Brusselse starter verkoopt biocosmetica uit de Himalaya
Na een paar jaar in de advocatuur besloten Isabel Coppens (foto) en Anke De Boeck om op een duurzame manier te ondernemen. In de markt van de biocosmetica zagen de twee zaakvoerders van CîME een kans omdat het gamma nog achterophinkte.
“Wij wilden een eigen hip merk van biologische huidverzorgingsproducten die aantrekkelijk en goed zijn”, zegt Isabel Coppens. “We richten ons niet enkel op mensen die hardcore groen zijn, maar op een breed publiek. De ingrediënten voor de producten komen uit het bergrijke (‘cîme’ betekent bergtop in het Frans) Nepal en Ladakh, een Indiase regio in het noorden van Jammu en Kashmir.
De bijna twee jaar oude Brusselse bvba, dat haar eerste verlengde boekjaar break-even verwacht af te sluiten, telt naast de twee zaakvoerders nog drie aandeelhouders. Een van hen is Walter De Boeck, de vader van Anke. Hij werkte jaren geleden voor de VN in Nepal aan een project over regionale flora en legde contacten met lokale boeren. Dat netwerk werd nu geactiveerd.
CîME wil door zijn activiteit een duurzame lokale markt creëren voor die boeren. Wat is er zo speciaal aan die planten? “Ze groeien in zuivere lucht en een guur klimaat waardoor ze veel sterker zijn en betere producten opleveren”, zegt Isabel Coppens. CîME meet zich niet met grote merken als Bodyshop of Lush omdat het zichzelf strengere regels oplegt, onder meer via externe controle. De start-up wil ook fairtrade werken.
Omwille van die strenge normen week CÎME voor de productie uit naar een labo in de Franse parfumstad Grasse. De distributie gebeurt via biosupermarkten zoals Bio-Planet en Origino, de webshop, maar vooral via bio- en natuurvoedingswinkels. In de toekomst moeten de apotheken een belangrijk verkoopkanaal worden. Twee procent van de omzet (zo’n 10.000 euro per maand) wordt geïnvesteerd in scholenprojecten in Nepal en Ladakh.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier