hebben we al een eigen fabriek sinds eind de jaren negentig. Dat was in het verleden een groot voordeel. Maar je weet nooit wat er met de dollar en met het importbeleid van president Donald Trump zal gebeuren. Maar voorlopig gaan de zaken voor LVD er goed.”

Doet de Vlaamse overheid voldoende om innovatie-inspanningen van bedrijven te steunen?

LEFEBVRE. “In de VS is de steun voor innovatie vrij beperkt. Ook in België is dat zo voor grote ondernemingen. In Europa is er nog altijd geen gelijk speelveld. Duitsland en Italië geven meer steun aan bedrijven die innoveren en internationaal ondernemen. Bij ons moeten bedrijven het vooral zelf doen. Ik begrijp niet dat Vlaio (Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen, nvdr) niet meer steun verleent aan procesinnovatie.”

In 2014 begon u met de uitbouw van technologiecentra. Hoever staat u daarmee?

DEWULF. “We hebben er een vijftal over de hele wereld. We geven er niet alleen demo’s, maar kunnen er ook applicaties van klanten uittesten. Midden april vorig jaar openden we het LVD Experience Center in Gullegem. Het is meer dan een showroom en een opleidingscentrum. We hebben een ruimte gecreëerd waar bezoekers de plaatbewerkingstechnologie en het merk LVD op een andere manier kunnen leren kennen. Ze kunnen de geïntegreerde werking van de nieuwste machines en software meemaken en inzicht verwerven in de voordelen van een verbonden, intelligente fabriek.”

Is LVD een Fabriek van de Toekomst?

DEWULF. “We werken aan enkele transformaties die ons naar een Fabriek van de Toekomst moeten leiden, zoals een zelflerend en wendbaar productiesysteem.. We werken nog niet volledig digitaal, er komen nog altijd wat manuele processen bij kijken. De komende jaren zullen we nog meer stappen richting automatisering nemen.”

17 jaar geleden werd Philippe Vlerick een aandeelhouder van LVD. Wat is zijn meerwaarde?

DEWULF. “Hij denkt als een industrieel, hij denkt aan de lange termijn en is erg kritisch. Hij beschikt daarenboven over een enorm en zeer waardevol netwerk. We hadden iemand nodig die onze taal spreekt. Vroeger ging LVD in zee met puur financiële aandeelhouders. De korte termijn leek belangrijker voor hen. Bij de overgang van de eerste naar de tweede generatie waren die financiële partners belangrijk om meer professionalisering in het bedrijf te brengen. Nu bevinden we ons in een totaal andere situatie.”

LVD is opgericht door drie families die elk de eerste letter van hun familienaam aan hun bedrijf hebben geschonken: Lefebvre, Vanneste en Dewulf. Hoe verhouden de families zich onderling?

DEWULF. “De families voelen zich sterk verbonden met het bedrijf. De verstandhouding is prima. Er is onderling respect en de rollen van het management, het bestuur en de aandeelhouders zijn duidelijk.”

Is de familiale verankering belangrijk?

DEWULF. “Ik vind het belangrijk dat de familiale verankering als een hefboom kan dienen voor de toekomst. We moeten een performante organisatie hebben met als voornaamste doel een topper in onze industrie te zijn. Ik ben heel gelukkig dat de familiale eigenaars LVD willen ondersteunen. Voor de families gaat het niet over aandelen of geld, het gaat in de eerste plaats over wie ze zijn.”

Met meerdere families is de opvolgingskwestie minder vanzelfsprekend.

DEWULF. “We hebben een benoemingscomité in het leven geroepen. Het einddoel is altijd naar een stabiel aandeelhouderschap te streven. Moet dat met twee, drie of vier takken vertegenwoordigd zijn? Dat maakt niet uit. Wij willen onze kinderen geen verplichtingen opleggen, al zijn het potentieel en de interesse aanwezig. Maar ze moeten het vooral graag doen, anders hoeft het niet.

“Het belangrijkste is het langetermijnbelang van het bedrijf. Tegen 2030 staat in onze sector nog het een en ander te gebeuren. De consolidatie van de markt is nog maar begonnen en Azië zal belangrijker worden. We hebben de ambitie een actieve rol te spelen in de consolidatiebeweging. Geen groei om de groei, maar wel winstgevende groei.”

Hebt u al veel aanbiedingen gekregen van spelers die LVD willen overnemen?

DEWULF. “Er komen weleens aanbiedingen op tafel. Dat streelt even ons ego, meer niet. Zeg nooit nooit, maar ik sta heus niet te trappelen. Het bedrijf verkopen zou me diep raken. We hoeven niet te verkopen om te beseffen dat we iets bijzonders hebben.”