Biolectric maakt groene elektriciteit uit koeienmest: ‘Vanaf dit jaar plukken we de vruchten’
Het Oost-Vlaamse Biolectric maakt vergistingsinstallaties die vloeibare mest omvormen in groene elektriciteit en tegelijk de CO2-uitstoot op de boerderij fors doen dalen. Vlaanderen alleen al heeft een potentiële markt van 700 installaties. Biolectric is de onbedreigde marktleider in West-Europa.
Koeweidehof in Merchtem. We hebben een afspraak met Bart Vanderstraeten, een landbouwer van de tweede generatie. Door de open stal met tientallen melkkoeien koelt de wind de zomerhitte, samen met de ventilatoren. De wieken wentelen op eigen geproduceerde elektriciteit uit koeienmest.
De Oost-Vlaamse vennootschap Biolectric is de producent van die groene elektriciteit. Net buiten de stal pronkt een vergistingsinstallatie. De koeienmest verdwijnt in de stal in een kelderreservoir, wordt van daaruit in de vergistingsinstallatie gepompt en verwerkt tot methaangas. Dat gas bevindt zich bovenaan in de installatie, onder een driehoekige luifel, gemaakt uit technisch textiel van de onderneming Sioen. Het methaangas wordt vervolgens omgevormd tot elektriciteit.
“Onze installaties halen twee derde van de stikstofuitstoot en ruim vier vijfde van de methaanuitstoot uit de mest”, zegt Klaas Vanhee (34), de verkoopdirecteur van Biolectric. “95 procent van onze klanten zijn melkveehouders. In die sector zijn we begonnen. Daarnaast hebben we ook biogasinstallaties bij varkenshouders. Onze machines werken met verpompbare, dus voldoende vloeibare mest. Op die manier kunnen we ons proces automatiseren. Een landbouwer moet slechts enkele minuten per dag met de installatie bezig zijn. Zo kan hij zijn tijd besteden aan de dieren en de akkers.”
De automatisering wordt grotendeels gestuurd vanuit het hoofdkantoor van Biolectric in het Oost-Vlaamse Temse. De 300 wereldwijd geplaatste biogasinstallaties, tot in Canada, worden digitaal opgevolgd. Als er ergens op een boerderij een klep niet goed werkt, kan die worden geregeld vanuit Temse. Frankrijk is de grootste markt met honderd installaties.
Mest is er altijd
Met zijn vernieuwende technologie won de onderneming vorig jaar een Trends Impact Award. De 300 installaties zijn goed voor een daling van de CO2-uitstoot in de landbouw met 96.000 ton per jaar. “Onze apparatuur is op maat van landbouwers met 60 tot 500 melkkoeien. Dat is het gros van de bedrijven in West-Europa”, zegt Philippe Jans (45), gedelegeerd bestuurder van Biolectric. “Onze installaties dekken bijna altijd de volledige elektriciteitsbehoefte van de onderneming. De elektriciteit kun je voor de boerderij gebruiken of in het net injecteren. Onze biogasinstallaties maken continu energie, niet enkel als de zon schijnt of als het waait. Er wordt voortdurend mest geproduceerd, 24 uur per dag, zeven dagen op zeven.”
De installatie produceert ook warmte. Daarmee worden gebouwen verwarmd, water voor de schoonmaak of het drinkwater van de dieren. “Koeien drinken liever lauwwarm dan koud water, en geven dan meer melk.”
De prijs van een vergistingsinstallatie gaat van 165.000 tot 500.000 euro. Een landbouwer produceert er niet enkel zijn eigen energie mee, de investering is bovendien voor 110 procent fiscaal aftrekbaar.
Vol orderboekje
Ogenschijnlijk heeft Biolectric een riante groeimarkt. Toch leed Biolectric, waarin de beursgenoteerde holding Ackermans & van Haaren een belang van bijna 56 procent heeft, de voorbije twee boekjaren verlies (zie tabel). “Ons orderboek is gevuld met 40 miljoen euro omzet”, nuanceert Philippe Jans. “In 2023 halen we een bedrijfswinst voor afschrijvingen en waardeverminderingen. We blijven heel sterk investeren in onderzoek en ontwikkeling. Tien van onze zestig werknemers zijn daarin actief. Bovendien hebben we de voorbije jaren sterk ingezet op eigen verkoopteams in onze buurlanden. Voordien werkten we meer met distributeurs. Maar een distributeur is soms tevreden met een jaarlijkse omzetgroei van enkele procenten, terwijl onze ambitie verder reikt. Al die investeringen weerspiegelen zich in de balanscijfers van de voorbije twee jaar. Vanaf dit jaar zullen we daarvan de vruchten plukken.”
De verkoopcyclus van de biogasinstallaties heeft bovendien een lange doorlooptijd. “Als een boer beslist een vergistingsinstallatie aan te kopen, zet dat een heel proces in gang”, weet Philippe Jans. “Daarvoor hebben we een projectmanagementafdeling. Die regelt milieu-, bouw- en aansluitingsvergunningen. Ze zorgt ervoor dat de juiste papieren op het juiste moment naar de juiste administratie gaan. Er zit twee jaar tussen het tekenen van de overeenkomst en de effectieve bouw van de installatie.”
Technische mensen
De bouw van de vergistingsinstallaties gebeurt in Temse. Het bedrijf is nog voor twee jaar zoet, met maar liefst 185 bestelde apparaten. “We produceren het hele jaar door, in een ritme van twee per week”, zegt verkoopdirecteur Klaas Vanhee. “Vier jaar geleden was dat nog één installatie om de twee weken. We willen de productie verder versnellen. We vinden ook vrij gemakkelijk de juiste technische mensen. dat zijn burgerlijk ingenieurs en monteurs met een opleiding elektromechanica. Onze onderneming wil de landbouw duurzamer maken. Dat spreekt veel jongeren aan.”
Een onderaannemer, het West-Vlaamse Debusschere Agri, installeert de machines op de boerderij. “Dat is relatief eenvoudig, een beetje zoals IKEA-meubels”, vindt Philippe Jans. “De technische kennis zit in de productie, en die houden we in Temse.”
Kafkaiaans
Toch plaatste Biolectric voorlopig slechts vijftig installaties in Vlaanderen. De uitreiking van vergunningen gaat moeizaam. Vlaanderen heeft geen protocol dat metingen voor de beperkingen van de stikstofuitstoot met diverse technologieën standaardiseert. De wetenschappelijke commissie voor de veeteelt, WeComV, werd vorig jaar in november opgericht, maar raakt er niet uit. “Wij werken op basis van studies van de universiteit van Wageningen. Die heeft vastgesteld dat onze installaties de stikstofuitstoot met twee derde reduceren”, benadrukt Klaas Vanhee.
“Het uitblijven van het meetprotocol belemmert onze groei”, zegt Philippe Jans. “Het is tenenkrommend. Landbouwers moeten voldoen aan duurzaamheidscriteria. De uitstoot van broeikasgassen moet omlaag. In het verkeer is dat ook zo, en je ziet steeds meer elektrische wagens. Stel dat de overheid zou stoppen met het uitreiken van nummerplaten voor elektrische wagens, dan kan ze niet verwachten dat het wagenpark duurzamer wordt. Dat doet de Vlaamse overheid in onze sector. Boeren willen duurzamer worden en de uitstoot doen zakken. Ze willen bij wijze van spreken rondrijden met die Tesla, maar ze krijgen de nummerplaat niet. Ze krijgen geen vergunning voor de vergistingsinstallatie. Ik zal u dan nog de kafkaiaanse details besparen. Je moet ergens op een lijst staan, maar voor die lijst heb je een stempeltje nodig, en dan blijkt plots het stempeltje zoek.”
Nochtans zijn de ambities van de Vlaamse regering torenhoog. Volgens het bij de Europese Commissie ingediende klimaatplan wil Vlaanderen bijna 700 biogasinstallaties vóór 2030. Het zou de CO2-uitstoot met 170.000 ton verminderen. Vandaag staan er 50, van Biolectric. “Wij zijn veruit de marktleider in ons segment”, benadrukt Klaas Vanhee. “Wij hebben geen echte concurrenten voor boerderijen van 60 tot 500 koeien. Hopelijk kunnen wij het leeuwendeel van die 700 installaties in Vlaanderen neerzetten.”
300 biogasinstallaties heeft Biolectric al geïnstalleerd. Ze zijn goed voor een daling van de CO2-uitstoot met 96.000 ton per jaar.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier