De Belgische banken hebben in 2020 voor het eerst geld overgehouden aan de negatieve rentevoeten. Die bonus is een welgekomen doekje voor het bloeden, want de winstgevendheid van de banken staat onder druk.
De Belgische banken durven steen en been te klagen over de negatieve rentevoeten. Dat komt omdat ze hun overtollige cash bij de Europese Centrale Bank (ECB) moeten plaatsen of moeten uitlenen aan andere banken. Op die deposito’s betalen ze een negatieve depositorente van 0,5 procent, wat hun in 2020 ruim 500 miljoen euro kostte. De Europese Centrale Bank heeft die factuur weliswaar gemilderd, omdat een deel van de bankdeposito’s bij de ECB is vrijgesteld van de negatieve depositorente, maar niemand betaalt graag rente op activa.
Maar de Belgische banken verliezen niet alleen geld aan de negatieve rente, ze verdienen er ook aan, omdat ze zich kunnen financieren tegen negatieve rentevoeten. Zo maken ze gretig gebruik van de herfinancieringsoperaties op de lange termijn (TLTRO’s), die de ECB hun aanbiedt. De banken kunnen bij de ECB leningen opnemen tegen een rentevoet van -1 procent, op voorwaarde dat ze het geld gebruiken om bedrijven en gezinnen te financieren tegen gunstige kredietvoorwaarden. De ECB subsidieert dus de banken om de kredietverlening aan de economie op peil te houden.
De Belgische banken hebben gretig ingetekend op dat royale aanbod. Eind 2020 hadden ze zich op die manier voor 80 miljard euro gefinancierd bij de ECB. In het eerste kwartaal van dit jaar liep dat op tot 90 miljard euro. Die omvangrijke herfinanciering tegen negatieve rentevoeten levert de banken een aardige stuiver op. In 2020 ging het om 400 miljoen euro aan rente-inkomsten. De banken verdienden ook op de deposito’s die andere banken, fondsen en bedrijven bij hen parkeerden tegen een negatieve rente.
300 miljoen
Per saldo verdienden de Belgische banken in 2020 ruim 300 miljoen euro aan de negatieve rente. Ze betaalden ongeveer 500 miljoen euro op hun deposito’s, en verdienden ongeveer 800 miljoen op hun financiering tegen negatieve rentevoeten. Dat batige saldo was een primeur. In de periode 2016-2019 verloren de Belgische banken per saldo 100 à 200 miljoen euro per jaar aan de negatieve rente. Dit jaar houden ze wellicht opnieuw geld over aan de negatieve rente, dankzij de royale opname van de gesubsidieerde TLTRO’s.
Dat betekent niet dat de bankiers nu juichend door te straten lopen als de Europese Centrale Bank het beleid bijzonder soepel houdt, met inbegrip van een negatieve depositorente. Bij lage rentevoeten staan de nettorente-inkomsten van de banken, veruit hun belangrijkste bron van inkomsten, onder druk. In 2020 daalden de rente-inkomsten van de Belgische banken naar 14,2 miljard euro, tegenover 14,6 miljard in 2019. Op nieuwe leningen en investeringen verdienen de banken een almaar lagere rente, terwijl de kostprijs van de eigen financiering nog amper kan dalen. Op de gereglementeerde spaarboekjes bijvoorbeeld moeten banken verplicht een minimumrente van 11 basispunten betalen. De toename aan verleende kredieten volstond in 2020 niet meer om de lagere rentemarge te compenseren, met als gevolg dus dalende rente-inkomsten.
De Nationale Bank verwacht dat de winstgevendheid van de banken op de korte en de middellange termijn onder druk blijft staan. Zolang het geldbeleid van de ECB zo soepel blijft, zullen de banken de grootste moeite hebben om hun rente-inkomsten te verdedigen. Daar komt niet meteen verandering in. Daarnaast kampen de banken ook met hogere kosten voor kredietprovisies in het spoor van de coronacrisis. De bonus op de negatieve rente is dus een welkom doekje voor het bloeden.