Belgische kerncentrales drukken winst Engie
Het langdurig stilliggen van de zeven Belgische kernreactoren woog vorig jaar op de resultaten van moederhuis Engie. De centrales waren amper 52 procent van de tijd beschikbaar. Bovendien kregen ze voor de geproduceerde stroom ook 2 euro per megawatt minder. Dat deed de winst (ebitda) in de Benelux-tak omslaan van 600 miljoen in 2017 naar een verlies van 200 miljoen vorig jaar.
Voor dit jaar rekent Engie erop dat de beschikbaarheid van de kernreactoren, de laatste nucleaire activa van de groep, fors toeneemt. Dit en volgend jaar zou het naar 78 tot 79 procent moeten gaan en in 2021 naar 93 procent. Dat moet de verliezen van de nucleaire operaties stelpen.
Engie blijft bereid een verlenging van twee kerncentrales in overweging te nemen, maar, stelt CEO Isabelle Kocher: “Het is niet aan ons om de Belgische energiepolitiek te bepalen. Maar dan moet er ook uitzicht zijn op een rendement op de investeringen die nodig zijn voor een levensduurverlenging.”
Marktleider
De groep kon de winstdaling in België grotendeels compenseren door groei elders. Engie zag zijn omzet vorig jaar stijgen met 1,7 procent, naar 60,6 miljard euro. Het bedrijfsresultaat (ebitda) dikte aan met 0,4 procent, tot 9,2 miljard euro. De nettowinst daalde wel van 1,3 naar 1 miljard euro.
Om de groei te versnellen, wil topvrouw Isabelle Kocher Engie verder stroomlijnen. De ordewoorden zijn decarbonisatie, digitalisering en decentralisatie. Het bedrijf wil een marktleider zijn in de transitie naar een kostenefficiënt en carbonarm energiesysteem. Het focust vooral op bedrijven en publieke overheden.
Investeren in groei
Er zijn twintig landen, dertig grote stadsgebieden en 500 multinationals aangewezen als investeringsprioriteiten. Daar wil de Franse multinational minstens bij de top drie van de markt horen, en zijn activiteiten opvoeren. Engie mikt op drie doelgroepen. Ten eerste zijn er de sterk ontwikkelde markten, waar duurzaamheid en energie-efficiëntie prioritair zijn, zoals West-Europa en Noord-Amerika. Ten tweede zijn er de sterke groeimarkten, zoals in Zuid-Amerika, Roemenië en de Golfstaten, waar grote infrastructuurwerken nodig zijn om aan de vraag te voldoen, en waar steden moeten worden gemoderniseerd. Ten derde gaat het om ontwikkelingslanden, waar een sterke stedelijke ontwikkeling is, vooral in Afrika, China, India en Zuidoost-Azië.
De komende drie jaar (2019-2021) wil het bedrijf elk jaar 4 miljard euro investeren in groei door investeringen of overnames. Daarvan zou 4 tot 5 miljard naar de dienstentak gaan. Tussen 2,3 en 2,8 zou dienen voor de verdere uitbouw van de divisie hernieuwbare energie, waar de portefeuille 9 gigawatt extra capaciteit zou krijgen. 3 tot 3,3 miljard zou gaan naar de tak netwerken.
Desinvesteren
Aan de andere kant wil de groep zich ook terugtrekken uit twintig landen en voor ongeveer 6 miljard euro activa van de hand doen. De vorige drie jaar heeft Engie al voor in totaal 14 miljard euro activiteiten verkocht. Zo gingen onder andere de kolencentrales de deur uit. Welke activiteiten in welke landen in de etalage staan, wil de groep niet bekendmaken, om te vermijden dat de prijzen te veel zouden kelderen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier